Hoewel beide heren zich anno 2009 ook enigszins zorgen kunnen gaan maken hoe groot beider pensioengat is, lijkt hiervan toch nog geen sprake. Het straffe werktempo dat Geoffrey Downes en vooral John Wetton er al jaren op na houden gaat maar door en door. Zo kan het dus dat na de reünie-plaat en een fikse bijbehorende tournee van Asia ’tussendoor’ het derde deel uit de Icon serie het levenslicht ziet.
De derde op rij is wel volgens hetzelfde recept gebrouwen als de eerste twee platen. Dat wil zeggen; fraaie melodieuze liederen met hier en daar een stevig uitstapje (met als hardste uitschieter Sex, Power And Money), doch zonder overigens echt verrassend te worden. Allemaal wel voorzien van een redelijk tot hoog niveau. De grootste verandering is eigenlijk dat John Mitchell zijn gitaar heeft overgedragen aan Dave Kilminster (bekend van onder andere zijn werk met Roger Waters).
In tegenstelling tot bijvoorbeeld hun werk bij Asia is er bij de Icon projecten altijd wel ruimte voor gastmuzikanten. Zo waren in het verleden Annie Haslam en Anneke Van Giersbergen al te horen op een Icon plaat en deze keer is Anne-Marie Helder (Karnakata, Mostly Autumn) in duetvorm (tijdens de ballade Raven) te beluisteren. De meest opvallende gast van dienst is echter harpvirtuoos Andreas Vollenweider die zijn fraaie harpspel mag etaleren tijdens Anna’s Kiss en het eerder genoemde Raven.
Hoewel de Wetton en Downes volger precies kan weten wat er voorgeschoteld wordt, is het toch altijd weer fijn om te concluderen dat het ze weer gelukt is om een hele stapel met prettige proglight nummers te schrijven. De stem van Wetton is één van de meest gelauwerde in de symfowereld en toont nog nauwelijks slijtage. Het toetsenspel van Downes staat vooral in dienst van het liedje al heeft de goede man ook zijn momenten waarop hij mag schitteren. De meest in het oog springende track daarbij is het instrumentale Anna’s Kiss. Al is het ook hier Downes na de door mooie toetsen gedomineerde intro grotendeels weer vooral de man die het warme tapijt neerlegt waarop Kilminster en Vollenweider hun muzikale ding mogen doen.
De progkenner weet van te voren wat hij / zij met deze plaat in huis zal halen. Dan word je wellicht niet omver geblazen, maar een niet al te pretentieuze plaat vol met kwaliteitsmuziek is voor de verandering ook weer eens leuk!
Sander Kok