Touchstone is zo’n band die langs je heen glijdt zonder dat je het merkt. Althans, zo ging het tot op heden bij mij en ik heb het idee dat het voor veel andere progliefhebbers ook geldt. Wie weet is die gedachte subjectief, zo ja, vergeef mij.
Op zich is het wel opmerkelijk dat ik deze band gemist heb omdat ik regelmatig in vakbladen en internetmedia lees dat deze band veel kwaliteit in huis heeft. Hoe dan ook, tot onlangs had ik nooit een heel album van de Britse band gehoord. Geheel ten onrechte dus. Inmiddels heb ik dat dubbel en dwars ingehaald door ook de andere albums te beluisteren.
Ik had het kunnen weten, want collega Govert Krul heeft in het verleden al verscheidene positieve woorden in zijn recensies van “Wintercoast”, “Mad Hatters” en “Discordant Dreams” geschreven. Sterker; zijn schrijfsels suggereren dat hij een grote fan is van deze band. Ik kan hem eigenlijk volgen in zijn enthousiasme, want ook dit album zal weinig negatief commentaar van Progwereld krijgen. U zult begrijpen dat ik even een inhaalrace ingezet heb met Touchestone. In mijn ontdekkingstocht naar de band kwam ik nog een paar opmerkelijke feitjes over de band tegen, waaronder een optreden op het High Voltage Festival in Londen 2010 naast artiesten als Marillion, Translatlantic, Spocks Beard en Pendragon. Ook was er een optreden tijdens het ROSfest van 2009. Niet de minste festivals wat mij betreft, dus de band heeft wel degelijk wat in huis.
In de line-up van de band is sinds het live album “Live In The USA” het drummerstoeltje ingeruild, voor nu heeft Henry Rodgers zijn billen er op geplaatst. Ondertussen heeft de band er al vier drummers doorheen gejaagd, dus heel vreemd is die wisseling ook weer niet. Hooguit weer even wennen. Verder is het geluid van Touchstone met dit album wat mij betreft iets toegankelijker geworden, in hoeverre ze dit met de vorige albums nog niet waren. Nog steeds hebben de composities een hoog niveau en is het geluid nog steeds dynamisch en melodieus met een stevig randje, die hoofdzakelijk door de stevige riffs van Adam Hodgson in stand worden gehouden. Maar laat ik ook absoluut niet de toetsen vergeten, want die vervullen een belangrijke rol in het geluid van Touchstone. Het is duidelijk dat bandleider en toetsenist Rob Cottingham aan de basis van de muziek staat, want regelmatig krijgt hij de vrijheid om wervelende solo’s uit zijn mouw te schudden, die erg attractief en uiteenlopend klinken. In de combinatie van de gitaar van Hodgson met de toetsen van Cottingham hoor ik zelfs nog vergelijkingen met een band als Pendragon van de jaren negentig. Vooral het gitaargeluid van Hodgson en de mooie basklanken van Paul (Moo) Moorghen maken die vergelijking meerdere malen gerechtvaardigd. Luister bijvoorbeeld eens naar het instrumentale stuk van Horizons. En zo zijn er nog wel meer momenten op het album te noemen. Desondanks is de vergelijking met The Reasoning nog steeds op zijn plek en zorgt de duozang tussen Rob Cottingham en Kim Saviour er voor dat het vocale gedeelte vaak veel overeenkomsten heeft met het onlangs opgeheven Pure Reason Revolution.
Eigenlijk is alles wat dit album biedt van hoog niveau, maar ik wil toch met name de tien minuten durende epic en titelnummer The City Sleeps noemen. Met een beetje “Nightwish achtige” aanpak weet de band mijn aandacht dan ook onverminderd vast te houden. De band refereert in dit nummer naar het voorgaande album “Wintercoast”. Lekker gevarieerd, lekker proggy, maar op sommige momenten ook bijzonder stevig en met een wereldse solo van John Mitchell, zo’n beetje de peetvader van deze band. Hoewel Sleeping Giants bij de eerste luisterbeurt verschrikkelijk cheesy en kitscherig klinkt, ontwikkelt het zich later in een mooie ballad die bij elke luistersessie aangenamer wordt. Vakkundig wisselt de band het softe karakter van het voorgaande nummer weer af met venijnig en scheurend gitaarspel en technisch toetsenspel in Good Boy Psycho. De band verwerkte in de vorige albums altijd een teaser voor het opvolgende album en dat is op dit album ook van toepassing. Zo is When Shadows Fall een vervolg op de track Shadows van het eerste album “Discordant Dreams”. Wederom speelt het meisje een hoofdrol in het nummer, echter nu twintig jaar later.
Ik acht mijzelf niet zo heel erg vreemd in het progcircuit en daaruit kan ik concluderen dat deze band nog steeds niet tussen de grote namen staat. Op de buhne dus al wel, maar in de naamsbekendheid nog alleszins. Helemaal aan de top durf ik ze ook niet te zetten, maar wat mij betreft mag de band wel iets meer bekendheid krijgen. Het stapje naar de top is niet heel groot, alleen nog een authentiek stukje eigen identiteit en het gaat helemaal goed komen. Deze cd is wat mij betreft een top 10 kandidaat voor het lijstje van 2011.
Ruard Veltmaat