In de categorie moeilijk verteerbare muziek probeert Tom Slatter, de Weird Al Yankovic van de cross over prog ons te overtuigen van zijn kunnen. Vijf albums zijn ons al gepasseerd zonder kennis te hebben genomen van zijn avant-gardistische ingestelde muziek.
Voor zijn zesde instrumentale album geldt dat die eigenlijk ook zonder kennisgeving in de vergetelheid mag geraken. Normaliter ben ik niet vies van een beetje moeilijkdoenerij, maar het vertoonde free jazz gepiel leidt tot weinig en gaat naar niets. Tom speelt technisch prima gitaar wat iets weg heeft van Allan Holdsworth en de man probeert King Crimson te evenaren met zoveel mogelijk tegendraads spel en ongebruikelijke akkoorden. Maar als de melodie en harmonie ook nog eens wordt ontweken valt alle samenhang weg en worden we in de wonderlijke instrumentale wereld van de heer Slatter alleen maar heen en weer geslingerd met solo’s die nergens over gaan of naar toe leiden.
Voor de beeldvorming: bij Grey Malkin krijg ik een Benny Hill flashback waar op het eind iedereen als een kip zonder kop in een verhoogde versnelling achter elkaar aan rent. Is er op Kettle And Cauldron even geen druk gitaar spel, ontstaat er een muzikaal opstootje tussen een Rhodes piano en percussie. Nee, rust word je door Tom Slatter niet gegund. Jethro Tull liefhebbers kunnen in Firecracker misschien nog iets van hun gading vinden. Uiteindelijk lijkt Embers het rustpuntje te worden waar ik naar snak, maar het valse vioolspel in het middenstuk is niet om aan te horen en brengt de snarenkrasser het nummer daarmee vakkundig om zeep. Het gekabbel met wat gitaarecho komt daarna beter uit de verf, maar dat is het dan wat dit nummer betreft. Even lijkt een metal tintje op They Broadcast My Birthday On A Numbers Station de boel wat op te leuken, maar helaas, het is voor even.
Dit is niet ieders cup of tea, nee eerder een koppig wijntje. Ik neem even een plat watertje, ik moet eerst even bijkomen van dit stukje huisvlijt waar het verder ook hoort te blijven.
Jos Driessen