Van Der Graaf Generator

Pawn Hearts

Info
Uitgekomen in: 1971 (heruitgave 2021)
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk
Label: Charisma/UMC
Website: www.vandergraafgenerator.co.uk
Tracklist
CD1 – Original stereo mix remastered
Lemmings (Including ‘Cog’) (11:40)
Man-Erg (10:23)
A Plague Of Lighthouse Keepers (23:10)
+
Man-Erg (11:123) (Sound Of The Seventies Session 1971)
Theme One (2:59) (Sound Of The Seventies Session 1971)
Vision (3:15) (Sound Of The Seventies Session 1971)
Darkness (7:18) (Sound Of The Seventies Session 1971)

CD2 – New stereo mix
Lemmings (Including ‘Cog’) (11:40)
Man-Erg (10:23)
A Plague Of Lighthouse Keepers (23:10)
+
Theme One
W

DVD – 5.1 surround mix + new stereo mix + original stereo mix
Lemmings (Including ‘Cog’) (11:40)
Man-Erg (10:23)
A Plague Of Lighthouse Keepers (23:10)
+
Theme One
W
Hugh Banton: toetsen, zang, basgitaar
Guy Evans: drums, percussie, piano
Peter Hammill: zang, akoestische gitaar, toetsen
David Jackson: altsaxofoon, tenorsaxofoon, baritonsaxofoon, dwarsfluit, zang
Met medewerking van:
Robert Fripp: gitaar op ‘A Plague Of Lighthouse Keepers’
Do Not Disturb (2016)
Alt (2012)
A Grounding In Numbers (2011)
Trisector (2008)
Real Time (2007)
Present (2005)
Vital [live] (1978)
The Quiet Zone / The Pleasure Dome (1977)
World Record (1976)
Still Life (1976)
Godbluff (1975)
Pawn Hearts (1971)
H To He Who Am The Only One (1970)
The Least We Can Do Is Wave To Each Other (1970)
The Aerosol Grey Machine (1969)

Begin 1971 is de ster van Van Der Graaf Generator rijzende. Niet alleen dankzij drie puike albums, maar ook een reeks optredens, waarbij een package tour door Engeland met Charisma-labelgenoten Lindisfarne en Genesis in de eerste maanden van dat jaar zich precies op het juiste moment aandient.

Het materiaal van de vierde plaat, “Pawn Hearts”, ontstaat in de eerste helft van 1971 ‘on the road’, terwijl frontman Peter Hammill in die periode onder andere met Robert Fripp werkt aan zijn solodebuut “Fool’s Mate”. Hij wil zijn compacte en kortere songs liever kwijt op een eigen album. Die strategie pakt prima uit, want beide albums laten zowel VDGG als Hammill in topvorm horen. Anderzijds komt er met “Pawn Hearts” een triomferend einde aan het eerste tijdperk van de groep.

Eigenlijk is het hele album van begin tot eind een diepgaande en introspectieve reis door Hammills belevingswereld, waarvoor hij met Hugh Banton, Guy Evans en David Jackson ook muzikaal flink aan het experimenteren slaat. Nee, “Pawn Hearts” is op alle fronten zeker geen lichte kost. Atonale klanken zijn de groep niet vreemd, terwijl sax en toetsen op sommige momenten voor de broodnodige harmonie zorgen en Evans de bij vlagen jazzy aandoende rock als een rijdende trein op het spoor houdt. En dan die stem van Hammill: door merg en been. Indringend. Beklemmend. Gepassioneerd.

Alle drie stukken zijn op een uiterst constructieve manier aan elkaar verbonden. Wie ooit de Amerikaanse of Canadese persing van deze plaat had, kreeg de single Theme One als rustpunt te midden van Lemmings en Man-Erg, evenals For Absent Friends dat later in 1971 op Genesis’ “Nursery Cryme” zou doen. Even ademhalen. Maar daarvan is op de reguliere persing van “Pawn Hearts” geen sprake. Net zoals op de opvolger “Godbluff” vullen twee stukken de eerste plaatkant. En daarna volgt op kant twee het magnum opus van de band.

Banton noemde A Plague Of Lighthouse Keepers ooit de ‘Sgt. Pepper van Van Der Graaf Generator’. Daar is geen woord te weinig mee gezegd. Niet in 42 minuten, maar in 23 minuten volgt het ene na het andere muzikale kleurtje en sfeertje elkaar op. Een bizar samengestelde symfonie die in feite de naam van VDGG als ‘artrock’-band volledig onderstreept. In zijn liner notes stipt Mark Powell aan hoe wild het er in de studio aan tekeer ging, hoe talloze stukjes door de groepsleden en producer John Anthony aan elkaar werden gesmeed. En waarin meneer Fripp ook gedurende twee minuten nog te horen is. Te midden van rondvliegende jams, synthesizergeluiden en minimaal klinkende intermezzo’s. Slechts een paar keer durft de band het in hun hoogtijdagen aan om het epic live te spelen. Na de reünie in 2005 gebeurt dat overigens vaker.

Evenals “Lizard” en “Islands” van King Crimson is “Pawn Hearts” misschien wel de ultieme plaat waarop vroege, zware progrock op uitdagende wijze de handen ineenslaat met avant-garde en jazzrock. Dit is ook een album waarop je volledig voor in de stemming moet zijn. De vrolijkheid en de dosis relativeringsvermogen zijn soms ver te zoeken. Maar de innerljke kracht is sterk en onweerstaanbaar. Zo sterk dat VDGG na deze plaat het eventjes welletjes vindt en pas ruim drie jaar later met de overtuigende opvolger “Godbluff” de draad weer oppikt.

Klinkt de opgepoetste originele mix van de plaat al erg fraai, in de nieuwe stereo- en 5.1-mix van Stephen Tayler komen er vooral elementen van Lighthouse Keepers op fraaie wijze naar boven en wint het stuk aan intensiteit. Ook de bonus tracks van de BBC-sessie uit juni 1971 zijn waardevol, terwijl ook de single Theme One/W is geremixt. Het resultaat is de definitieve editie van deze voor de Britse progressieve rock baanberekende plaat.

Send this to a friend