De afgelopen jaren is Tim Bowness, het best bekend als half no-man, bezig zijn discografie flink uit te breiden. Hoewel Bowness niet kan tippen aan de productiviteit van Steven Wilson (maar wie wel?), heeft hij in recente jaren veel bijdragen geleverd aan albums van artiesten zoals Nosound, OSI en White Willow. Luisteraars met een voorkeur voor wat meer uitdagende muziek zullen hem bovendien kennen van Henry Fool, een project uit 2001 dat in 2013 een verrassend vervolg kreeg. Voorts heeft Bowness ook nog verleden jaar een goed ontvangen soloalbum uitgebracht, dat nu met “Stupid Things That Mean The World” een vervolg krijgt.
Ook dit nieuwe album combineert de verschillende invloeden die vaak terugkeren in Bowness’ werk tot een zeer herkenbare eigen stijl. De basis van de muziek wordt gelegd door de singer-songwriter benadering: hoewel onder meer prog en jazz een grote rol spelen in het geluid van “Stupid Things That Mean The World”, blijft het album sterk georiënteerd op toegankelijke liedstructuren. Mede hierdoor lijken de composities op eerste gehoor eenvoudiger dan zij daadwerkelijk zijn. Pas bij herhaaldelijke beluistering wordt duidelijk hoe subtiel de muziek in elkaar zit.
Een vroeg hoogtepunt is Sing To Me, een nummer dat ooit het leven begonnen is als no-man-demo en nu opnieuw onder handen is genomen door Bowness. Het nummer kent precies die sfeer die het beste werk van no-man (en van Bowness zelf) kenmerkt: een dromerige, melancholische sfeer die versterkt wordt door de fluisterzang van Bowness. Met zijn stem weet Bowness altijd feilloos de muziek te kleuren, en (ook) op dit album wordt dat effect versterkt door de aanwezigheid van strijkers en doeltreffend gebruik van verschillende klassieke synthesizers. Dit geldt niet alleen voor Sing To Me, maar ook voor bijvoorbeeld het titelnummer en het mooi opgebouwde en iets ruigere Press Reset.
Evenals op zijn vorige soloalbum wordt Bowness bijgestaan door een keur aan muzikanten, waaronder leden van de no-man liveband, proggrootheid Peter Hammill, Rhys Marsh, Porcupine Tree-bassist Colin Edwin, King Crimson-drummer Pat Mastelloto, en Roxy Music-gitarist Phil Manzanera (die ook op “Men Singing” van Henry Fool meedeed). Met een dergelijke ondersteuning zal het niet verrassend zijn dat het album muzikaal puik is. Bovendien is de productie kraakhelder, waardoor de muziek veel ruimte krijgt om te ademen.
Evenals op “Abandoned Dancehall Dreams” laat “Stupid Things That Mean The World” niets horen wat we niet al kennen van Bowness’ eerdere werk. Het recept is beproefd: zacht gezongen gevoelige teksten worden vergezeld door fraaie melodieën en af en toe een wat ruigere uitbarsting om de luisteraar wakker te schudden. Dit is echter geenszins een herhaling van zetten; daarvoor is “Stupid Things That Mean The World” te goed. Het album mag dan wel een stijloefening zijn, maar het is niettemin een hoogtepunt.
Christopher Cusack