Oké, even vingers opsteken: wie had er gedacht dat er ooit nog een Transatlantic cd zou uitkomen? Bijna niemand, dat dacht ik al. En wie had er gehoopt dat er ooit nog een Transatlantic album zou verschijnen? Zoveel toch nog? Nou ja, jongens, doe je vingers maar naar beneden, jullie droom is uitgekomen.
Toen ik “The Whirlwind” voor het eerst draaide was ik niet in een goede bui. In een stemming die wisselt tussen hoopvolle verwachting en bange vermoedens schoof ik het schijfje voor de eerste keer in mijn cd-speler. De buitengewoon ronkende tekst op de bijsluiter deed me het ergste vermoeden. Je mag best trots zijn op je nieuwe plaatje, maar ‘een duizelingwekkend stukje brille’, de “Oorlog en Vrede” van de progmuziek, zoals Neal het noemt, ’the epic of all epics’, mag het een béétje minder? En wie heeft er al eens een conceptplaat gemaakt van 77 minuten? Neal vraagt het in alle bescheidenheid, al vergeet hij even een onbeduidend dingetje als “The Wall” of, met wat smokkelen, “Operation Mindcrime 1 & 2”.
Vanaf de eerste tonen is duidelijk hoe deze muziek gaat verlopen. Sterker nog, als je de eerste twee minuten hebt gehoord, kun je zelf het laatste liedje al bijna schrijven, zo overduidelijk ligt het thema er duimendik bovenop. Verbeeld ik het me, of klinkt de band zelfs een beetje vermoeid in die eerste minuten? Och heden, daar gaan we weer! Nou ja, dat gevoel. Binnen één liedje is al duidelijk dat dit plaatje geen verrassingen gaat bevatten, dat je deze plaat eigenlijk al hebt.
Nee, die eerste beluistering was geen vrolijke gebeurtenis. Daar kwam bij dat ik een promo-exemplaar heb waar om de paar minuten doorheen gebabbeld wordt, dat de eerste zanger niet Neal is maar Roine (die toch echt steeds meer als een typetje van een oud album van Klaatu begint te klinken) en dat het laatste kwartier van “The Whirlwind” een gedragen psalm is van het type ‘Ik wil die handjes zien!’
“The Whirlwind” is een diep Christelijke verhandeling over het leven als wervelwind en over de vrede die in het centrum van die storm te vinden is. Drie keer raden welke timmermanszoon zich in dat centrum ophoudt. Dat is nog geen diskwalificatie, je verwacht het van alle platen onder Neal’s eigen naam ook. Maar om daar nou ook Transatlantic al voor te gebruiken? Heiligschennis, maar dan andersom! Mopperdemopper, die eikel van een Neal met z’n grote hoofd, grumphf!
En toen moest ik met de auto naar een vriend en bleek de A2 afgesloten en was ik gedwongen bijna tweeënhalf uur door het zonnige herfstlandschap van Gelderland en Brabant te rijden met maar één cd in de autoradio. Daardoor was ik in staat “The Whirlwind” twee keer achter elkaar te beluisteren en hoorde ik weer waarom Neal Morse zo’n held van me is.
Natuurlijk is dit briljante muziek, natuurlijk is er niets, helemaal niets, dat hier ook maar aan kan tippen. Ik heb het al eerder geschreven: dit is het kruis dat Neal Morse moet dragen. Zijn eerste albums waren zo goed dat alles erbij verbleekt, inclusief zijn eigen werk. “The Whirlwind” is Gentle Giant, Pink Floyd, The Beatles, Genesis en Return To Forever in één en als “SMPTe” en “Bridge Across Forever” en “Snow” en “One” niet hadden bestaan was het een meesterwerk geweest. Inderdaad een epische plaat met een overdonderende rijkdom aan stijlen, van Led Zeppelin rock tot circusmuziek, met name door Mike Portnoy en Neal zelf ontzettend goed gespeeld. Wat een alles overtreffende, grootse muziek!
Alleen – en daarmee ben ik terug bij af – bevat “The Whirlwind” geen enkele oorspronkelijke noot, geen enkel stukje muziek dat niet op zijn minst voorspelbaar is. Zeker nu bijna alles door Neal geschreven is, klinkt alles ook zo, en kun je dus daadwerkelijk voorspellen hoe de thema’s uitgewerkt zullen gaan worden (dat is wat je Neal in feite zou kunnen verwijten: hij herhaalt zichzelf al zo’n jaar of tien). Daarbij is het laatste kwartier eigenlijk echt niet goed, een onophoudelijk doordrammende, slepend gezongen en gespeelde herhaling van die intussen wat uitgeblust klinkende blijdschap over de zegeningen van het geloof. Elke slechte schoolmusical besluit met een eeuwigdurend slotnummer over licht aan het einde van de tunnel en met dat laatste kwartier brengt Neal “The Whirlwind” dus omlaag naar dat niveau.
Goed, nog één rondje vingers. Wie vindt dit een mooie plaat? Ja, ik doe mee, hoor. En voor wie had “The Whirlwind” desondanks eigenlijk niet gehoeven? Goh, ben ik de enige?
“The Whirlwind” is uiteraard ook verkrijgbaar als dubbelalbum met bonusliedjes en als special edition met een The Making Of dvd (en Disney overweegt een Whirlwind themapark in de Flevopolder).
Erik Groeneweg