U.K.

28 februari 2015, De Boerderij, Zoetermeer

Locatie
Cultuurpodium De Boerderij Zoetermeer

 

http://cultuurpodiumboerderij.nl/
Virgil Donati: drums
Eddie Jobson: toetsen, viool
Alex Machacek: gitaar
John Wetton: basgitaar, zang
Thirty Years
Nevermore
Carrying No Cross
Alaska

Time to Kill
Viool/Toetsensolo
Rendezvous 6:02
Drumsolo
In The Dead Of Night
By The Light Of Day
Presto Vivace And Reprise
Forever Until Sunday

Toegiften:
Caesar's Palace Blues
The Only Thing She Needs
Carrying No Cross (reprise)

Verslag Wouter Brunner

Drie jaar geleden stonden ze er ineens: de legendarische supergroep U.K. in een (uiteraard) uitverkochte Boerderij. Helaas zonder drummer Bill Bruford of gitarist Allan Holdsworth, maar dat mocht de pret niet drukken. Aan de wens om nieuw werk werd echter geen gehoor gegeven en na een klein aantal optredens in de tussenliggende jaren blijkt het anno 2015 alweer tijd voor een afscheidstournee, waarbij ook De Boerderij weer werd aangedaan.

In drie jaar tijd kan van alles veranderen, maar gelukkig waren er ook enkele constanten. Zo was de uitverkochte Boerderij weer te vol en vooral veel te warm. Het geluid was dit keer wel beter afgesteld, al stond de basgitaar nog steeds vrij hard. Veranderingen waren er in de bezetting en in de setlist. Gary Husband is inmiddels vervangen door Virgil Donati, onder andere bekend van zijn samenwerking met Allan Holdsworth, en de setlist was, ondank het uitblijven van nieuw werk, volledig overhoop gehaald, zowel in volgorde als in samenstelling.

Drie jaar geleden bevatte de setlist nog Danger Money van U.K.’s gelijknamige tweede album, en een tweetal King Crimson-nummers, Book Of Saturday en het weergaloze Starless. Er zullen ongetwijfeld goede redenen aan het schrappen van deze nummers ten grondslag gelegen hebben, maar jammer blijft het wel. Vooral omdat er niet veel voor in de plaats kwam: een korte reprise van Carrying No Cross aan het einde van het concert, een cover van Bill Bruford’s Forever Until Sunday en een drumsolo van Virgil Donati.

Opener Thirty Years zorgde wel even voor gefronste trommelvliezen, want de pogingen van John Wetton om de hoge noten te halen waren niet geheel geslaagd. Gelukkig bleek zijn stem in de lagere regionen de hele avond prima. Na een prima uitvoering van Nevermore, volgt het hoogtepunt van de avond. Carrying No Cross bevat een glansrol voor John Wetton’s vette baslijnen, Jobson’s loeizware bastonen en voor Donati’s stuwende drumspel. Ik heb me er altijd over verbaasd dat dit nummer met een driemansbezetting op plaat is gezet, maar tijdens de uitvoering wordt de van het podium gelopen gitarist Alex Machacek inderdaad niet gemist.

Tijdens Alaska neemt Eddie Jobson dan eindelijk voor het eerst zijn viool ter hand voor een flitsende solo, waarvan er meer zouden volgen. Zijn solonummer Inner Secrets, waarvan we vanaf nu weten dat het in Polen een hit werd als The Ping Pong Song, vormt de intro voor een volgende solo, waarbij hij zichzelf begeleidt met toetsenmelodieën. Als proeve van Jobson’s vioolkunsten is het een uitstekend intermezzo, maar de vergelijking met full band U.K.-werk kan het niet doorstaan. Rendezvous 6:02, de vorige keer nog gespeeld in een uitgeklede pianoversie maar nu in volle glorie hersteld, brengt het concert gelukkig (tijdelijk) weer op gang maar wordt helaas gevolgd door Donati’s drumsolo. Nu ben ik al absoluut geen fan van drumsolo’s, zeker niet als ze zoals gisteren ongeveer drie kwartier lijken te duren (volgens de klok: zes minuten), dus toen de eerste maten van In The Dead Of Night werden geslagen, voelde dat als een opluchting.

In The Dead Of Night brengt weer wat leven in de brouwerij en Machacek mag tijdens een aantal vingervlugge passages in Presto Vivace And Reprise tonen dat hij Holdsworth’s gitaarstijl feilloos beheerst. Bruford’s Forever Until Sunday was oorspronkelijk bedoeld voor “Danger Money’ en ook live al meerdere keren gespeeld, maar na het vertrek van Bruford is dit op diens soloalbum “One Of A Kind” beland. De keuze van Jobson om het nummer zonder Bruford toch op te voeren (niet voor het eerst overigens) bleek overigens goed verdedigbaar, het nummer ligt in de lijn van U.K.’s debuutplaat en bood precies dat stukje meerwaarde dat het concert nodig had.

Tijdens de toegiften was er dan eindelijk sprake van een stukje publieksparticipatie door het luid meezingen tijdens Caesar’s Palace Blues, waarna met The Only Thing She Needs het concert naar een einde gebracht leek te worden. Om wederom niet geheel duidelijke redenen werd echter nog een korte reprise van Carrying No Cross gegeven, waarna het doek definitief viel voor U.K.

Totdat Eddie Jobson besluit dat het tijd is voor een comeback tour zullen we het met de herinnering aan dit concert moeten doen. Een concert dat uiteraard voorspelbaarder was dan de vorige en dat helaas een wat mindere setlist had, maar dat me toch vooral bij zal blijven als een tweede blijk van het sublieme muzikantschap van de heren Wetton en Jobson. De muziek van U.K. heeft voorlopig een laatste maal het podium gekregen die het verdient.

Opmerking: onze fotograaf stond al in de startblokken maar vanwege een door Jobson afgekondigd fotografieverbod blijft het bij deze dorre tekst.

http://www.ukreunion.com/

Send this to a friend