Parma staat al jaren bekend om zijn heerlijke ham en z’n lekkere kaas. Tegenwoordig kan daar een derde smakelijkheid aan worden toegevoegd. Tenminste, als je van moderne Italiaanse retroprog houdt. Het gaat hier om “La Crudelta Di Aprile”, de debuut-cd van de nog jonge band Unreal City.
Dat jonge mag je wel tussen aanhalingstekens zetten, want de band bestaat al sinds 2008. Dat neemt natuurlijk niet weg dat we hier te maken hebben met muzikanten van een nieuwe generatie. Ontvang ze dan ook met open armen, zanger/toetsenist Emanuele Tarasconi, de zeer aantrekkelijke gitariste Francesca Zanetta, bassist Fransesco Orefice en drummer Federico Bedostri. Het viertal is de hoop voor de toekomst van de prog in Italië en ook Fabio Zuffanti gelooft heilig in de band aangezien niemand minder dan hij dit album geproduceerd heeft. Dat is niet niks; Zuffanti is een echte fijnproever. Eens kijken in hoeverre de schijf ook de smaakpapillen van de luisteraar weet te triggeren.
Centraal op dit zes nummers tellende album staat het virtuoze toetsenspel van Tarasconi. Hij gebruikt maar liefst drie soorten Mellotron, diverse orgels, synthesizers, een klavecimbel, een Fender Rhodes, een vleugel en een Minimoog. De pur sang Italo-prog van de band hangt vaak in gothic-achtige sferen waardoor het album behoorlijk uniek is. Deze ambiance wordt veroorzaakt door de vele Mellotronpartijen die de muziek breed, bombastisch en sinister maken. Het is ook de manier hoe de andere bandleden hierop anticiperen.
De band heeft met Orefice en Bedostri een uitstekende ritmesectie, eentje waardoor de muziek ondanks zijn vele tempo- en sfeerwisselingen als gemakkelijk overkomt. Het bandgeluid is zelfs lichtvoetig te noemen, temeer daar Zanetta haar gitaar niet al te zwaar heeft laten bulderen. Haar invullingen zijn doorgaans doeltreffend van aard en daardoor is haar spel ook enigszins risicoloos te noemen. Ze hoeft zich ook niet uit te sloven want Tarasconi laat zijn toetsen geen moment met rust. Als toetsenist is hij een echt goudhaantje, als zanger echter heeft Tarasconi nog meer recht zijn veren te laten zien. Velen zullen bijzonder gecharmeerd zijn van zijn sprankelende vocalen. Zijn stem klinkt hoog als Mark Smith (Knight Area) en romig als Aldo Tagliapietra (Le Orme). En ja, de teksten zijn in het Italiaans, dit op aanraden van Zuffanti, aangezien deze aanvankelijk Engelstalig waren.
Alles lijkt koek en ei op het album en daarom is het buitengewoon jammer dat het eerste nummer zo beduidend achter blijft bij de rest. Dell’innocenza Perduta is bij vlagen veel te eenvoudig en zet je op het verkeerde been. Bij het horen van de wat weinig speelse piano in het middenstuk lijkt een dertien in een dozijn cd in de maak. Het wulpse orgelspel even verderop maakt nog veel goed, maar echt weggeblazen word je niet.
Vervolgens komen drie nummers die de nodige progharten sneller zullen doen slaan, Atlantis, Catabasi en Dove la Luce e Pia Intensa. In mijn optiek horen deze bij elkaar, maar op de hoes is daar niets van terug te vinden. Ze vormen het hart van het album en laten de exquise componeer kwaliteiten van Tarasconi perfect horen. De mooie melodieën van het epische Atlantis voeren je mee door dit sterk opgebouwde nummer en opeens heeft het simpele uit ondermeer de openingstrack z’n bestaansrecht. Het is de gelei die de muziek zo smeuïg maakt. Als het kerkorgel van Catabasi klinkt, is dat de aanzet voor een dreigend nummer. Met groots gemak schakelt de band over naar een dampend stuk vol viool om vervolgens over te gaan naar niemendalletjes-achtige prog. Het is fraai getimed, want terwijl je zit te wachten op de grote inlossing, is daar het aanstekelijke Dove la Luce e Pia Intensa, een gedreven nummer waar ik verder niet op in zal gaan. Het is verschenen als officiële clip dus oordeelt u zelf. http://www.youtube.com/watch?v=TBlSuvJIPiE
De laatste twee nummers horen wat mij betreft ook weer bij elkaar. Speciale aandacht verdient de bijna achttien minuten durende afsluiter Horror Vacui. Dit nummer laat als geen ander het ongebreidelde enthousiasme van een ieder horen en het is knap dat deze jonge muzikanten hier weer niet uit de bocht zijn gevlogen.
Dat Unreal City met “La Crudelta Di Aprile” laat horen een band voor de toekomst te zijn lijkt een understatement, de ambities druipen ervan af. Het is te hopen dat ze beseffen dat heel wat liefhebbers van het Italo-genre na het beluisteren van dit album reikhalzend uitzien naar een volgende smakelijkheid.
Dick van der Heijde