De reacties en recensies naar aanleiding van de eersteling van de Duits/Nederlandse familie Epe waren behoorlijk gevarieerd en leverden mijzelf als recensent van Progwereld negatieve, maar ook positieve feedback op.
Overigens noem ik de familienaam Epe bewust, want die moeten we in dit project nadrukkelijk noemen, maar daarover later meer. Wat betreft het debuut van deze band; mijn persoontje was redelijk gecharmeerd van “Pt 1: Noah”, hoewel ik wel de nodige kanttekeningen kon noemen bij de magere productie van het album. In veel andere recensies scheen toch wat meer kritiek door, hoewel er ook zeer lovende schrijfsels te vinden zijn in de tijdschriften en in de reviews op het internet. Desondanks hoorde ik toen (en ook na latere beluistering), een grote mate van talent in de muziek, die onherroepelijk naar boven komt drijven. Twee jaar later kan ik mijzelf op de borst kloppen, want met dit werkstukje heeft Unwritten Pages teruggeslagen naar de critici. “Fringe Kitchen” is een meer dan goede plaat geworden. Het talent van de familie Epe komt nu echt naar boven drijven!
Zoals gezegd, de basis van dit album is gelegd door de familie Epe en dan vooral door grondlegger van de band, Fred Epe en zijn broertje Michel. Ook vader Lothar Epe heeft een aandeel in het album evenals een bekende drummer in de prog/rock scene, John Macaluso (Ark). Daarnaast zijn bassist Sander Stappers en gitarist James Cook belangrijk voor het totaalgeluid. Hoewel je niet echt kan spreken van een conceptalbum, is er toch sprake van een overkoepelend thema. Het gaat over mensen die zich als gevolg van een traumatisch verleden, alcohol of drugs van de buitenwereld afsluiten en zichzelf fysiek of mentaal isoleren van de rest. Het gaat over mensen die in hun eigen hoofd vastzitten, daardoor in hun eigen wereld verkeren en zich meestal niet meer van de wereld om zich heen bewust zijn. Los van dit symptoom staan de medische trauma’s die nog meer nadrukkelijke gevolgen kunnen hebben en dus een volkomen ander oorzaak hebben. De teksten zijn volgens Fred Epe volkomen fictief en zijn voor ieder individu anders te interpreteren.
De start van het album is gelijk al uitdagend. Na de bezwerende intro Hejo inclusief Duitstalige kinderkoor, zit Asylum Tragedy vol met originele elektronische percussie, stevige riffs, slaggitaren en pulserende beats. In samenspel met de zang en toetsen is het nummer op zijn minst origineel en gevarieerd te noemen. Ik hoor een geluid wat ik nog niet vaak heb gehoord en naarmate ik het vaker draai ontvangt het steeds meer waardering van mijn kant. In de muziek van Unwritten Pages hoor je vooral zware gitaren, fusion, elektronica en het geheel is op veel momenten melodieus en onderhoudend. De band is ook in staat een pakkende melodie voort te brengen, zo is het refrein van Cloud Infinite, heerlijk catchy en vrolijk, en gaat aangenaam in je systeem zitten.
Vervolgens zet de familie Epe je weer op een volledig ander spoor met het wat industrial en duister aandoende Terminal Defect. Na navraag bij de band blijkt dit sterk geïnspireerd te zijn door Akira Yamaoka, de bekende Japanse musicus en videogamecomponist, die onder andere veel titels heeft geproduceerd voor de videospelletjes fabrikant Konami. Overigens vind ik persoonlijk de mix in dit nummer wat minder geslaagd dan op de rest van het album, want die komt mijns inziens minder over in een grote ruimte dan de rest van het album. De eerste gedachte die ik kreeg bij het door gitarist James Cook geschreven nummer Kaleidomote is die van ‘nu metal’. Vooral de gitaar-riff aan het begin van de song doet daar aan denken en die gedachte is in positieve zin uit te leggen. Ook hier weer bezwerende zang en zodoende groeit deze track in mijn geval uit tot een favoriet. Overall kiest de band er blijkbaar voor om de grenzen van meerdere genres aan te tippen, want het is heel moeilijk een juiste afbakening voor deze cd te noemen. Het is geen metal, het is geen mainstream prog, het is geen elektronica. Laten we het gemakshalve houden op ‘progressieve rock’ in de ware zin van het woord.
Natuurlijk kan je ook op dit album de nodige commentaar leveren. De zang moet je liggen, de productie is nog steeds niet zoals we het liefst willen horen en zo zou ik nog wel wat meer kleinigheden kunnen noemen. Aan het einde van een luisterbeurt blijft staan dat dit een album is waar je optimaal van kan genieten en dat gaat groeien met elke slinger in de cd speler. De muziek is wat meer toegankelijk dan het debuut en hoewel de plaat in zijn geheel niet wereldschokkend is, verdient dit beslist aandacht van de liefhebbers van progressieve rock.
Ruard Veltmaat