Waar de bezuinigen op kunst en cultuur in Nederland de laatste jaren voor behoorlijk wat discussie zorgden, hebben ze het in Noorwegen blijkbaar wat makkelijker. Het Tromso Cultuurhuis had blijkbaar nog een potje geld over, en vroeg aan Ulver of ze in samenwerking met het Tromso kamerorkest een album wilden opnemen. Zo gezegd, zo gedaan. Van het resultaat, “Messe I.X-VI.X”, mag iedere Ulver-fan blij worden.
De dagen van melancholische black metal liggen al ver achter de band. De eigenzinnigheid die de muziek toen al had is wel gebleven. Soms vonden er flinke muzikale verschuivingen plaats, soms werd er uitgebouwd, maar een ding is zeker: Ulver is nog nooit betrapt op middelmatigheid. De keuze voor een meer electronisch geluid betaalde zich vooral uit toen Daniel Sullivan (onder andere Mothlite) deel uit ging maken van de band. De band klonk ineens warmer en geraffineerder, terwijl de rare melodieën en onconventionele overgangen gewaardborgd bleven. Sullivan maakt geen deel uit van de bezetting voor “Messe I.X-VI.X” maar zijn invloed is nog duidelijk merkbaar.
Het eerste wat opvalt aan het openingsnummer As Syrians Pour In, Lebanon Grapples With Ghosts Of A Bloody Past is hoe goed het orkest aansluit op de muziek van de band. Veel bands die de kans krijgen om samen te werken met een orkest, verzanden in pompeuze barok of Wagneriaans gestamp, maar bij Ulver hadden we daarvoor natuurlijk niet echt te vrezen. Het tweede wat opvalt is de titel, die zowel actueel is als erg doet denken aan Godspeed You! Black Emperor en Set Fire To Flames. Ook de muziek neigt soms naar de voorgenoemde bands, zeker gezien het sombere karakter van deze cd. Ulver geeft zelf aan dat op “Messe I.X-VI.X” echo’s te horen zijn van onder andere de ep “Silence Teaches You How To Sing”. Dat, in combinatie met het eerder genoemde warmere, vollere geluid van het recentere “The Wars Of The Roses” is uiteindelijk de perfecte beschrijving van dit album.
Bij vlagen klinkt Ulver ook groots, zoals bij Glamour Box, een nummer dat gekenmerkt wordt door een sterke opbouw. Nou wordt Ulver wel vaker beschreven als filmmuziek, maar dit nummer zou zeker niet misstaan op de soundtrack van een film van Aronofsky. Dat gevoel houdt ook nog even aan bij het daaropvolgende nummer Son Of Man. Met Mother Of Mercy wordt er in gepaste sombere stijl afgesloten.
De enige kanttekening die ik kan plaatsen, is dat het allemaal wel erg snel voorbij is. Aan de andere kant, de zes nummers zijn aan de lange kant, en het luisteren vraagt ook zoveel aandacht dat een langer album misschien teveel van het goede zou zijn. Rest de conclusie: “Messe I.X-VI.X” is een prachtige toevoeging aan de almaar uitdijende discografie van Ulver. Hopelijk blijven de bezuinigingen in Noorwegen nog even uit.