Todd Rundgren

9 februari, Paradiso, Amsterdam

Info
Locatie
Paradiso, Amsterdam
Jesse Gress (gitaar, zang)
Greg Hawkes (toetsen)
Prairie Prince (drums)
Todd Rundgren (zang, gitaar)
Ralph Schuckett (toetsen)
Bobby Strickland (toetsen, saxofoon, percussie)
Kasim Sulton (bas, zang)

Met medewerking van:
Michelle Gray (zang)
TR's JOHNSONS:
Dust My Broom
Stop Breaking Down
Walking Blues
Love in Vain
Sweet Home Chicago
Red Hot
Come in my Kitchen
Hellhound
Crossroads

A WIZARD, A TRUE STAR:
International Feel
Never Never Land
Tic Tic Tic It Wears Off
You Need Your Head
Rock & Roll Pussy
Dogfight Giggle
You Don't Have to Camp Around
Flamingo
Zen Archer
Just Another Onionhead/Dada Dali
Sometimes I Don't Know What to Feel
Does Anybody Love You?
Medley: I'm So Proud / Ooh Baby Baby / La La Means I Love You / Cool Jerk
Hungry for Love
I Don't Want to Tie You Down
Is It My Name?
When the Shit Hits the Fan/Sunset Blvd.
Le Feel Internacìonále
Just One Victory

Slechts de aankondiging al – vorig jaar mei – deed de nieuwsgierigheid flink toenemen bij iedereen die de ‘albummuziek’ uit de jaren zeventig koestert. Todd Rundgren zou in totaal negen keer zijn meesterwerk “A Wizard A True Star” uit 1973 live uitvoeren. Zeven keer in Amerika en tweemaal in Europa, waarbij het slotakkoord in het Amsterdamse Paradiso op maandag 8 februari zou klinken. Daarbij gesteund door zijn inmiddels vaste ritmesectie Kasim Sulton en Prairie Prince, de ‘Todd seventies look-a-like’ Jesse Gress op gitaar en niet minder dan drie toetsenisten: oud-Utopia gediende Ralph Schuckett, Bobby Strickland en Greg Hawkes, ooit bandlid van The Cars.

Het enfant terrible van de Amerikaanse post-hippie generatie maakte de plaat op een belangrijk moment in zijn carrière: zijn dubbel-lp “Something/Anything” (1972) had hoge ogen bij critici gegooid en ook het grote publiek begon Rundgren en zijn liedjes zoals I Saw The light en It Wouldn’t Have Made Any Difference te ontdekken. De multi-instrumentalist zat in een experimentele fase en maakte – flink beïnvloed door onder meer The Beatles, soulmuziek en zelfs de Franse componist Ravel – een uur durend album, waarin ruimte, tijd en gevoel belangrijke onderwerpen waren. “A Wizard A True Star” verraste de muziekwereld, werd eventjes beschouwd als de “Sgt. Pepper…” van de jaren zeventig (en dat in het jaar 1973, waarin onder andere ook “Berlin” en “The Dark Side of the Moon” uitkwamen!) en genoot sindsdien van een status van ‘klassieker’.

Hoe dat eindelijk ruim 35 jaar na dato op het podium uitpakt, is een openbaring van jewelste. Maar eerst moet een uitverkocht Paradiso door drie kwartier blues heen ploeteren, want hoe je het ook wendt of keert, Rundgren blijft iemand die nog steeds onverwacht en onvoorspelbaar uit de hoek kan komen. Altijd dingen uitproberen, laten slagen of doen falen en weer met het volgende bezig zijn. Dat gold ook voor TR’s Johnsons, een drie kwartier durend voorprogramma, waarbij de volkomen verraste aanwezigen worden getrakteerd op bluesklassiekers van Robert Johnson, zoals Sweet Home Chicago en Crossroads. Het rammelt aan alle kanten en het geluid werd als een oude stoomwals de voormalige kerk ingeblazen, maar dat mocht het speelplezier van het kwartet (Rundgren, Sulton, Prince en Gress) niet drukken.

