‘Ik luister naar jouw programma, omdat ik van Pink Floyd houd’ of woorden van soortgelijke strekking hoor ik nog al eens terug als ik luisteraars van mijn radioshow TRAXX spreek.
Aanvankelijk verbaasde mij dat, omdat ik zeker niet uitsluitend Pink Floyd draai. Natuurlijk zijn ook de bands vertegenwoordigd die er behoorlijk dicht opzitten zoals Airbag, RPWL etc., maar er staan ook genoeg andere bands op de playlists, die naar mijn idee een geheel andere signatuur hebben, zoals Cosmograf, Porcupine Tree/Steven Wilson etc.
Als je dit verschijnsel wat nader analyseert, kom je toch tot de ontdekking, dat met name de prog met een bepaalde verhouding tussen toetsen en gitaar vaak een receptuur ontwikkelt die liefhebbers met een ‘Pink Floy DNA’ triggert. Of de gitaar dan al of niet ‘Gilmourisch’ klinkt is dan minder belangrijk. Dit is dan ook de omschrijving die deze muziek het beste karakteriseert en waar luisteraars dus op voornoemde wijze op reageren.
Herken je dit? Lees dan vooral verder, geachte proglezer! Er kan namelijk weer een naam aan de lijst van bands met dit gen worden toegevoegd: Ümit!
Als je Ümit googelt, dan krijg je heel veel treffers met Turks-gerelateerde inhoud, maar de band zelf blijft onzichtbaar en dat mag in deze tijd wel als speciaal worden gekenmerkt . Ook Facebook blijft blanco. De speurtocht voert ons via het platenlabel (Bellerophon) naar Dusseldorf, waar de manager van dit label (Jochen Oberlack) onder de naam Jean d’Auberlaque onderdeel uitmaakt van het trio, dat dus Ümit! heet.
Het verbasteren / verzinnen van namen zit Oberlack kennelijk in het bloed, want Ümit! kwam tot stand als een soort verzonnen broer van Ahmet Ertegun (de bekende Atlantic baas), al werd ook dat eerst verbasterd tot Ümit Artegun, alvorens de band definitief als Ümit! werd gedoopt.
“The Spirit Of Ümit!” is het albumdebuut van deze band. Vooraf verschenen er drie ep’s, waar de metalkant van Ümit! meer de ruimte krijgt. Op “The Spirit of Ümit” krijgt de makkelijkere en / of lichtere kant van de band meer kansen, al wordt er soms lekker stevig uitgehaald. In elk geval maakt de band wat mij betreft voor dit album de juiste repertoirekeuze en is “The Spirit Of Ümit” een lekkere gitaarplaat geworden, waarop de band die dingen doet, die zij naar mijn oordeel het beste kan.
Ummagumma, de openingstrack zet door zijn naam alleen al de wat oudere proglezer op het verkeerde been, want die denkt gelijk aan het gelijknamige Pink Floyd album en krijgt gelijk visioenen van zijn tienertijd en de roemruchte Provadya nachten in de Doelen in Rotterdam, waar de helden voor een ingewikkeld kijkend publiek “A Saucerful Of Secrets” ten gehore brachten. Als je vervolgens op ‘play’ drukt is gelijk wel duidelijk dat we gefopt zijn, want dit nummer is verre van experimenteel: na een mooi opgebouwde intro volgt een lekkere heavy / vette gitaarsolo met heerlijke uithalen die het grootste deel van het ruim tien minuten durende nummer duurt. Wat blijft is het Pink Floyd referentiekader en liefhebbers met voornoemd DNA worden op de rest van dit album voortdurend op hun wenken bediend, want met Ummagumma wordt wel de toon gezet.
Betekent dit, dat de rest van dit geheel instrumentale album zo’n beetje op elkaar lijkt? Nee, verre van dat: Het daarop volgende Tesla bijvoorbeeld is veel meer ‘laid back’ en doet bij vlagen aan Spin denken. Vervolgens start Cobra Verde met een wat oubollig aandoend George Zamfir-achtig motiefje, dat herhaaldelijk verdrongen wordt door zalig Gilmourisch gitaarwerk, een wat typisch verrassend contrast doorspekt met lekker sax geluiden, al zal die sax volgens gemelde line-up wel eens uit elektronica afkomstig kunnen zijn.
Tiefensee heeft vervolgens een andere nostalgisch aandoende vibe door de toetsen die zo uit “Atom Heart Mother” weggelopen zijn en als vanzelf herinneringen oproepen aan Rick Wright van weleer. Ook hier worden de gitaarliefhebbers onder ons weer erg verwend.
Mark Of Cain is voor mij het kroonjuweel van dit albumdebuut en roept visioenen van de branding aan een tropisch strand (fraai ingekleurd door toetsen) met daarbovenop een laag heerlijk gitaargepiel dat heel relaxed uit een hangmat lijkt te komen, ondersteund door een lome drum. Het gitaarwerk is van het soort ‘dat dit moment eeuwig mag duren’ en dat doet het ook: negen minuten lang (met een mooi hoogtepunt!).
Ümit werkt momenteel aan zijn tweede album (verwachte release 2017). Ik kijk er reikhalzend naar uit!
Clemens Leunisse