Venus Loon

Pandora’s Paradox

Info
Uitgekomen in: 2023
Land van herkomst: Verenigd Koninkrijk, Duitsland
Label: Eigen beheer
Website: www.peterlawson.bandcamp.com
Tracklist
Inside The Simulation (6:18)
Ouroboros (7:14)
Pandora’s Paradox (9:31)
Speaking In Tongues (2:06)
The Knight And The Knave (6:43)
Waiting For Gold (6:43)
Dance Of The Dead (3:35)
Peter Lawson: gitaar, basgitaar, lap steel gitaar, mandoline, toetsen, zang
Wolfgang Ostermann: drums, percussie, toetsen
Pandora’s Paradox (2023)
Havoc (2022)
Apollo Rising (2022)
Acid Puritan (2021)

Peter Lawson, een multi-instrumentalist uit Manchester, maakt samen met de Duitse drummer Wolfgang Ostermann, ook op deze website bekend van bijdragen aan Frequency Drift, Feeling

Of Presence en Haven Of Echoes, al een aantal jaren progrock onder de naam Venus Loon. Dat is een singletje geweest van T. Rex, maar daar doet dit project verder niet aan denken. Waar dan wel aan, is een vraag waar ik al een poosje mee worstel.

Lawson en Ostermann maken stevige, best wel volle progrock, soms een beetje psychedelisch van aard, soms een beetje tegen de metal aanschurend. Lawson is een begaafd gitarist en Ostermann is een geweldige drummer, die ook met percussie, zoals de melodische tongue drums, goed uit de voeten kan. Dat blijkt vooral op Speaking In Tongues, waar hij twee minuten lang de ruimte krijgt om even te shinen. Samen hebben ze een eigen stijl, die ik niet gelijk kan linken aan een bepaald genre. Hier en daar zwaarmoedig, soms virtuoos en vaak een beetje verbijsterend.

Dit is zo’n plaat die je wel kunt bewonderen, maar waar je niet van gaat houden. Dat komt voor een deel door de productie, die ik niet overdonderend vind. Of juist wel. De plaat is heel erg druk en zeer compact gemixt en gemasterd. Het klinkt allemaal als een muur van geluid, met weinig ruimte om te ademen. Het is best wel drukke muziek, waarbij Lawson op de basgitaar soms met een heel ander liedje bezig lijkt te zijn. Reuze virtuoos, maar hij zit er zichzelf wel mee in de weg.

Een ander punt dat mijn luistergenot danig ondergraaft, is de zang. Lawson is geen begenadigd zanger en dat realiseert hij zich ook wel. Daarom maskeert hij zijn tekortkomingen met aparte mixkeuzes. De zang is gehuld in enorme wolken galm of andere effecten, die weinig doen om de zang beter genietbaar te maken, maar wel een enorme afstand creëren. Eigenlijk klinkt de zang gewoon lelijk.

Allemaal reuze jammer, want zoals gezegd: het is verder erg knap gedaan. Luister maar eens naar Ouroboros, dat sowieso bevalt omdat er geen zang in zit, met sterke tegendraadse ritmes, spannende geluidseffecten en een goed arrangement. Maar mooi vind ik het niet. Iets vergelijkbaars is aan de hand met het titelstuk, met ruim negen minuten ook het epos van de plaat. In de laatste minuut haalt Lawson een raar geintje uit met een soort klokgeluid, dat eerst dwars tegen het ritme inloopt en aan het einde precies samenvalt. Keigoed gevonden, maar het is ook geen gehoor.

Lawson legt de lat voor zichzelf misschien wel een beetje te hoog. Het moet een knap tokkelgitaartje, met koortjes en dissonante sologitaar én een ontspoorde basgitaar zijn, anders is het hem niet goed genoeg. Mij is het allemaal veel te veel. Als de luisteraar steeds even de plaat stopzet om te controleren of er niet per ongeluk nog iets anders meeloopt, dan ben je echt op de verkeerde weg. Zonde van zoveel talent.

Send this to a friend