Unitopia is het verhaal van zanger/tekstschrijver Mark Trueack en toetsenist Sean Timms. De twee ontmoetten elkaar in 1997 en hebben sindsdien vanuit een gezamenlijke liefde voor muziek eigen werk gecreëerd. Acht jaar later was hun eerste langspeler “More Than A Dream” gereed en nog twee jaar later wordt deze uitgebracht door Unicorn Records. Daarmee hebben Trueack en Timms de eerste Australische uitgave op dit Canadese kwaliteitslabel waar bijvoorbeeld ook T.A.O. getekend heeft.
Nou is Australië een tamelijk leeg land en dat weerspiegelt zich in veel bekende bands van down under: of je nou Dirty Three, Midnight Oil, Split Enz, The Church, The Triffids of zelfs de neoproggers van Aragon opzet; de ruimte komt direct uit je stereo zetten. Valt Unitopia daar ook onder? Een beetje misschien, maar als één woord Unitopia moet typeren is het wel: atypisch. Heavy, toegankelijk, spiritueel, deze band heeft het allemaal. Het enorme leger gastmuzikanten biedt wat dat betreft ook wel ruimte daartoe, maar Unitopia slaagt er toch in met “More Than A Dream” een redelijk coherent geheel af te leveren.
En dat mag opmerkelijk genoemd worden voor een plaat die het ene moment aan Arena doet denken, het volgende moment aan Phil Collins‘ jaren ’80 werk, dan via Anekdoten en een vleugje Robby Valentine terug naar Level 42 om vervolgens geblust te worden met een muur van wereldmuziek. Klinkt bizar, of niet dan?
Exemplarisch is het twaalf minuten durende Justify. In de basis is dit een eenvoudig popliedje met een stevige gitaarbasis, maar ondertussen wordt flink de ruimte gegeven aan allerlei andersoortige uitweidingen. Hier mogen we ons ook vergapen aan het stemgeluid van Shireen Khemlani, die een prettige aanvulling vormt op de evengoed ook niet misselijke Mark Trueack die het merendeel van de plaat volzingt.
Ik had het eerder al even over wereldmuziek. Deze is tijdens Take Good Care iets te aanwezig, waarna het even wel lijkt alsof The Lighthouse Family opstaat. Duidelijk niet het hoogtepunt van de plaat. Tekstueel is dit nummer helaas ook vrij representatief: de hele plaat staat vol met wereldverbeterende teksten van een nogal naïeve soort.
Op de teksten moeten we bij voorkeur maar niet te veel letten dus. Muzikaal is er een hoop mooi tegenwicht aanwezig, bijvoorbeeld in de bijna-maar-net-niet-metal van openingsnummer Common Goal en Ride. Het titelnummer krijgt enige orkestrale ondersteuning. Slow Down is het tweede lange nummer van de plaat met een lang instrumentaal stuk dat wat aan het betere jaren ’70 werk van The Alan Parsons Project doet denken. Met de bakens net iets anders was het een gedrocht geweest, maar om een of andere reden is – anders dan de tekst – de muziek lichtvoetig genoeg om de woeste cocktail tot een uiterst prettig verteerbaar geheel te maken, hoewel de laatste twee nummers ook wat melig zijn.
Uiteindelijk is de grootste gemene deler van de plaat toch gewoon pop, zij het met ondersteuning uit en integratie van vrijwel alle denkbare andere hoeken (hoewel de rap in de kast blijft). Wat dat betreft doet het eigenlijk wel wat aan Toto denken, al lijkt het nou net daar weer geen moment op. Qua teksten valt er nog een wereld te winnen, terwijl het mixen van allerlei muziekstijlen ook nooit een garantie voor succes biedt. In dit geval is het resultaat echter zeer goed te noemen. Waarom zou het een volgende keer niet nog eens lukken?
Unitopia: een apart bandje. Maar zeer de moeite waard.
Casper Middelkamp