Dat het in 1997 opgerichte Umphrey’s McGee een live band is mag een understatement heten, want het aantal live cd/dvd releases overstijgt het aantal studioalbums. Umphrey’s McGee is dan ook een echte ‘jam band’ met een oneindige lijst live optredens, een continu wisselende setlist, uiteenlopende referenties en een uiterst sympathieke ‘open taping policy’. Op “The London Session” brengt men een op eigen gevoel gekozen dwarsdoorsnede van eerder verschenen studio albums en soms alleen live gespeelde nummers naar de onderhavige studioschijf.
Het gehele album is opgenomen in de fameuze Abbey Road Studios, eigenlijk een onverwacht uitje voor de band op aangeven van producer Manny Sanchez. Gelet op het spontane karakter en een verblijfsduur van slechts twaalf uur was het even aftasten wat er nu precies op de plaat zou komen, maar daar is uiteindelijk weinig van te merken, want “The London Session” kent geen zwakke momenten en is qua beleving perfect in balans. Deze mannen kun je echt voor een boodschap sturen, zeg maar.
De muziek van Umphrey’s McGee heeft een hoog proggehalte, maar niet overal. Voorbeelden hiervan zijn opener Bad Friday of het nogal Crowded House-achtige No Diablo en Cut The Cable (in aangepaste vorm doch afkomstig van het album “Similar Skin”) waar men een meer radiovriendelijk geluid aan de dag legt. Maar dan van een speltechnische klasse die je dan weer zelden op de radio hoort.
Binnen de songs zelf tapt men veelvuldig uit verschillende vaten. Je hoort goed doordachte en tot in detail uitgewerkte popsongs en je wordt op het volgende moment door vingervlugge prog in een hoek gedrukt. Denk aan de eerste twee albums van Spock’s Beard zonder Neal Morse. Mooi voorbeeld is het waanzinnig opgebouwde Out Of Order met subliem gitaarwerk. Aanvankelijk warm als een echte jazzgitaar en vervolgens met een helder en subtiel overstuurd buizengeluid. Stiekem prog tot op de botten en smaakvol verpakt in een behoorlijk toegankelijke compositie. Verder zet men op gezette tijden de gitaarriffs stevig aan zodat het rockgevoel zeker niet ontbreekt.
Het improvisatiekarakter van de live optredens heeft men ook in de studio perfect gevangen en springt goed in het gehoor. Je hoort echt dat de songs in weinig takes binnen een dag zijn opgenomen, want de spontaniteit druipt ervan af. Dat men het geheel evengoed tot in perfectie aflevert heeft natuurlijk alles te maken met het feit dat ze in elke denkbare variant vele malen live gespeeld zijn.
Verder heeft Umphrey’s McGee de opnamekwaliteit van Abbey Road Studios optimaal benut. De High-end sound is adembenemend. Op het niveau van ‘Steely Dan plus een beetje’ zeg maar. Voorbeeld? Comma Later doet je huiveren van genot met een Pat Metheny gitaargeluid, heerlijke samenzang en dat binnen een jaren ’70 r&b/soul groove. En ja, ook dat past perfect op deze sprankelende plaat. Met afsluiter I Want You (she’s so heavy) geeft men nog een passend en mooi naar de eigen sound vertaald eerbetoon aan Lennon – McCartney die naar het schijnt ook wat nummertjes op Abbey Road hebben opgenomen.
Collega Erik Groeneweg was, zeker met zijn kritische en deskundige blik, zwaar onder de indruk van het in 2006 verschenen: “Safety In Numbers” en dat is niet voor niets. Want Umphrey’s McGee levert kwaliteit van de bovenste plank. Misschien niet op elk moment prog in de zuiverste vorm, maar veel beter nog: kwalitatief hoogstaande ‘muziek’ in algemene zin. En dat ook de lezers van deze website zich er absoluut mee zullen vermaken is mooi meegenomen.