Eigengereid. Niet een woord dat ik vaak gebruik, maar voor het Noorse Ulver gaat het helemaal op. Synoniemen voor dit woord zijn: niet meegaand, eigenwijs, waanwijs en niet plooibaar en ook die termen gaan op voor dit gezelschap. Werkelijk geen één album klinkt het zelfde en steeds weer probeert de band zichzelf opnieuw uit te vinden. Dat maakt Ulver tot een progressieve band pur sang.
Een jaar geleden kwam de band met het geweldige, bijna volledige instrumentale “Atgclvlsscap” op de proppen. Het was grotendeels uit improvisatie voortgekomen. Nu een jaar later is daar “The Assasination Of Julius Caesar” (TAOJC) en deze bestempeld de band zelf als hun “popplaat”. Maar verwacht uiteraard geen straight forward popplaat. Deze schijf bezweert, beklijft, zindert, intrigeert en nestelt zich onder je huid.
Al met al hoor ik een zeer boeiende smeltkroes van Depeche Mode, Pure Reason Revolution, Tears For Fears, Talk Talk en een vleugje Anathema. Er is een grote rol voor elektronica weggelegd, de zware drumbeats beuken hun weg door je speakers en dat geeft het geheel dat bezwerende karakter. Neem alleen al het fantastische Nemoralia dat meteen de toon zet, het nummer trekt je mee en laat je niet meer los. De zware drums en de heftige teksten contrasteren met het bijna liefelijke refreintje dat zich meteen in je hoofd nestelt en daar voorlopig niet meer uit weggaat.
Tekstueel legt de band verbanden naar het feit dat de geschiedenis zich herhaalt. De teksten alleen al zijn een zoektocht op Wikipedia waard. In het eerder genoemde Nemoralia gaat de band van Keizer Nero – die na een verwoestende brand in het oude Rome de schuld hiervan bij de Christenen legt. Hij neemt grote groepen gevangen, graaft ze in in zijn tuin en steekt ze als levende fakkels in brand bij zijn tuinfeesten – naar de moordpoging op Paus Johannes Paulus de 2e van 1981 en naar de dood van Prinses Diana.
Rolling Stone lijkt in eerste instantie een stuwende popsong met vette elektronische invloeden, maar ontpopt zich naar verloop van tijd tot een tegendraads en intens geheel waar je even echt even van moet bijkomen. So Falls The World komt behoorlijk filmisch over met prachtige orkestraties en wederom een melodie om van te watertanden. Tegen het einde transformeert het geheel in een soort van dancetrack die je helemaal mee weet te voeren. Grote held van dit album is zanger Kristoffer Rygg. Op het vorige album had hij bijna niets te doen met zijn stem, maar op “TAOJC” is zijn invloed immens. Zijn warme stem die je bij vlagen in trance weet te brengen is hier subliem.
Het is echt wel even geleden dat ik zo verrast maar ook ondersteboven was van een album, maar dit zilverwerkje is ronduit verslavend. Het beste van prog, pop, new wave, de 80’s en elektronica komen hier op indrukwekkende wijze samen.