US is inmiddels een bekende naam in de Nederlandse prog-sien (grappig sientje, staat elke zaterdag met een kraampje op de Kaasmarkt in Alkmaar), meer om de passie en doorzettingsvermogen van de bandleden, dan om hit albums.
US is sinds jaar en dag vooral het project van Jos Wernars, die met zijn Marijke inmiddels naar Spanje verhuisd is. Daar woont hij dicht bij drummer Paul van Velzen, dus we kunnen in de toekomst nog meer platen verwachten. Nieuw is toetsenist Kleevens, die met zijn Hammondorgel het toch al redelijk klassieke geluid van de band een extra lik jaren ’70 meegeeft.
Ik kan me vergissen, maar de plaat lijkt me steviger dan een paar voorgangers, in elk geval openingsnummer Stars In Broad Daylight. Voor een deel komt dat door het heftige drumwerk, waaraan Paul zich af en toe lijkt te vertillen. Niet storend, want het is best wel knap werk, maar kneiterstrak is het niet. De bijdrage van Kleevens is erg mooi, doet me sterk denken aan Jürgen Fritz van Triumvirat. Daarmee is de muziek natuurlijk ook afdoende gedateerd. Dat is geen kritiek, Wernars heeft nooit moeilijk gedaan over zijn inspiratiebronnen. Ook nu hoor je (vooral) Yes, Genesis en tijdgenoten.
Over de zang van US is in het verleden al vaak genoeg het nodige gezegd, je moet ervan houden. (Nou ja, het móet niet, maar je snapt wat ik bedoel). Mij stoort het niet, ik vind de zanglijnen, hoewel niet vlekkeloos uitgevoerd, erg fraai. Des te spijtiger dat de zang in de mix een wat bescheiden en bovendien doffe plaats inneemt. Dat geldt overigens ook voor de gitaren, als je het volume van de muziek bijna helemaal dichtknijpt, hoor je alleen drums en orgel. Stars In Broad Daylight dendert van begin tot eind genadeloos door, met hier en daar wat interessante maatsoorten en een mooie rol voor de basgitaar. Al met al vind ik dit een erg sterk nummer dat ik wel eens zou willen horen in een uitvoering van Transatlantic. Ik denk dat je stijl achterover zou vallen. Dat is, voor zover je daarvan kunt spreken, altijd een beetje de dramatiek van US geweest: de muziek is beter dan de band.
De opening van het tweede nummer Carousel lijkt wel door Tony Banks bedacht te zijn: grote, pompeuze vegen Mellotron. Als snel zet het ritme in en begint het liedje, dat mank gaat aan bovengenoemde euvels, maar dan in het kwadraat. Op de een of andere manier doet de zang me denken aan Boudewijn de Groot uit de tijd van De Eenzame Fietser. Ook hier voeren de machtig rollende orgelklanken en de drukke, maar niet altijd maatvaste drums de boventoon. Het is sowieso een druk nummer, maar dat komt voor een belangrijk deel door de mix, waarin instrumenten als kleine jongens vechten om een plekje op de eerste rij. Een poging tot mooie meerstemmige zang in canon gaat zo roemloos ten onder. Ook dit is, in weerwil van mijn voortdurende vinger op de zere plekken, overigens een knap nummer, ondanks het wat lullige refrein. En als de muziek even de adem inhoudt in de laatste minuten, krijgen de oortjes ineens ruimte en voelt de muziek als een warm bad in plaats van een draaikolk.
Afsluiter Song For Koen gaat over een persoonlijk verlies en wordt bijna helemaal gezongen door Marijke. Zij zingt met weinig volume, waardoor het wat aarzelend klinkt. Het nummer begint met een geslaagde imitatie van Yes, inclusief knappe breaks en Steve Howe gitaartje en ook verderop in het nummer hoor je waar Jos de mosterd haalt. Dit nummer is wat trager dan de andere twee en ook wat minder druk en daardoor minder rommelig. Ik vind het ook minder indrukwekkend; het suddert een beetje door, er is heel veel tekst en dat bij elkaar maakt het wat sloom.
US is een bijzondere band. De ambities zijn stiekem best hoog, de composities rechtvaardigen die ambities, maar de uitvoeringen niet. De bijdragen van Peter-Jan Kleevens tillen dit album naar een hoger niveau, maar wat zou ik het de band gunnen als ze eens de tijd en de middelen hadden om met een professionele geluidstechnicus of producer een beter product af te leveren. Dat zou van een krappe voldoende een dikke 8 maken!