Metal en het macabere horen bij elkaar. Het is haast een cliché. Toch zijn er weinig bands die hun platen in aanstekelijke halloweenklanken hullen.
De muziek op dit album is haast een soort muzikaal spookhuis. Echt dreigend wordt het niet, maar nochtans springt er zo af en toe iets verrassend uit de donkere hoeken van de kamer, waardoor je je hartstochtelijk aan de melodielijnen vastklampt.
Deze plaat bevat met andere woorden hyperactieve metal met een theatrale inslag. Het doet qua stijl denken aan The Diablo Swing Orchestra, maar in de meer hermetische uitspattingen blijkt dat Mr. Bungle ook van invloed is. Danceklanken geven vervolgens een modernere draai aan menig arrangement. Hierdoor komt ook een band als BABYMETAL als spookbeeld naar boven. We worden gelukkig al snel opgeschrikt door allerhande virtuoze gitaarlijnen. Dit blijft immers een echte progmetalplaat. Opvallend genoeg worden de nummers wel kort gehouden, hetgeen het album een priegelig karakter geeft. Enkele kleine miniatuurtjes onderbreken de goed gevulde composities nog, maar door het theater willen deze onderbrekingen maar niet verfrissend worden. Tussen de drukte wordt desalniettemin dikwijls kippenvel opgewekt (of zijn de horrorklanken daar toch schuldig aan?). De spanningsbogen steken dan ook goed in elkaar.
Zo bevat Dia Del Chupacabra een zwierig salsaritme dat sporadisch wordt onderbroken door een Frank Zappiaanse xylofoondeun. De zang klinkt bezeten. Een eenzame orgelklank bereidt ons voor een extatische conclusie, opgebouwd rond een hyperactieve toetslijn. Best spannend! Viva Loa Vegas start met sfeervol tribaal drumspel. Het klinkt haast als een oorlogsdans. De beklemmende akoestische gitaarpartij is aangenaam, maar de dubstepwending had voor mij niet zo nodig gehoeven. Het is weliswaar een onverwachte ontwikkeling die ook niet haaks staat op de rest van de compositie, maar toch klinkt het wat al te geconstrueerd. Afsluiter Swamp Rocket begint welhaast ironisch met een geluidsfragment van John F. Kennedy. Inderdaad kiezen we voor deze muziek precies omdat het lastig is, hetgeen onderstreept wordt door de hoekige zwalkmelodie. De huppelende gitaartonen richting het einde vormen daarenboven het tofste moment van de plaat. De draaiende toetsen die de compositie afsluiten zijn eveneens aangenaam.
We treffen hier dus talrijke overtuigende passages aan. Ondanks het hectische karakter is de muziek pakkend, hetgeen de zwalkende spanningsbogen relatief inzichtelijk maakt. Desalniettemin heeft het hectische karakter ook zo zijn nadelen. De vele korte composities vol met wendingen laten me snakken naar een ijkpunt. Er zijn echter slechts enkele rustmomenten. De muziek is hierdoor vermoeiend. Daarnaast is niet elke verhandeling even organisch, waardoor de klanken soms wat geforceerd en cerebraal overkomen. Heel storend is het allemaal niet, maar hierdoor leent deze plaat zich niet voor verscheidene luisterbeurten.
‘Obzkure Anekdotez For Maniakal Massez’ is kortom voornamelijk een extravagant album waar een luisteraar zin in moet hebben. De band laat echter weinig steken vallen en de uitspattingen staan steeds in dienst van de composities. Hierdoor is er bij spaarzaam gebruik veel plezier te halen uit deze kermismetal. De plaat is daarom het aanraden wel waard!