Vespero is een Russisch combo dat sinds 2006 regelmatig tot uitgaven komt, zodat we met het onderhavige “De Ludo Globi” al aan nummer veertien zijn toegekomen. Het album kent maar één nummer dat uiteenvalt in twee delen van om en nabij de twintig minuten (moet ook wel, want naast een persing van 300 cd’s is er een vinyluitgave van 300 stuks). Productieve jongens dus, die wel weten waar Abraham de mosterd haalt. Maar hoe smaakt die mosterd eigenlijk?
Het album is geïnspireerd door het leven van ene Nikolaus Krebs von Kues, die in 1463 het werk De Ludo Globi schreef, en begint rustig met een voortkabbelende vorm van spacerock met daarin ruimte voor de gebruikelijke blieps en zwieps, maar ook saxofoonspel. Het klinkt allemaal vrij en losjes, en dat blijft gelden voor de delen waarin spacerock en psychedelica de overhand hebben. Hierdoor moet ik regelmatig denken aan de Ozric Tentacles.
Over deze psychedelische ondergrond soleert dan weer de één, dan weer de ander, zoals vooreerst de saxofoon die het geheel een wereldmuziekgevoel geeft, mede ook door de prominente percussie. Denk hierbij aan Jon Hassell, of het percussiegerichte werk van Tony Levin, met mensen als Tony Marotta. Anderzijds mag de viool klaaglijk over de losse percussie heen soleren, of wordt de elektrische gitaar van stal gehaald voor wat sterk solospel. Door het donkere, percussieve karakter moet ik hier nogal eens denken aan The Steppes van Steve Hackett. Maar het is niet uitsluitend spacerock dat we voorgeschoteld krijgen: halverwege het eerste deel gaat de knop om en wordt het gebodene door het inzetten van een kamerorkest melodieuzer en thematischer. Ook hieroverheen wordt gesoleerd, met name door de viool. Synthesizers domineren in de laatste vier minuten terwijl de percussie het volume steeds verder opstuwt.
Deel twee is een voortzetting van deel één, en daarom niet wezenlijk anders. Toch zijn er wel verschillen in de invloeden die naar voren komen. Zo opent deel twee open en transparant, zelfs een beetje funky. Het tempo is hier wat hoger, met op hoog toerental draaiende, maar al niet al te nadrukkelijke aanwezige sequencers. Tussendoor krijgen de solo-instrumenten weer alle tijd om even op de voorgrond te treden. Het mooist wordt het tijdens de laatste paar minuten, die zijn gebouwd rondom een ijzersterk thema.
De band kondigt dit album zelf aan als hun meest kleurrijke ooit, en dat zou me niet verbazen, want vergeleken met een Ozric Tentacles legt Vespero een veel breder palet aan smaken en stijlen op tafel. Een fragment is te beluisteren op YouTube.