Wat is er mooier dan je gevoel te laten spreken door het maken van muziek? De interactie van verschillende muzikanten gevangen en digitaal vastgelegd op een blinkend schijfje. Naarmate je dieper de verwantschap voelt met de geluidslandschappen die gecreëerd worden, des te meer vind je jezelf zwervend door je eigen emoties. Het Nederlandse US tracht je met ‘oogverblindend’ artwork over de eventuele drempel heen te trekken. Het doet je belanden in een wereld waar de symfonische geest van Genesis, Yes en IQ rondwaart.
Sinds 1975 treden Paul van Velzen en de broers Wernars muzikaal voor het voetlicht onder de noemer Saga. Muziek van Steely Dan, The Eagles, Peter Frampton en The Moody Blues wordt in eerste instantie nagespeeld, maar al gauw diept men eigen composities op. In de tachtiger jaren valt het doek en pas in 1998 wordt het boek heropend, nu onder de naam US. “The Ghost Of Human Kindness” is het derde album van de band, die in het cd boekje te kennen geeft dat de totstandkoming niet zonder slag of stoot ging en dat heeft enigszins doorgewerkt in het eindproduct.
Het begin van het openingsnummer Full Circle lijkt een ode aan Steve Hackett, maar naarmate de muziek vordert zit ik meer aan het neusje van Salmon te denken, vooral als Stephan Christiaans met zijn zang voor het voetlicht treedt hoor ik de parallellen met die groep. Je kunt stellen dat de zanger ook elementen van (ex)Kayak frontman Edward Reekers laat horen. Erg voorzichtig en clean, doch prettig in het gehoor liggend en een welkome aanvulling op het instrumentale geweld. De muzikanten krijgen alle ruimte in de vijf nummers die klokken van acht tot een kleine twintig minuten. Ondanks dat US blijkbaar voor de lange afstand kiest, worden de hobbels en andere obstakels op het parcours met souplesse genomen. Ik refereer in dat kader onder meer aan de toetsentapijten die geknoopt worden door Ernest Wernars (niet zelden in Domes en halverwege Full Circle; erg Tony Banks proof) Eveneens laat hij met regelmaat horen een solo te kunnen spelen. Mocht je trouwens een gitaarliefhebber zijn, dan kom je zonder meer volledig aan je trekken. In Domes bijvoorbeeld wordt dat bekende HDAD IQ geluid neergezet, zonder overigens het oog voor melodie te verliezen. De solo’s vliegen je werkelijk om de oren. Grand Canyon lijkt een aandoenlijk deuntje van The Moody Blues in de eerste sectie, maar ontpopt zich tot een prachtige vlinder, die ons achtereenvolgens een keyboardsolo en een door Steve Howe (Yes) beïnvloede gitaaruitspatting ten beste geeft.
Laten we het lekkere smeuïge basspel niet onderbelichten. Soms subtiel, spinnend als een tevreden kat, dan weer agressief als een tijger op de voorgrond tredend. In het titelnummer hoor ik echo’s van Camel’s “The Snowgoose” en vervolgens plotseling intense drumslagen die het nummer een ander gezicht geven. Bij deze dans mag het toetsenspel van Wernars leiden. Eerst opzwepend, totdat het verandert in een mystieke sfeer. En dan is er opnieuw ruimte voor de keyboards (ditmaal in de slipstream van Ton Scherpenzeel).
Wat je de groep zou kunnen kwalijk nemen is de vrijblijvendheid die men zich lijkt toe te meten. Begrijp me niet verkeerd; het is heerlijk oprecht en charmant al die spontaniteit die wordt gegenereerd, maar de nummers vereisen een productie die meer helder klinkt. Nu is het allemaal slechts acceptabel te noemen (toegegeven, je went er wel aan na meerdere luisterbeurten). Je kunt zelfs opmerken dat het geluid lijdt aan een zekere bloedarmoede. Zo mogen de drums wat wolliger klinken, maar ook de gitaar loopt bij enthousiaste uitspattingen nu en dan vast in een ondoorzichtig geluid. En dat is jammer, want de composities (van Jos Wernars) zijn beslist van een hoog niveau.
Als je door die kritische kanttekeningen heen luistert, zal je zonder twijfel plezier beleven aan deze meer dan een uur durende creatie, want het is natuurlijk een genietbaar plaatje. Dit vijftal zal zich zeker blijven ontwikkelen. Ik heb dan ook hoge verwachtingen van hun muzikale toekomst en mijn nieuwsgierigheid is op een zodanige manier gewekt dat ik de groep graag eens live zou willen ervaren. Gewoon om dat ‘ons kent US’ gevoel te krijgen!
Ton Veldhuis