Bij de bandnaam Twenty Four Hours denk je niet direct aan Italiaanse progressieve rock. Maar dat is toch wat het is. “Ladybirds” is het zevende officiële album van dit gezelschap, waar drie leden van de familie Lippe de dienst uitmaken. Ze proberen al vanaf het uitbrengen van hun eerste demo in 1986 aan de weg te timmeren. De broers Marco en Paolo Lippe en gitarist Antonio Paparelli maken er al vanaf het begin deel uit.
Nieuw is de toevoeging van een saxofonist en voor het eerst zingt de band ook twee nummers in zijn moerstaal. De thematiek is zoals altijd bij Twenty Four Hours sociaal, introspectief en veelzijdig en ze bezingen liefde, voortdurende oorlog en discriminatie van immigranten. Ze brengen een autobiografische terugblik op het eigen artistieke werk gedurende 34 jaar in Una Perla Viva Nascolta Tutta La Vita. Dit betekent zoveel als: een parel blijft levenslang verborgen.
Om maar met deze deur in huis te vallen, dit nummer laat een oudere, wat broze mannenstem (Marco Lippe) horen, begeleid door de piano. Gaandeweg sluiten ook andere instrumenten aan, heel subtiel. De parel blijft verborgen. Het nummer ademt weemoed en verlangen uit. Incantesimo K-44 past in hetzelfde stramien. Vaag zijn wat Genesis-invloeden hoorbaar. Ook een simpel, fris klinkend melodietje kent Ghost Pension, maar dat is in het Engels gezongen en jaren 80 synthpop voert de boventoon. De derde Lippe, Elena, verzorgt hier de achtergrondzang.
We hebben dan al een nummer met schurende gitaren achter de rug. In Crevasses And Puddles is de zang, in behoorlijk Engels, emotioneel en gaat soms richting schreeuwen, soms is het een veredelde praatzang. Trommels en percussie zorgen voor een beetje lucht. Van een potje psychedelica is het gezelschap ook niet vies. Een voorbeeld hiervan is Caroline, dat een zwevende start kent. Stemmen gaan door elkaar en als Ruggero Condò op saxofoon mee gaat blazen lijkt Zappa niet ver weg in een kakofonie van geluid. Vervormde geluiden bij de vleet in Why Shoud I Care For Strangers! Het zweven krijgt hier nog een andere, aangename dimensie. De Mellotron, toch al nadrukkelijk aanwezig op deze plaat, zoemt er lustig op los. De combinatie met de gitaar van Paparelli en de saxofoon levert een zalig stuk muziek op, waarbij je inderdaad even los kan komen van de aarde. De toetsen zijn toch nooit ver weg, het blijft tenslotte een Italiaanse band. Soleert Paparelli er lustig op los, het toetsenspel blijft zich vooral voegen naar het nummer, vaak subtiel, maar altijd, en goed, aanwezig.
Het lijkt wel commedia dell’arte in Eterno Crembo Che Donna, zo kakelen ze weer door elkaar heen. Gitaarsolo’s doen hen tot de orde roepen.
Hypocrite And Slacker God vormt het slotakkoord. Francesco D’Orazio haalt een Guarneri uit 1711 (!) uit het koffertje en maakt er met zijn zwierig gestrijk een luchtig en best wel vrolijk geheel van. In de verte klinkt Caravan door.
De muziek van Twenty Four Hours laat zich niet makkelijk in een paar woorden omschrijven, hiervoor staat het iets te bol van de contrasten. Van mooi, klein en intiem tot, dwars, schurend, zwevend en chaotisch. Ik vind zeker niet alles mooi, maar de muziek is wel intrigerend en maakt dat ik wil blijven luisteren, op zoek naar nóg een verborgen pareltje. De titel “Ladybirds” is er overigens ook eentje. Het is een verwijzing naar het woord ladybugs (lieveheersbeestjes), die dan weer verstopt zijn in de graphics in het cd-doosje. En zo heeft ook dit Italiaans gezelschap het weer voor elkaar, ik hang gewoon zomaar uren aan hun lippe…