Ik ben er inmiddels aan gewend geraakt, de zogenaamde ‘anniversary albums’. Heruitgaven in het kader van een 30, 35 en soms al 40-jarig bestaan van een album. Voor de Australische formatie Toehider was het bereiken van de tienjarige leeftijd van het debuutalbum “To Hide Her” al reden dit opnieuw uit te brengen.
Muziek van Toehider hebben we op deze website nog niet eerder besproken. De groep is nog relatief onbekend in ons land. Zeker in prog-contreien. Mike Mills, bandleider, zanger en gitarist geniet wel bekendheid. Deze man kent iedere progger van zijn bijdrage aan enkele Ayreon-albums. Op “The Theory Of Everything” was hij voor het eerst te horen. Daarop maakte hij kennelijk zo’n indruk dat Arjen Lucassen hem terugvroeg.
“To Hide Her” (vernuftige titel met een knipoog naar de bandnaam) was het eerste volledige album van Toehider en verscheen in 2011. Dat gebeurde aansluitend aan een krachttoer waar in twaalf maanden maar liefst twaalf ep’s werden uitgebracht. Maar wanneer we dit schijfje goed beluisteren hebben we het dan wel over progressieve rock? Leidt de info van hun promotor, die dit label plakte, ons niet om de tuin? En zijn wij daar met onze twintig jaar ervaring gewoon ingetuind? Of is het genre waar wij over pennen soms opgerekt? Dus, beste lezer, ‘weest op uw hoede’.
De heldere en zuivere stem van Mike Mills komt het best tot zijn recht in een akoestische omgeving, zoals op het openingsnummer Oh My God He’s An Idiot waar hij alleen wordt begeleid op akoestische gitaar. In This Time scoort wat dat betreft ook mijn punten, met een extra punt voor de invloeden van southern rock, americana en zelfs keltische muziek. Maar over het algemeen springt Toehider dermate van de hak op de tak dat het lijkt alsof ze wars zijn van enig etiket. Zo is The Most Popular Girl In School aanvankelijk tachtiger jaren poprock met invloeden van Queen en zelfs The Rubettes, maar gaat het kopje onder met recht toe recht aan rock waarvan er met gemak dertien in een dozijn gaan.
Daddy Issues barst uit zijn voegen van de tekst, heeft wat leuke gitaarriedels, maar mist in de ruim zes minuten bij mij elk gevoel. Of komt dat door het achttien keer herhalen van de slotzin? Het titelnummer To Hide Her is pure hardrock met wat funky passages. Of is het gewoon een slechte imitatie van The Devin Townsend Band? Het opvolgende There’s A Ghost In The Lake stemt mij niet tot een beter humeur. Stuwend, monotoon en lastig te doorgronden alsof Mills een poging doet de hersenen van de luisteraar te spoelen. Queen duikt vanwege de meerstemmige koortjes en het gitaarspel weer op in Giants Who Walk The Earth. Gevolgd door countryrock voor bij het kampvuur in Fireside. Liefhebbers van luchtgitaar en pogo kunnen volledig los met de punkrock van Everybody Knows Amy. Vind je het erg dat ik Amy niet ken en dat zo wil houden? De uitsmijter is Weren’t They Just Playing Out Near The Swings? Een potpourri van spookachtige en spacy geluiden, vervormde gitaar en een hoop ongein waarvan nut en noodzaak mij in elk geval ontgaan.
De bedoeling van deze heruitgave is mij niet duidelijk. De laatste cd van een band of artiest is immers degene die blijft hangen. En bij “To Hide Her” is dat het laatste wat ik wil. De zangkwaliteiten van Mike Mills zijn min of meer aangetoond en staan buiten discussie. De wijze waarop hij het verpakt wel degelijk. Ik slik al jaren pillen, maar zo bitter als deze vond ik niet eerder in mijn doosje.