Recept voor de zoveelste uitgekookte female fronted metal band:
Men neme:
Voeg deze ingrediënten enige tijd bij elkaar en een nieuwbakken band is gevormd. Viola, weer een voorgekookt female fronted metal product waar er legio van zijn en die het waarschijnlijk niet gaan redden in de wereld van succes.
Hoe neerbuigend kan je een recensie beginnen. Eigenlijk zou ik mijzelf gelijk terecht moeten wijzen! Dat kan toch niet, een band zo neerzetten dat de lezer gelijk bij de eerste zin al bevooroordeeld is? Maar men moet nu zo langzamerhand beter moeten weten. Anno 2010 heeft dit album toch echt geen recht van spreken meer. Hoe hopeloos kan je zoiets na alle klonen die het genre rijk is nog bedenken. De hoop van de initiatiefnemers moest wat mij betreft al vervlogen zijn voordat de eerste geuren zich openbaren.
De website van de platenmaatschappij opent zelfs nog gewichtig met ‘For fans of Nightwish, Within Temptation, Lacuna Coil and Epica!’ Nou, als kenner van de bands vrees ik dat die lat iets te hoog is neergelegd. Met uitzondering van Epica ben ik in meer of mindere mate liefhebber van de andere drie bands en is mijn achting voor de kwaliteit en creativiteit van die vier genoemde bands toch aanzienlijk hoger dan het werkje wat hier beschreven wordt. Voor alle duidelijkheid, we hebben het over een Poolse formatie die opgericht is door de voormalige gitarist van de eveneens Poolse band Vader, Maurycy Stefanowicz (Mauser). In 2008 brengt hij samen met vriendin en zangeres Aya, bassist Heinrich en drummer Vaaver het debuutalbum “The End Of Life” uit.
Tijd om meer inhoudelijke informatie te verschaffen. Ik ga beginnen met een positief punt op dit album. En dat is de zangeres. Naast het gegeven dat het geen straf is om naar haar te kijken, is het luisteren ook niet vervelend. Hoewel haar accent soms wel guitig klinkt (je zou je er ook aan kunnen irriteren), is haar stemgeluid zeker niet verkeerd en af en toe heeft ze zelfs nog een lekkere snik in haar stem. Ik kan haar niet echt betrappen op grote technische fouten en dat is ook al heel wat waard in dit genre.
De muziek van de heren muzikanten kent weinig fouten, maar is zo hopeloos achterhaald dat het bijna meelijwekkend is. Ik krijg sterk het idee dat gitarist Mauser, mastermind achter de muziek, metal wil kruisen met een poppy sound. Die intentie is dan wel innovatief, het wordt alleen niet goed tot uitdrukking gebracht. Bijvoorbeeld de titeltrack Clinic For Dolls heeft die moderne twist in grote mate meegekregen. Een stevig dreunende song, waar het snelle drumwerk teveel vooraan in de mix zit, wordt in de achtergrond ondersteund door een elektronische beat. Het doet mij helemaal niets. Voorgeprogrammeerde rommel. Ook de snelle riffs op het album zijn nergens origineel, de solo’s weinig inspirerend. Nog een punt waar ik mij aan kan irriteren: alle nummers worden zowat in het zelfde tempo en maatsoort gebracht. Dit maakt het album langdradig.
Ik vind het moeilijk om over hoogtepunten te spreken, maar als ik er een enkele moet noemen dan is het Home, een nummer dat door een aansprekende sample nog enigszins aanspreekt en de ballad The Last Tear, hoewel het accent van Aya daar wel heel duidelijk aanwezig is.
Het materiaal op deze schijf is dus allesbehalve spannend. Op zich is de productie en kwaliteit van voldoende niveau, maar de inhoud is al door talloze bands voorgekauwd, daar zitten we in 2010 echt niet meer op te wachten. Des te typerend is dan ook de lijfspreuk op de myspace pagina: ‘Creativity is the art of taking a fresh look at old knowledge’.
Ruard Veltmaat