Unitopia is, van oorsprong, een Australische progband die naam maakte door allerlei stijlen in een compositie te proppen: een soort progpop met aansprekende melodieën, symfo, wereldmuziek, jazz, een vleugje metal…
Eigenlijk is de omschrijving ‘die naam maakte’ een beetje overtrokken want hun eerste twee albums brachten de band nog niet veel bekendheid. Dat veranderde spoorslags met het album “Artificial” uit 2010. In dat jaar stond Unitopia, met een volledig Australische line-up, in de Boerderij en liet een verpletterende indruk achter. Hun verrichtingen op die gedenkwaardige avond zijn vastgelegd op het in eigen beheer uitgebrachte “One Night In Europe”.
Na een coveralbum, “Covered Mirror Vol. 1: Smooth as Silk”, besloten bandleiders Trueack en Timms in 2012 ieder hun eigen weg te gaan. Trueack met United Progressive Fraternity en Timms met Southern Empire.
Sinds 2016 werkt het duo weer samen en vanaf 2020 wordt er in een all-star bezetting met John Greenwood (gitaar), Steve Unruh (viool, gitaar, fluiten, percussie), Alfonso Johnson (basgitaar) en Chester Thompson (drums) een nieuw Unitopia-album, “Seven Chambers” opgenomen. De opnames liepen echter diverse malen vertraging op als gevolg van medische problemen van Trueack en Thompson.
Inmiddels is het album af en enkele luisterbeurten op Bandcamp brachten ondergetekende tot de conclusie dat een bezoek aan het concert op 14 september onvermijdelijk is.
Klokslag half negen worden de zes musici enthousiast ontvangen door een, niet uitverkochte, Boerderij. Laten we ervan uitgaan dat de doordeweekse donderdagavond daarbij een rol speelt.
Mark Trueack zit bijna het volledige concert op een stoel, bijna centraal op het podium. Hij wordt links geflankeerd door Greenwood en Don Schiff (die Johnson vervangt) en rechts door Sean Timms en Unruh. Schuin achter Trueack zit maestro Thompson. Eigenlijk staan/zitten er zes maestro’s op het podium. Greenwood is een gitarist met een verfijnde techniek en stijlkennis, zowel op elektrische als akoestische gitaar.
Het is een lust voor het oog om Schiff bezig te zien op de NS/Stick, waarop hij een aparte techniek hanteert. Hij speelt overigens alles vanaf uitgeschreven partituren.
Het toetsenspel van Timms staat als een huis, met name in de orkestrale passages. Ook Unruh trekt veel aandacht met zijn uitgebreide instrumentarium en zijn fysieke beleving van de muziek.
De heldere stem van Trueack tenslotte is immer een genot om naar te luisteren. Hij wordt daarbij regelmatig ondersteund door de koortjes van Greenwood, Timms en Unruh.
In zijn inleiding vermeldt Trueack dat de band blij is om na dertien jaar weer terug te zijn in de ‘Boewdewij, the finest prog-venue in the world.’
Unitopia trapt af met de openingstrack van “Seven Chambers”, Broken Heart. Dit nummer is meteen een mooie staalkaart voor het nieuwe album: sterke melodieën, diverse stijlwisselingen (ballad, heavy, jazz, klassiek, wals, wereld) en vooral verfijnd muzikaal vakmanschap. De geluidsman blijkt daarbij een grote fan te zijn van de NS/Stick van Schiff, waardoor het gitaarspel van Greenwood en met name het vioolspel van Unruh regelmatig worden weggedrukt.
Daarna volgt Bittersweet, een ingetogen, zwevende song, gedeeltelijk in 7/8 maat die op tweederde plotseling overgaat in een muzikale speeltuin met hiphop, wereldmuziek en heavy rock, gelardeerd met een opsomming van allerlei zoete lekkernijen. Bizar, maar knap gespeeld. Hetzelfde geldt voor Something Invisible. Een jazzy song die halverwege een klassiek intermezzo krijgt, eerst op akoestische gitaar, waarna de hele band zich ermee bemoeit. De vloeiende jazzy loopjes van Johnson op de cd klinken hier in de uitvoering van Schiff wel een beetje hoekig.
