Tinyfish is een neo-progband uit Londen en “The Big Red Spark” is hun tweede cd. We zouden blij moeten zijn met een band als Tinyfish. Ze zouden door het aloude SI-label met open armen worden ontvangen. De sound van de band is een soort aalgladde neoneoneosymfo waar zelfs Clive Nolan zich nog voor zou schamen. Denk Timelock. Denk Moria Falls. Denk La Tulipe Noire. Denk Cross. Denk Frost*, want laten we toegeven: dat is net zo fout. Ik stel me zo voor dat over twintig jaar dit soort muziek als parodie, compleet met leren broeken, wordt opgevoerd. Proud to be Fout, zeg maar.
Maar binnen dat subgenre is Tinyfish kwalitatief wel sterk, melodieus en ze schamen zich bij het retestrakke openingsnummer Rainland niet voor een aantal ‘yeah-yeah’s. Het maakt het voor mij moeilijk deze plaat te bespreken zonder met een zeker camp in gedachten. Helaas vertilt de Engelse band zich ook nog eens gigantisch aan een loodzwaar concept. Het maakt om te beginnen het boekje onleesbaar, maar verder lijkt de cd wel een Engels hoorspel. Ik moet redelijk vaak aan Rain’s “Cerulean Blue” denken, maar soms ook aan Jeff Wayne’s “The War Of The Worlds”.
Tussen alle geluidseffecten en het geouwehoer van de hoofdrolspelers staan gelukkig ook liedjes, of in elk geval hoort de luisteraar muziek. Dan valt me andermaal de strakheid van de productie op, maar helaas ook de zwakte van sommige refreinen. Bad Weather Road mag dat wel fraai klinken, het couplet heeft een mooiere melodie dan het refrein. Daarbij worden de refreinen vaak nog wat zeikerig gezongen en valt het beperkte stemgeluid van zanger Simon Godfrey (ja, broer van) op. Ten positieve valt ook op hoe ontzettend goed gitarist Jim Sanders is. Hij heeft een opmerkelijk origineel geluid, dat ervoor zorgt dat sommige composities boven de middelmaat getild worden. Vooral zijn solo aan het einde van het overigens sterke I’m Not Crashing is om door een ringetje te halen.
De spoken-word-achtige intermezzo’s maken echter dat ik constant uit “The Big Red Spark” raak. Hoewel ik van rockopera’s houd, haalt het me uit mijn concentratie en uit mijn flow, die ik graag bij muziek wil voelen. Met name het vreselijke Building The Machine, ongetwijfeld belangrijk voor het ‘verhaal’, is erg slecht. Om het nog erger te maken, wordt het gevolgd door nog een gesproken gedeelte, namelijk Refugee. Als ik gepraat wil horen, ga ik wel een film bekijken!
Als een drenkeling grijp ik me vervolgens vast aan het titelnummer, dat best aardig klinkt en mij aan Skeem doet denken, zeker als halverwege de onvermijdelijke ‘yeah’-inzet. Helaas ben ik door de intermezzo’s het spoor allang bijster en het zwakke Weak Machine maakt dat niet bepaald beter.
Het lange, afsluitende Wide Awake At Midnight is dan wel weer een aardige afsluiter en wellicht stiekem de beste track van de plaat. Aangezien deze track een beetje buiten het concept lijkt te vallen is tezamen met de vier bonustracks of de bijgevoegde dvd de conclusie pijnlijk maar duidelijk: de volgende keer maar geen zwaar conceptwerk, jongens!
In 1981 bracht de platenmaatschappij van Jeff Wayne “Highlights From The War Of The Worlds” uit, welke meer was gericht op alleen de liedjes, dus zonder het geouwehoer. Ik zie uit naar “Highlight From The Big Red Spark”.
Markwin Meeuws