Mag het iets meer zijn?
Het Britse Wishbone Ash staat altijd garant voor een stevige dosis melodieuze rockmuziek waarbij de kenmerkende twin-gitaar sound, twee gitaristen die unisono spelen, uiterst herkenbaar en ongeëvenaard is. Ik heb ze door de jaren heen al vele malen zien optreden, de band toert dusdanig veel dat ik eerlijk gezegd de laatste jaren de shows van de heren even langs me heen heb laten gaan. Maar het vooruitzicht om de band zijn grootste hits te zien spelen als onderdeel van hun jubileumtournee, genaamd “50th Anniversary Tour”, was een te grote verleiding om ‘nee’ tegen te zeggen. Dus op naar de Boerderij in het gezelschap van een veel groter dan verwacht publiek, mogelijk om dezelfde reden aanwezig als ondergetekende.
Als onaangekondigd voorprogramma staat tot ieders verrassing opeens Doris Brendel op het podium. De enthousiaste vijfmans act uit het Verenigd Koninkrijk speelt een aanstekelijk soort folk/progrock waarbij de roodharige zangeres en de met hoge hoed en motorbril getooide gitarist overduidelijk de eerste viool spelen. Of beter gezegd, de eerste blokfluit. Zeker niet slecht en een prima opwarmer voor het hoofdprogramma deze avond.
Omstreeks half tien maakt het gezelschap zijn opwachting op het podium van de Boerderij. De synthesizertonen maken het al duidelijk: openingsnummer Real Guitars Have Wings zet direct de toon. Het duet tussen beide gitaristen in dit instrumentale nummer is karakteristiek voor de sound van Wishbone Ash. De heren hebben er zichtbaar zin in en zonder veel poespas wordt The King Will Come van het monumentale “Argus” uit 1972 ingezet. Nieuwe aanwinst Mark Abrahams speelt de solo op zijn Tokai. Nog een tweetal andere nummers van “Argus” volgen, Warrior, met Andy Powell op sologitaar en Throw Down The Sword. Het in groten getale opgekomen publiek gaat volledig uit zijn bol.
Dan is het tijd voor wat nieuw materiaal. Powell lijkt zelf verrast te zijn door de totstandkoming van het nieuwe, nog uit te komen album, genaamd “Coat Of Arms”. Het spetterende We Stand As One heeft dan ook alle eigenschappen die een succesvol Ash nummer dient te hebben en kan nog wel eens een publiekslieveling gaan worden. Powell en Abrahams verdelen de solospots eerlijk onder elkaar. De oprichter speelt het grootste deel van de avond op zijn karakteristieke zwarte Flying V gitaar en memoreert dat ze in de laatste week zitten van hun wintertournee, gestart in 2019, en het heuglijke feit van het 50-jarig bestaan van de band.
‘Keep the weels turning’ zingt Powell met zijn soulvolle stem, het is de eerste regel The Way Of The World, dat in zijn geheel gespeeld wordt, dus Parts 1 en 2. De heerlijke solo op Living Proof is van Abrahams die de Laurie Wisefield rol op zich neemt. Het nummer is een persoonlijke favoriet en dat geldt ook voor het daarop volgende Standing In The Rain. De uit het marmer van de badkamer gezaagde Flying V, zo leek het tenminste (voor de fans: een Case APJV), klinkt desondanks heel goed. ‘I’m wondering why your face no longer shines’, de eerste zin van Jailbait uit 1971, wordt luidkeels meegezongen door het kennerspubliek.
Het legendarische Phoenix is ruim 50 jaar oud, het oudste nummer van de set. In de extra lange versie is het nog even krachtig als in 1969. Het thematische nummer over de feniks vogel die uit de as herrijst is exemplarisch en verwijst direct naar de naam van de band. Blowin’ Free tenslotte, is de niet onverwachte daverende toegift, opnieuw van het iconische “Argus”, de bassolo van Bob Skeat krijgt terecht de handen op elkaar.
Good-old Bob Skeat loopt al heel wat jaartjes mee, hij maakt sinds 1997 deel uit van de band. Met zijn eeuwige petje (geen idee wat er onder dat hoofddeksel zit) is hij niet alleen op bas maar ook met zijn (hoge) zangpartijen uiterst waardevol voor WA. Van drummer Joe Crabtree kan eigenlijk het minst worden gezegd, behalve dat hij sinds 2007 deel uitmaakt van Ash en op uiterst solide wijze zijn partijen vertolkt.
Sinds 2017 maakt gitarist Mark Abrahams deel uit van Wishbone Ash, de 41-jarige heeft uiterlijk wel iets weg van een kruising tussen vakgenoot Menno Gootjes (Focus) en Hollywood acteur Edward Norton. Hij speelt afwisselend op een lichtblauwe Fender Stratocaster en op een Gibson Les Paul lookalike, een Tokai. En dat doet hij met verve en vakmanschap. Zo goed zelfs dat bandleider Powell de huidige samenstelling van Wishbone Ash als de beste in jaren noemt. Daarmee doet hij recente voorgangers als Mark Birch, Ben Granfelt en vooral Muddy Manninen tekort, maar ik snap wel wat hij bedoelt. Abrahams past uitstekend bij de sound die de legendarische band produceert met zijn scherpe, vlekkeloze spel. Hij krijgt dan ook terecht een evenredig deel van de solo’s toebedeeld, Powell is bepaald niet egoïstisch.
Oprichter/componist/gitarist/zanger Andy Powell, het enige lid van de oorspronkelijke bezetting, hoopt in februari zijn 70e verjaardag te vieren. Hij is overduidelijk in zijn element deze avond. Het feit dat de Boerderij naar eigen zeggen uitverkocht is, zal ongetwijfeld een rol hebben gespeeld bij zijn goede humeur. Of het ook de waarheid is laat ik in het midden, feit is wel dat een enthousiast publiek voor een gezellige en uitgelaten sfeer zorgt. Powell praat honderduit: over Brexit, Trump, de achttien landen die de tour heeft aangedaan en wederom Brexit. Zijn misvatting dat in Nederland opleiding en gezondheidszorg gratis zijn wordt hem vergeven, evenals zijn reclame voor het programmaboekje en het in Japan opgenomen “Live In Japan”(creatieve titel). Wat echter onvergeeflijk is, is dat een band die 50 jaar bestaat en tientalle albums heeft uitgebracht, kans ziet om een jubileum optreden na krap 1 uur en 35 minuten te beëindigen, schande!
Het betreft echter de enige show in Nederland, hoewel Wishbone Ash in mei weer twee keer ons land zal aandoen. Het zal het enthousiaste publiek worst zijn, ruim 600 bezoekers hebben genoten van de ‘greatest hits’ show van de Britten. Licht en geluid waren weer top deze avond, hoewel het laatste een tikkeltje hard stond, vooral tijdens het voorprogramma. Of we ooit nog een ’60-year anniversary’ gaan meemaken is op zijn zachtst gezegd twijfelachtig. Maar dat de band met het nieuwe album en een jonge talentvolle gitarist in de gelederen weer nieuw bloed en vernieuwde dadendrang heeft is wel duidelijk. Hopelijk zien we de heren op niet al te lange termijn terug in de Nederlandse theaters, maar dan wel graag nog een klein halfuurtje erbij graag. Het kan toch niet liggen aan een gebrek aan repertoire, toch?