“Precious Seconds” is de tweede langspeler van Tr3nity, een Britse symfogroep van de oude stempel. Hoewel de website melding maakt van de overdonderende invloed van Pink Floyd en Genesis, hoor ik eerder de wat ‘bravere’ bandjes als Barclay James Harvest, Camel en Jadis in deze muziek terug.
Dat hoeft geen veroordeling te zijn en zo is het ook niet bedoeld: Tr3nity viel ook met de eerste cd “The Cold Light Of Darkness” al op door de prettig in het gehoor liggende composities, het fraaie gitaargeluid van Rob Davenport en de professionaliteit van de muzikanten. Geen hoogvlieger, maar toch een erg fraaie plaat.Datzelfde geldt eigenlijk voor de opvolger, met dien verstande dat meer van hetzelfde bij dit soort muziek eigenlijk wat armoedig is. De plaat opent bijna exact hetzelfde als “The Cold Light Of Darkness”, met sferische synthesizerklanken en een sologitaar. Livin’ A Lie is een mooi voorbeeld van de manier waarop alle stukken op de plaat zijn opgebouwd: een redelijk simpel liedje dat geen vier minuten hoeft te duren wordt opgetuigd tot een epos van meer dan tien. De overige minuten bestaan uit instrumentaal voortborduren op het belangrijkste thema, uit gitaarsolo’s en ambiente passages. Pas na zeven minuten zet zanger Chris Campbell het eigenlijke liedje in. Hij heeft een lekkere stem, die mij doet denken aan een kruising tussen Dennis DeYoung van Styx en Michael Sadler van Saga. Toch is hij de zwakste schakel van deze plaat, omdat hij vaker en naarder vals zingt dan zelfs de welwillendste luisteraar door de vingers zal willen zien. Het nummer eindigt uiteindelijk nog majestueus, dankzij het samenspel van toetsenist Paul Gath en gitarist Davenport.
Ook Run Before You Walk is eigenlijk een simpel liedje, wat eentonig in de voortdurende herhaling van coupletjes, maar na een paar draaibeurten begin je eraan gehecht te raken. Het wordt ook lekker stevig door de overstuurde gitaar en de krachtige partijen van drummer Rolf Smith. Na nog geen drie minuten hebben we het liedje wel gehad en kan de echte muziek beginnen: wat filmische pop die in een minuut of drie opbouwt tot stuwende rock. Het duurt allemaal wel wat lang, echt nodig zijn die elf-en-een-halve minuut niet, maar zolang ze zo lekker klinken als in dit nummer heb ik geen bezwaar. Na een minuut of negen lijkt het nummer wel zo’n beetje afgelopen te zijn, maar juist dan volgt er nog een stukje rock dat absoluut de beste muziek van de plaat vormt, wervelend orgelspel en mooie gitaarsolo’s op een hoog tempo. Daar hadden de heren wel eerder mee mogen beginnen.
From Afar is een lief, grotendeels akoestisch stuk dat in een musical niet had misstaan. Het is totaal niet van deze tijd, maar desondanks wel een sterk stuk in de traditie van Caravan. Zelfs de tenenkrommende missers van Campbell kunnen daar niets aan verprutsen. More Than I Deserve is ook een musicalliedje, maar dan nog wat meutiger. Ook hier maakt het eigenlijke liedje na drie minuten plaats voor een fraai, maar wat saai instrumenteel deel waarin het thema steeds steviger wordt.
The Last Great Climb is met z’n twintig minuten natuurlijk het prijsnummer van de plaat, het is zonder meer het beste stuk. De band doet hoorbaar moeite om de afwisseling erin te houden en sommige van de beste passages van de plaat, wat steviger en ingewikkelder dan de meeste muziek op “Precious Seconds” zitten in dit nummer. Aan de andere kant zijn de zanglijnen nogal saai en dat ene stukje dat wél aan Genesis doet denken, lijkt er meteen wel heel erg op. Het einde is weer mooi pompeus, zoals dat bij een echt epos hoort.Conclusie: Een lekkere plaat voor de zondagmorgen, als de muziek niet te opdringerig moet zijn, maar als je er geconcentreerd naar gaat zitten luisteren blijkt het toch wat mager te zijn, veel herhalingen en flauwe ideeën. “Precious Seconds” is zeker niet slecht en bevat veel muziek die langzaam groeit, maar het is ook geen baanbrekend werk.
Erik Groeneweg