Lang geleden had ik nog nooit van post rock gehoord, om nog maar te zwijgen van de band Tortoise. Lang geleden luisterde ik enkel naar het Bingopaleis van Kees Baars om toch wat prog te kunnen beluisteren op de radio, waarbij collega (toen nog goeie vriend) Frans Schmidt me aanraadde om eens naar het (nu ter ziele gegane) internetradioprogramma ‘Dreams Wide Awake’ te luisteren: daar zou je andere prog horen dan bij Kees.
Aldus gebeurde, mijn persoon schakelde op zaterdagavond in op DWA en hoorde veel vreemde dingen bij elkaar, maar ook enkele nummers van een band genaamd Tortoise van een album genaamd “TNT”. Ongelooflijk boeiende muziek dacht ik nog toen: hier moest ik meer van zoeken! Toevallig lag enkele dagen later “Millions Now Living Will Never Die” van hetzelfde Tortoise in de plaatselijke bibliotheek van Kontich. Direct meegenomen en me later nooit meer beklaagd.
Wat mij toen al meteen opviel is dat Tortoise anders was dan wat ik gewoon was van de prog die ik toentertijd beluisterde. Absoluut nog niet bekend zijnde met de term post rock, was voor mij al meteen duidelijk geworden dat een band als Tortoise echt prog was. Vernieuwende, creatieve, verfrissende sound: dat was ik niet meer gewend van prog. Ik besloot dan ook meteen dat bands als Tortoise, in welk genre ze ook hoorden, tot de ware erfgenamen van de grote progressieve bands behoorde. Pas veel later ontdekte ik de term post rock dan ook echt. Doch grepen deze vijf multi-instrumentalisten me erg aan met hun zangloze muziek. Puur vakmanschap begreep ik.
De vraag die menig lezer zich ondertussen wel zal stellen, is waar Tortoise zich eigenlijk bevindt in het post rock-universum. Wel, volgens mij nemen ze een unieke plaats in. Tortoise doorstaat de vergelijkingstest met bands als Godspeed You! Black Emperor of Explosions In The Sky niet echt. Het lijkt geheel anders: Tortoise is veel meer minimalistisch, haalt meer invloed uit jazz (vooral “TNT” zal daar later een groot voorbeeld van zijn), zelfs ambient, wat spacerockachtigs. Kort samengevat: Tortoise is uniek, is geen kopie van de voornoemde bands.
Het album zelf start met het langste nummer, Djed. Nu is een album openen met het langste nummer vaak geen echt verstandige keuze. Het kan ertoe leiden dat de rest van het album nogal snel in de vergetelheid raakt. Denken we hierbij aan “Relayer” van Yes of aan “2112” van Rush, terwijl Genesis met “Foxtrot”aangeeft hoe het wel beter kan. Maar niets daarvan bij “Millions Now Living Will Never Die”. Want ondanks dat hier het langste nummer wel degelijk ook het hoogtepunt is, valt de rest hier absoluut niet in het niets bij. De kwaliteit van de vijf andere nummers blijft hoog genoeg om de aandacht vast te houden.
Tussendoor zou ik toch even een kleine anekdote willen weergeven bij het nummer Djed. Toen ik dit nummer namelijk voor het eerst beluisterde, was de cd alweer bijna in de vuilbak beland. Het is namelijk zo dat rond de veertiende minuut het lijkt alsof het nummer verspringt of blijft hangen. Enfin, het effect dat een kras op een cd kan hebben. Er zat dus niets anders op dan mijn reeds brandschone exemplaar te kuisen en hem opnieuw op te zetten. Het gevolg laat zich natuurlijk raden: exact hetzelfde gebeurde, weer leek het nummer te verspringen. Toen viel de (Belgische) Frank eindelijk: dit hoort bij de muziek!
Maar zoals al eerder gezegd: Djed is niet het enige nummer op dit album. Voor sommigen zullen de vijf nummers die er wel teveel aan kunnen zijn: wat zou er na zoveel perfectie nog moeten komen?. Het antwoord mag duidelijk zijn: deze vijf nummers. Zo is er The Taut And The Tame, een sterk nummer dat zwaar doorgaat op eenzelfde telkens herhalend thema, zodat een sterk hypnotisch effect wordt verkregen. Iets wat we ook al eerder bij een band als Magma tegengekomen zijn. Beide bands lijken natuurlijk niet echt op elkaar, maar toch halen ze allebei een groot deel inspiratie bij de jazz. Zo vreemd is het verband toch niet.
Een ander hoogtepunt is afsluiter Along The Banks Of The Rivers. Voor mij is dit het type nummer waarin je volledig kan verdrinken, waarin je volledig zal wegdromen wanneer je je ogen hebt gesloten. Geweldige zet om een album op deze manier af te sluiten. Alleen als de plaat gedaan is, moet je weer wakker worden uit die heerlijke dagdroom om tot je grote spijt te ontdekken dat je uit die wondere wereld die Tortoise geschept heeft, bent moeten stappen.
“Millions Now Living Will Never Die” zal in het grotere Tortoise-verhaal altijd wel gezien worden als de opmaat naar hun – door veel volgelingen als meesterwerk bestempeld – album “TNT” waarop ze hun geluid perfectioneerden. Maar het mag duidelijk zijn: voor mij is “Millions Now Living Will Never Die” minstens evenwaardig. Ondanks dat Djed voor een heel groot stuk de plaat draag, is Djed niet de plaat op zich: een hele prestatie lijkt me. Alles bij elkaar maakt “Millions Now Living Will Never Die” een heerlijke plaat om in te vertoeven. Tijd om dan toch maar weer mijn ogen te openen en andere muziek op te zetten.
Peter Van Haerenborgh