Whitecave is een Nederlands trio dat in 2015 is ontstaan en nog niet echt aan de weg heeft kunnen timmeren. Met het uitbrengen van hun eerste cd willen ze hierin verandering brengen. Hans Holeman doet zo’n beetje alles. Hij schrijft alle muziek en teksten en bespeelt gitaar, toetsen en bij gebrek aan een echte bassist ook basgitaar. De zangpartijen neemt hij ook voor zijn rekening. Drummer Dick Wit schrijft mee aan drie nummers. Nog een toetsenman is Cor Steijn. Ik ben dan direct nieuwsgierig of dit een nazaat is van dé meneer Cor Steyn, die in een grijs verleden komiek Dorus begeleidde op Hammondorgel. De ‘ij’ in zijn naam heeft oude Cor uit publicitaire redenen vervangen door de ‘y’. Toen al!
Het trio maakt melodieuze progrock met vette knipogen naar de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Al heel snel is een vergelijking met Pink Floyd te maken, zonder dat de band daarbij overigens in de buurt komt. Het debuut is “Times Of Trouble” getiteld en daar is geen woord aan gelogen. Het thema is oorlog en alle ellende die hiervan het gevolg is. De start is sfeervol met piano, vioolgeluiden en een tokkelend gitaartje. De sfeer is eerder melancholisch dan donker.
The Day gaat over D-Day. Weer een nummer over D-Day, compleet met gesproken teksten. Met die teksten en radiofragmenten die zo vaak opduiken op cd’s, ben ik inmiddels wel een beetje klaar. Maar goed, Holeman laat hier wel horen dat hij een behoorlijke David Gilmour-imitatie in huis heeft. Minutenlang soleert hij dat het een lust heeft, de toetsen in een ondersteunende rol. Prachtig! De kerkklokken (op toetsen) verhogen de sfeer die bij de invasie hoort. “The Wall” en “The Division Bell” van Pink Floyd zijn referenties voor deze heerlijke symfonische opening.
Als Holeman op zijn snaren op In Pain wederom van leer trekt is het duidelijk wie in deze band de broek aan heeft. Melancholie en dreiging gaan hand in hand, dit leidt tot de onvermijdelijke slotsolo, die letterlijk uit de boxen knettert. Qua zang is Holema niet uit hetzelfde hout gesneden. Hij heeft een wat vlakke stem die niet erg tot de verbeelding spreekt en hij lijkt niet van zins hier veel emotie in te leggen. Dit leidt tot tamelijk saaie zangstukken. Het wachten is dan maar op weer zo’n mooie gitaarsolo, die dan vaak ook wel komt.
Het toetsenwerk, nog wel verzorgd door twee bandleden, is keurig verzorgd, maar houdt ook niet over. Het is allemaal te voorzichtig, te dienend, de toetsenmannen lijken bang om buiten de lijntjes te kleuren. Het gegeven dat de composities niet alle uitblinken in vernuft helpt hierbij ook niet. Slechts een enkele keer komt het klavierengoed uit de schaduw en dan wordt het meteen leuk. In het instrumentale Fire In The Hole bijvoorbeeld, waar we een heuse toetsensolo meemaken, gevolgd door een prettig samengaan van toetsen en gitaar. Even zijn flarden Eloy te horen.
Nog een instrumentaaltje, Refugees, is opgedragen aan de oorlogskinderen van Syrië. De band weet een Oosters en onheilspellend sfeertje op te roepen en de kinderstemmen hebben hier wel een meerwaarde. Wat dan weer jammer is dat de gitaarsolo in de badkamer van de buurvrouw lijkt te zijn opgenomen. Je hoort ‘m amper, waardoor een groot deel van het effect van zo’n solo verdwijnt. Dat is toch een manco op deze cd. Te vaak staan instrumenten veel te zacht afgesteld in de mix, een piano die nauwelijks hoorbaar is, een synthesizer vaag op de achtergrond, zelfs de gitaar ondergaat hetzelfde lot. Zonde is dat, de muziek had veel krachtiger en overtuigender kunnen klinken met een betere afstelling.
Los van deze minpuntjes levert Whitecave met “Times Of Trouble” een meer dan verdienstelijk debuut af. We horen sfeervolle melodieuze rock van de overwegend rustige soort met een hoofdrol voor de gitaar en de toetsen in de rol van aangever. En er had dus nog wat meer in gezeten. Laten we dat bonusmateriaal dan maar voor het vervolg bewaren, want dat mag er wat mij betreft zeker komen.