Ingeklemd tussen het comeback album “Godbluff” en “World Record” geldt “Still Life” als één van de meest toegankelijke en best gewaardeerde albums van Van der Graaf Generator.
Uitgebracht in de slipstream van het succes van “Godbluff” bevat dit zesde album twee stukken die de band al tijdens de opnamesessies van de voorganger opnam, in de Rockfield Studio’s in Wales: Pilgrims en La Rossa. Die worden vervolgens door de groep dermate hoog gewaardeerd dat ze de basis vormen van ”Still Life”, een prima keuze.
Is dit album Peter Hammills finest hour? Wellicht. In elk geval ligt ook deze VDGG-plaat tekstueel zwaar op de hand. Het lot van de mensheid, existentialisme, het leven en de dood lopen als een rode draad door de cynische teksten van Peter Hammill, die zoals altijd zijn hele ziel en zaligheid in de zangpartijen legt. En wat klinkt hij met name op deze plaat gekweld – volgens de overlevering door relatieproblemen. Maar wat is dit album ook muzikaal eentje om door een ringetje te halen, evenals “Godbluff” door de band zelf geproduceerd, maar “Still Life” heeft nét even dat extra tintje dat de al niet misselijke bijdragen van Hugh Banton, David Jackson en Guy Evans naar grote hoogte brengt.
Vooral My Room (Waiting For Wonderland) en Childlike Faith In Childhood’s End – die samen de oorspronkelijke kant 2 vullen – blinken uit in hun losse, maar gedreven vorm. Vooral Jackson is op dreef met zijn melodieuze sopraansaxspel en dat vormt een fraaie tegenhanger van Bantons piano-, orgel- en baspartijen. Na 45 jaar valt er op dat vlak nog steeds veel te ontdekken op dit album. Ook destijds werd “Still Life” al sterk op waarde geschat en begin jaren ‘80 zelfs gezien als een plaat waarop de (Britse) wortels van punk en new wave liggen; tegendraads, zelfverzekerd en bij vlagen opzwepend – maar bovenal z’n tijd ver vooruit.
Krijgen we in Gog opnieuw (hij stond ook al op de vorige remaster) een live bonustrack voor de kiezen, de remix door Stephen W. Tayler krikt het album geluidstechnisch behoorlijk op waar het Evans’ drums en Hammills zang betreft, terwijl de BBC-sessie met Still Life en La Rossa en twee stukken opgenomen in Parijs aardige toevoegingen zijn, doch geluidstechnisch niet van de bovenste plank.
En toch: Universal – en in het bijzonder Mark Powell – heeft met deze reeks Van Der Graaf Generator albums opnieuw een mijlpaal afgeleverd op het gebied van kwalitatieve heruitgaven en die met name met de lijvige box set “The Charisma Years 1970-1978” de echte fan in de watten legt. De afzonderlijke vier reissues zijn ook tot in de puntjes toe verzorgd en inmiddels ook op vinyl verkrijgbaar. Zo kan de punt achter dat belangrijke onderdeel van Britse prog ook definitief worden gezet.