Tennisliefhebbers afkomstig uit de bergen. Dat was de oppervlakkige reactie na het bestuderen van de hoes van de debuut-cd van de band Tiebreaker. Het eerste kan ik niet bevestigen, het blijkt in elk geval niet uit de informatie die ik onder ogen kreeg.
Voor niet ingewijden: een tennisterm die letterlijk betekent gelijkspel breker. Maar de herkomst is wel correct, het blijkt hier te gaan om een band uit Noorwegen. De band werd in 2011 opgericht in Odda, Hordaland, door vijf jeugdvrienden, Thomas Espeland Karlsen op zang, Eirik Wik Haug en Olav Areklett Vikingstad op gitaar, Patrick Andersson op basgitaar en Gunnar Dale op drums. Ik heb het even opgezocht: Odda is een dorp van nog geen 8.000 inwoners aan een uitloper van de beroemde Hardjangerfjord, de grootste plaats in de omgeving is Bergen.
De bezetting nam het arbeidsethos van harde werkers over, hen met de paplepel ingegoten industrieel erfgoed, en paste het toe op hun muziek. Daarnaast staan ze garant voor meer dan 200 live-optredens sinds 2013 en hebben ze inmiddels een grote aanhang en een solide reputatie verworven door het verzorgen van uiterst energieke shows. De uit de Noorse underground rock scene afkomstige groep is ondertussen uitgegroeid tot één van de beste rockbands van het land.
“We Come From The Mountains” was oorspronkelijk door de band zelf uitgebracht in Noorwegen in 2014, Karisma Records heeft het album internationaal op 6 november 2015 uitgebracht. Het is een werkstuk met het klassieke geluid van de jaren ’70 door Tiebreaker up to date gebracht met een rauw hedendaags bluessausje wat de fans van hardrock zeker zal behagen. De Noorse rockers hebben inmiddels ook een muziekvideo uitgebracht, het gaat hier om Nicotine van hun debuutalbum. De mannen zijn hierin in zwart/wit te zien in een studio-omgeving en geven een gedreven en energieke versie van het nummer weer. Tiebreaker heeft begin oktober 2015 een Noorse tour met twaalf optredens ter ondersteuning van Enslaved achter de rug. De band (Tiebreaker) werkt momenteel aan zijn tweede volledige album.
De zanger en blikvanger, Thomas Espeland Karlsen, heeft een uitstekende stem, een beetje Eddie Vedder meets Chris Cornell. Getuige de officiële video maar ook op andere YouTube optredens is het een behoorlijke podiumpersoonlijkheid die goed gekeken heeft naar onder anderen Robert Plant. De band schrijft prima composities en de vette Amerikaans aandoende productie doet de rest. Ik heb sterke associaties met Southern Rock; Lynyrd Skynyrd, The Allman Brothers, ZZ Top maar ook Joe Bonamassa hoor ik terug in de muziek van de heren. Ook zijn er duidelijk waarneembare Deep Purple / Led Zeppelin invloeden. Mede door de zang krijgt het geluid een grungy gevoel mee. Niet slecht voor een beginnend bandje uit een gat in Scandinavië.
De groep lijkt naar eigen zeggen regelmatig op te treden tijdens het beroemde SXSW Festival in Austin, Texas. In 2013 speelden ze elf shows in negen dagen op SXSW en ze herhaalden het succes in 2014. Het is volstrekt duidelijk dat deze band populair is in de VS, als je niet beter weet denk je te luisteren naar een volbloed Amerikaanse band. Na al die invloeden, associaties en verwijzingen is het tijd voor een analyse van hun nieuwe werk.
Early Morning Love Affair is het openingsnummer, een zware slow beat inclusief gitaren en de eerste kennismaking met de bluesy stem van zanger Espeland Karlsen. Een pakkend refrein, uiterst meezingbaar en een gitarist die los gaat á la Steve Ray Vaughan. Mmm, veelbelovend begin. Het al genoemde Nicotine, bekend van YouTube, is wederom een goede song, typisch Amerikaanse teksten, ‘sun in my eyes/wind in my hair/searching for my own way to go’. De song heeft een beetje vreemd einde, net als je denkt dat hij afgelopen is, volgt een laatste deel wat lijkt op een totaal nieuw nummer, curieus. Homebound pt 1 (ja, er is ook een pt 2) begint met een traag tempo, na al dat eerdere geweld is het goed effe bijkomen, orgeltje in de verte en een Dicky Betts achtige solo. The Getaway, het volgende nummer, is een Lenny Kravitzachtige song qua geluid en opbouw, zeker niet slecht. Nummer vijf is Where Can Love Go Wrong, wat een mooie titel. Typische Amerikaanse rock, iets lichtvoetiger dan de eerdere songs, goede zang en dito harmonieën. Een hoog meezinggehalte, heerlijke gitaarduetten in de stijl van de Allman Brothers en ongetwijfeld tijdens optredens een publieksfavoriet. El Macho Supreme, daar gaan we weer, bluesy rock van hoge kwaliteit maar ook van korte duur. Bij Trembling Son dacht ik onwillekeurig, waar heb ik dit al eens eerder gehoord?
En daar is ‘ie dan, Homebound pt 2, een trage song, Zeppelinachtig qua geluid. Slotnummer Walk Away duurt ruim zes minuten en is een slow tempo bluesrock, compleet met slide gitaar, een prima afsluiter. Dan is de koek op, net onder de 40 minuten aan de krappe kant.
Oké, goede rock uit Noorwegen dus, daar is geen twijfel over. Maar de laatste keer dat ik deze website raadpleegde stond de naam Progwereld erboven. Is dit dan prog is de vraag die opdoemt. Ik kan hier kort over zijn: in de verste verte niet. Geen probleem overigens, maar bands (en platenmaatschappijen) zouden in de toekomst misschien iets zorgvuldiger moeten zijn bij het labelen van hun activiteiten. Volgende keer een recensie op Classic Rock, dat lijkt me meer van toepassing. Game, set and match.