Weet u, misschien ben ik wel overdreven gevoelig als er Nederlandse bands gerecenseerd moeten worden. Ik word of lyrisch enthousiast of ik ben zwaar teleurgesteld. Het komt niet vaak voor dat ik kies voor een tussenweg. Dat betekent eigenlijk dat een Nederlandse band ongekend goed is, of volkomen ruk.
Ulysses bestaat al sinds 1998 maar heeft nog maar drie albums en één ep uitgebracht. Niet heel productief dus, en ook over dit album heeft de band maar liefst zes jaar gedaan. Net als het vorige album heeft de band gekozen voor een centraal thema, in dit geval die van emoties. En dan specifiek naar het model van Professor Robert Plutchik. Het ‘Plutchik Emotion Circumplex’ omschrijft het spectrum van menselijke basisemoties door een experimentele en analytische bril. De titels van de tracks worden op basis van deze emoties betitelt, namelijk die van woede, vreugde, angst, verrassing, vertrouwen, verdriet, verwachting en walging. Ulysses is in de tijd tussen “The Gift Of Tears” en dit album versterkt met bassist Gijs Koopman (voormalig Knigth Area en Sylvium) en hij heeft gelijk een groot aandeel gekregen in het schrijfproces van de muziek. Geheel onlogisch is die transfer niet; Ulysses en Knight Area worden in de media nog wel eens met elkaar vergeleken. Ten opzichte van “The Gift Of Tears” is het geluid van de band iets meer opgeschoven naar de metal kant, wie weet komt dat mede door het pittige geluid van Gijs Koopman. Ik kan in elk geval alvast verklappen dat de band uitstekend geslaagd is in het overbrengen van emoties, want de zintuigen worden continu geprikkeld.
De variëteit die de band brengt met het nieuwe album is om je vingers bij af te likken. De liefhebbers van metal, neo-prog en symfonische metal komen ruim aan bod en in het specifiek de toetsenfreaks kunnen hun hart ophalen met het weelderig toetsenwerk op het album. Dat horen we gelijk al in het eerste nummer Disgust Sleeping Death waar de toetsen van Ron Mozer een prominente rol innemen. Dat dit nummer gelijk een pittige omslag is ten opzichte van het geluid uit het verleden blijkt wel uit het gebruik van grunts gezongen door Peter H. Boer. Ook de opvolgende track Anticipation, City Of Lost Souls/Desolation is technisch en stevig te noemen en doet mij denken aan Dream Theater.
Dan hebben we wat later Schades, Lost Hat Wat Was Not Mine, wat de vergelijking met de Zweedse band Wolverine ten tijde van hun album “Communication Lost” rechtvaardigt. Een akoestische gitaar introduceert een prachtige song waar de weemoed echt van af druipt. Micheal Hos krijgt hier gezelschap van Petra Honing, de zangeres van Equisa. Stiekem doet haar stem mij ook denken aan die van Nederlandse rock diva Anneke van Giersbergen. Dit nummer is wat mij betreft één van de meerdere hoogtepunten op het album. Trust, A Modern Lovesong gaat vervolgens weer bijzonder stevig verder en daar steken de riffs van gitarist Sylvester Vogelenzang de Jong er in het bijzonder uit. Waar ik ten tijde van “The Gift Of Tears” al vaak onder de indruk was, ben ik dat ook hier weer. Ook de solo op vier en halve minuut is in dienst van de track, maar toch ook weer indrukwekkend te noemen. Het sparren tussen de muzikanten komt hier mooi tot uiting. Kippenvel.
De liefhebbers van toetsen kunnen hun hart ophalen in Surprise, The Unexpected. Hier trekt Mozer letterlijk en figuurlijk alle registers van zijn toetsenbord open. Dat de heren ook symfonisch hun mannetje staan laten ze horen in Providence, het eerste gedeelte van het album; Anger.
En dan zanger Michael Hos. Vooropgesteld, Hos heeft zijn beperkingen en een bereik in zijn stem die niet heel indrukwekkend is zodat je bij het eerste gehoor omvergeblazen wordt. Desondanks is ook hij ten opzichte van “The Gift Of Tears” enorm gegroeid. Hij heeft zijn stem beter onder controle en nergens vliegt hij echt uit de bocht. Daarbij heeft de band de kritiek van Govert Krul in de recensie van het vorige album ter harte genomen en ook op tal van genoemde punten actie ondernomen. Waar Hos bijvoorbeeld tijdens Family Portrait wat onevenwichtig (soms wat schreeuwerig) klinkt, komt dat op dit album nergens meer voor. Daarbij heeft het productieteam in mijn ogen ook een topprestatie geleverd. In alle vormen komt de zang er nu perfect uit; bewerkt, vervormd en gewoon naturel, het is op vocaal gebied dik in orde.
Om de schijn op te houden dat ik toch objectief kan kijken naar Nederlandse bands en het verschil kan maken tussen topmateriaal of net niet, moet ik nog wel een kritiekpuntje noemen. Een heel kleintje dan, want deze cd is absoluut een aankoop waard, ondanks de wat té aanwezige snare drum in de productie. De nadruk ligt (zeker tijdens het luisteren in een kleine ruimte) teveel op dit drumonderdeel en stoort zo nu en dan de totaalbeleving van de cd.
Aan het einde van deze recensie kan ik maar één conclusie trekken en dat is dat Ulysses een solide ster is geworden binnen de Nederlandse symfonische metal scene. Chapeau!
Ruard Veltmaat