Het zijn de sporadisch op het album voorkomende grunts die deze cd wat mij betreft de das om doen. Elke grom is er mij één teveel. Zonde dat de Amerikaanse band Vultress zijn debuut-cd “Distance” er zo mee ontsierd heeft, want dit jonge viertal uit Indiana laat uitstekende progmetal horen voor zover ik dat kan beoordelen.
Al snel zeg ik ‘Dream Theater‘ en lijkt een korte hap-slik-weg recensie in de maak. Ik merk echter dat ik per draaibeurt enthousiaster wordt over de prestaties van de band en als ik dan hun foto’s op Facebook zie breekt mijn hart. Met een beetje fantasie had ik hun opa kunnen zijn. Doe wat je niet laten kan, speel er lekker op los en luister vooral niet naar deze ouwe zak. Nou ja, ik mag dan wel geen progmetal specialist zijn, het bandgeluid heeft zoveel raakvlakken met andersoortige progbands dat zelfs ik daar niet over uitgekletst raak.
De instrumentale intro van A Chord From Heaven zet met zijn Spocks Beard-achtige bombast de deur van het huisje, dat op de voorkant staat afgebeeld, wagenwijd open. Deed ik dit stuk in eerste instantie nog af als ‘weinig origineel’, uiteindelijk vind ik het (en dan met name het jazzy gedeelte met de stuwende basgitaar) juist een goed voorbeeld van hun eigenheid. Het fijne is dat de band bijna constant met dit soort integraties komt. Hoor ik nu Salem Hill of trekt de band een tweekwarts-sprintje in metalland, waan ik me nu op een cruiseschip ergens op de Caribean of zit ik in een duister ondergronds café tussen de gewelven? Het is absoluut geen ongeregeld zootje op het album, Vultress maakt goed geconstrueerde muziek die zo complex is als wat. Zes van de zeven nummers hebben een epische structuur. Het album klokt dan ook maar liefst 76 minuten. Vaak is een debuutalbum met een dergelijke tijdsduur een volgepropte worst. Vultress echter houd je voortdurend bij de les. Niet op zijn minst dankzij het geoliede drumwerk van Paul Uhrina die alle virtuoze verrichtingen van z’n bandmakkers soepel aan elkaar heeft gemept.
De zang is een verhaal apart. Verantwoordelijk hiervoor is toetsenist Anthony Capuano, de man die van mij de bijnaam ‘De Kameleon’ krijgt. Zelden heb ik iemand zich zo gemakkelijk aan de sfeerwisselingen binnen de muziek horen aanpassen. Als het hoog moet, zingt hij met een Ted Leonard-achtige kopstem, als het laag moet zingt hij met een borststem richting James Hatfield van Metallica. Capuano zit vol expressie; dan weer klinkt hij uitbundig, dan weer ingetogen. Wat mij persoonlijk het meeste aanspreekt binnen het progmetal-genre, zijn de nummers met een erg pakkende zanglijn in het refrein en jawel hoor, Vultress komt met The Path. Als Dream Theater ooit nog eens een nummer moet coveren ten behoeve van een Vultress tribute kunnen ze hier toch echt niet omheen.
Het Queen-achtige The Siren’s Song is een kort interlude dat de epics onderverdeelt in twee blokken van drie. Het eerste blok is uitstekend, in het tweede echter overtreft de band zichzelf. In Reinvocation komt de combinatie van sfeer en virtuositeit nog het meest naar voren terwijl The Siren Screams en The Path elkaar een handje mogen geven als het gaat om pakkende melodieën (denk aan Shadow Gallery). Het afsluitende At The Edge dat bijna 25 minuten duurt is in het begin zwaar en stevig. Wat volgt is een enorme hoeveelheid technisch machtsvertoon. Als je daar van houdt, is het grandioos, anders is het een hoop poeha. Gaandeweg komt er wat meer rust in het nummer, je zou At The Edge zelfs lichtvoetig kunnen noemen en dat zou je niet verwachten als je de grunt in de intro hoort.
Al met al is Vultress een band die grossiert in verrassende wendingen. Tel daarbij op dat de melodieën sterk zijn, de virtuositeit groots en de sferen fraai. Zodoende heb je een band die progressief is tot op het bot.”Distance” is dan ook een aanrader voor iedereen die progmetal dan wel progmetal-getinte muziek kan waarderen. Mensen die een afkeer hebben van grunts raad ik aan om in elk geval toch even te gaan luisteren naar dit album.
Dick van der Heijde