Greenwood, die jarenlang directeur van een brandwondencentrum in een ziekenhuis in Adelaide is geweest, vertelt over een ervaring met een patiënt die een beroerte had gehad en als gevolg daarvan niet meer kon communiceren. De angst die hij in de ogen van deze man zag heeft hem geïnspireerd tot het schrijven van The Stroke of Midnight, de vijfde track van het nieuwe album. In de intro horen we de ziekenhuisgeluiden. Wat volgt is een emotionele vertolking door Trueack, gezongen vanuit de belevenissen van de patiënt.
Het volgende nummer kondigt Trueack aan als Mania, wat volgens hem en Unruh ‘zwaar’ is en moeilijk te spelen. Mania is gebaseerd op een eenvoudige gitaarriff met opnieuw sterke zang van Trueack. Na een fraaie gitaarsolo met virtuoze unisono loopjes krijgt het nummer een andere wending om uiteindelijk in een King Crimson/Flower Kings-gekte met opnieuw virtuoze loopjes uit te monden. Mania eindigt abrupt met de slotkreet van Trueack: “I’m Flying!”
Over het algemeen is de podiumpresentatie vrij statisch. Alle muzikanten blijven gekluisterd aan hun plek/stoel en alleen Unruh legt met zijn fysieke spel en mimiek meer beleving aan de dag. Het spel van Thompson is uitmuntend maar aan zijn rek- en buigoefeningen tussen de nummers door is te zien dat hij nog enig ongemak ondervindt van zijn val een paar weken geleden.
Op een scherm achter de muzikanten worden veel fraaie videoprojecties, vaak in pastelachtige kleuren, getoond.
De eerste set eindigt met de slottrack van “Seven Chambers”, The Uncertain. Een ware epic die opent met een prachtige melodie, gezongen door Trueack, begeleid door Unruh op gitaar. De koortjes toveren een glimlach op menig mond en geven een Beach Boys/Beatles-achtige vibe. Maar niets is zeker in deze compositie. Hardrock riffs, Arabische invloeden, psychedelica, parlando door Unruh met gevoel voor dramatiek, vioolsolo, berusting, gelukzaligheid, inheemse ritmes en fluiten, Beach Boys-koortjes, virtuoze gitaarsolo, ontketende band, openingsmelodie in volle glorie, passeren allemaal met de nodige kippenvelmomenten de revue. Wat een weergaloze afsluiting voor de pauze. Het publiek weet het ten volle te waarderen.
Na de pauze studeert Trueack eerst het refrein van Tesla in met het publiek: “We are, we are, all parts of the whole…”. Wanneer we het refrein naar zijn tevredenheid meezingen, zet de band deze publieksfavoriet in. Een gloedvolle uitvoering volgt met die heerlijke toetsen van Timms en een fraaie vioolsolo van Unruh. En in het funky slotdeel zingt het publiek natuurlijk uit volle borst mee.
Terug naar de epics. The Garden, met alle muzikale ingrediënten waar Unitopia bekend mee geworden is, wordt erg fraai uitgevoerd, en ook in de slotbombast blijft Trueack vocaal overeind. Maar juist dat deel blijft natuurlijk wel een schaamteloze Genesis-kloon. Wat mij betreft had de band hier de track Helen, ook van epische proporties, van het laatste album mogen spelen.
Onder luid applaus verlaat de band het podium om na enige tijd toch nog terug te keren voor de toegift in de vorm van The Great Reward van het album “Artificial”. Dit nummer is een waardige afsluiter van een opnieuw gedenkwaardig concert van Unitopia, dertien jaar na het vorige.
Laten we hopen dat Unitopia er de volgende keer niet zo lang meer over doet om de weg naar Zoetermeer te vinden. Zeker wanneer we de leeftijd van Trueack en Thompson, en de medische issues die ze de laatste tijd hebben gehad, in beschouwing nemen.