Het waren de formaties Collage en Quidam die halverwege de jaren negentig, met resp. hun “Moonshine” en hun spetterend debuutalbum plus een aantal geweldige concerten, het land Polen in één klap op de symfokaart zetten. Nu, jaren later, heeft met name die laatste band er een serieuze concurrent bij. Want vanuit het niets is daar dan opeens Turquoise.
Het is natuurlijk heel makkelijk om de bands nu met elkaar te gaan vergelijken, maar ik ontkom er niet aan. Deze bands hebben namelijk nogal wat gemeen behalve alleen de taal. Leg het prachtige artwork van Turquoise maar eens naast het Quidam debuutalbum en je weet genoeg. Het is niet door dezelfde persoon ontworpen, maar het is wel duidelijk dat de maker het hoesje van Quidamn als voorbeeld heeft genomen. Verder lijkt de stem van Katarzyna Jajko behoorlijk op die van Quidamnzangeres Emilia Derkowska. Ook muzikaal gezien hoor ik overeenkomsten. De muziek van Turquoise is net zo dynamisch, sprankelend en vindingrijk en ook de sferische opbouw hebben beide bands gemeen. De muziek van Turquoise is daarentegen emotioneler en wat rustiger. Men maakt meer gebruik van akoestische gitaren en percussie en heeft geen fluit in hun muziek zitten.
Znak opent het album. Het kenmerkt zich door kalme zang, een akoestische gitaar en tokkelend toetsenspel, dit alles ondersteunt door een lekker basloopje. Als de elektrische gitaar een slepende solo inzet, krijgt het nummer een meer opzwepend karakter. De solo doet me ook weer erg aan Quidam denken. De heldere hoge zang van Jajko doet me helemaal wegdromen en voor ik er erg in heb, is het vrij korte nummer alweer afgelopen. Tesknota is van hetzelfde laken een pak. Een midtempo song met veel akoestische gitaar en een prachtmelodie. En ook hier weer van die slepende gitaarsolo’s.
Dajemma is, op wat woordloze zang in het begin na, geheel instrumentaal. Door de Spaanse gitaar en het bezwerende sitar-achtige geluid doet het in het begin wat oosters aan. Na verloop van tijd is het weer de elektrische gitaar die met waanzinnig spel het roer overneemt. Samen met het stevige Hammond-achtige toetsenspel geeft het dit nummer een flinke dosis pit. Ook drummer Marcin Zwonarz mag zich helemaal laten gaan, opvallend is dat hij daarbij veel gebruik maakt van de kleinere trommels op zijn kit. Ook Utrenja is instrumentaal. Hier zijn het enkel en alleen akoestische gitaren die hun melodieën perfect door elkaar heen weven tot één prachtig geheel.
Dat deze band ook geen moeite heeft met het steverige werk bewijst men in A Ja / A Ty. Ook hier wordt alles weer langzaamaan opgebouwd. Zacht zwevend toetsenspel en de akoestische gitaar doen nog niets vermoeden. Katarzyna Jajko zingt me met prachtige maar onverstaanbare woorden toe. Na een bombastisch toetsenstuk zetten de drums meer aan en speelt gitarist Alexander Zelazny heuse riffs. Dan is daar ook eindelijk de eerste toetsensolo en die is niet mis. Na een korte break vliegt het tempo omhoog, vingervlug zwevend toetsenspel zet het spel in de vijfde versnelling, de drums en basgitaar kunnen hem maar amper bijhouden en op het moment dat mijn hele lichaam naar adem snakt stopt het nummer. Een briljant muziekstuk.
Ik ben er van overtuigd dat heel veel mensen de muziek van Turqouise zullen waarderen. Met name de mensen die, net als ik, het Quidam debuutalbum als één van de betere albums in hun collectie beschouwen, zouden dit schijfje “blind” kunnen aanschaffen. Laat je niet weerhouden door het feit dat de zang in het Pools is, want dat is echt een meerwaarde voor het album. Ik nodig iedereen uit om van deze muziek te proeven. Geloof mij maar, het smaakt naar meer.
Maarten Goossensen