Na twintig minuten pauze gaat het roer volledig om en begint de integrale uitvoering van “A Wizard A True Star”; natuurlijk met International Feel als opener. Het speelplezier blijft, maar van een rammelende band is absoluut geen sprake meer. De nummers komen als een wervelwind op het publiek af, de eenmansarrangementen van de plaat zijn breed uitgemeten over de zes muzikanten, waarbij Hawkes de analoge toetsengeluiden tevoorschijn tovert, Strickland als saxofonist een magistraal duel met gitarist Gress aangaat in Zen Archer en zelfs Sulton in één nummer (Does Anybody Love You) de leadzang voor zijn rekening neemt. Rundgren zelf geniet zichtbaar van deze laatste krachtmeting op het Europese vasteland. Alhoewel hij in het begin wat problemen met zijn draadloze microfoon heft, verpakt hij zichzelf om de paar nummers in een nieuw kostuum en blijft de onbetwiste frontman met vele gezichten. Van spaceman tot vogel en een volgevreten puber in Just Another Onionhead en Sometimes I Don’t Know What to Feel. Hij krijgt de lachers op zijn hand, en gaat op ironische wijze volledig op in zijn rol.

Todd Rundgren Todd Rundgren

In de vermaarde soulmedley komt hij tevoorschijn in een prachtig oranjepak en kan hij rekenen op zuivere achtergrondzang van het publiek. En dan zijn gitaarspel, op een psychedelisch beschilderde Gibson SG, en waarvoor Rundgren zich in een typisch jaren zeventig latexpak hult. De Utopia-jaren zijn dan echt even terug , niet in de laatste plaats dankzij Todd’s zang. Deze man kan zijn koperen en volle bariton nog volledig inzetten en dat geeft regelrechte kippenvelmomenten. Vooral in Just One Victory, de bevlogen en gedragen afsluiter van het album en al jaren een vaste toegift, zo ook bij dit concert (inclusief de hulp van extra achtergrondzangeres en Todd’s echtgenote Michelle Gray). Het is de bekende kers op de heerlijke slagroomtaart.

De meerwaarde van deze live-uitvoering zit hem vooral in de eye opener: het concept van het album wordt pas duidelijk op het podium, met alle uitdossingen en een gewijzigde volgorde van de nummers (Sunset Boulevard en Le Feel Internacìonále waren de afsluiters vóór de toegift). Het is de ontdekkingstocht van een jonge artiest in wording door zijn muzikale, persoonlijke en geestelijke uithoeken. Vooral die laatste elementen zouden op de daaropvolgende platen van Rundgren (de dubbel-lp “Todd” en het behoorlijk ondergewaardeerde “Initiation”) verder worden uitgediept.

Sinds het concert van Brian Wilson, vorig jaar juli in Paradiso, heeft er in de Amsterdamse poptempel geen artiest van formaat meer gestaan die zó vol overtuiging en kracht een staaltje progressieve pop laat horen. Ook kan Rundgren de vergelijking met Wilson op compositorisch gebied prima aan: beiden weten liedjes op een bijna ultieme wijze creatief te verpakken en waarin harmonie en melodie zo vanzelfsprekend samensmelten, met behulp van een kundig kwaliteitsorkest. Wie beide concerten heeft gezien, kan niets anders concluderen. Gelukkig heeft Rundgren in vergelijking met Wilson als persoon op alle fronten de afgelopen 35 jaar een stuk beter doorgemaakt. Na afloop kon het publiek een usb-stick met het concert meenemen, inclusief de blues-set. Maar die waren de meesten al weer lang en breed vergeten na zo’n indrukwekkende trip. Dit was een concert onder het mom van ‘ik was erbij’; iets dat je maar één keer in je leven kan meemaken.

Todd Rundgren

Meer foto’s van dit concert zien? Klik hier.

Verslag: Wouter Bessels
Foto’s: Eric de Bruijn

Send this to a friend