Tonochrome werd in 2011 opgericht door zanger/gitarist Andres Razzini tijdens één van zijn reizen tussen zijn geboorteland Bolivia en zijn huidige woonplaats London. De band herbergt een aantal zeer capabele musici, waaronder de van Knifeworld bekende multi-instrumentalist Charlie Cawood.
Ambient, jazz, folk, pop, rauwe gitaarrock, wereldmuziek, neo-klassiek, Mike Oldfield, Bob James, Isildurs Bane, Joe Jackson, Sanguine Hum… Stop al deze invloeden in een koker en het resultaat is het debuutalbum van dit Britse art-rock kwintet Tonochrome. Oftewel: “Tonochrome are a joyful reminder of what music can be when you just don’t give a damn about convention.” Een mooiere omschrijving kun je je eigen muziek niet meegeven, toch?
Op hun eerste reguliere album, “A Map In Fragments”, vinden we twaalf inventieve muzikale pareltjes, voorzien van een subtiele instrumentatie, soms uitlopend in uitbundigere passages, wars van traditionele popsong-structuren, en dit alles ondergedompeld in een saus van melancholie.
Laten we eens een aantal stukjes van deze landkaart onder de loep nemen, om te beginnen met de bergkam (The Ridge): subtiele, repeterende vibrafoon-patroontjes, breekbare, Joe Jackson-achtige vocalen, die door de stijgende lijn een onderhuidse spanning opbouwen. De eerste blazers dienen zich aan met wrange lange akkoorden om de spanning nog meer op te voeren, tezamen met de wederom stijgende en sneller wordende zang. De intrede van de hi-hat geeft aan dat er iets heel anders staat te gebeuren en jawel hoor, er ontspint zich een Dexy’s Midnight Runners-achtig folk rifje in de strijkers, terwijl de bas en blazers daar een hoekig patroon tegenover zetten. Uiteindelijk waaieren de strijkers wijds uit in neo-klassieke akkoorden, lastig gevallen door tegendraadse accenten van de blazers. De vocalen kondigen opnieuw het folk rifje aan dat uiteindelijk orkestraal, unisono en pompeus The Ridge afsluit. Deze ‘bergkam’ herbergt diverse verrassende wendingen zonder ook maar ergens geforceerd te klinken.
Via het ambient Interlude 1 belanden we in het prachtig melodieuze Border Crossings, een klaagzang over de vluchtelingensituatie. De frustratie over de uitzichtloosheid van dit onderwerp doet het nummer halfweg omslaan in een bijtende gitaarrocker. De vervormde gitaar vormt in Interlude 2 de perfecte overgang naar, het eveneens door gitaar gedomineerde, Tighter. Het stomende Just Like Us is de derde track van dit album waarin de rauwe elektrische gitaar zich laat gelden in combinatie met blazers en strijkers en de zang van Vera Jones.
Vanuit een lome jazzy opening in Humbled And Broken ontwikkelt zich een Zuid-Amerikaanse groove met een zeer catchy zanglijn. Het nummer zou niet misstaan op het “The Rhythm Of The Saints”-album van Paul Simon.
De overige tracks worden gekenmerkt door de al eerder genoemde ingetogen melancholie met een prachtige rol voor toetsen, gitaar, strijkers en blazers. In deze ingetogenheid komen de melodieën volledig tot bloei. De zang doet vaak aan de latere Joe Jackson denken, volledig ontdaan van het ‘angry young man’ timbre in zijn stem.
Tonochrome is geen symfo of progressive rock. Doordat de muziek zich echter dwars door allerlei hokjes beweegt zonder ook maar één grens in acht te nemen, durf ik het uitermate progressief te noemen en… ten zeerste aan te bevelen.