Woodenhead is een band uit New Orleans, die al 28 jaar bestaat. De groep, oorspronkelijk beïnvloed door symfo uit de jaren ’70 als Yes, King Crimson en Gentle Giant, heeft in de loop der jaren een ontwikkeling doorgemaakt in de richting van die typisch Amerikaanse jazzrock met countryfeel die je onder andere terughoort bij jazzrockgroepen van het Windham Hill label als Shadowfax en Michael Manring, maar ook bij Steve Morse (Dixie Dregs) en Kansas. Ook verwerkt gitarist Robinson, die alle stukken schrijft, stukjes pure funk en Zappa in de muziek van Woodenhead. Het eindresultaat is een swingende, virtuoze, instrumentale pot progressieve jazzrock.
Voor “Perseverance” heeft de band opnamen gemaakt tijdens een optreden en daarna het geluid van het publiek weggedraaid. Het voordeel van deze procedure is dat je de band hoort samenspelen, de energie van een liveshow zonder dat hinderlijke gefluit en gejoel tussendoor, en mooi open geluid. Het nadeel is dat Woodenhead zich nogal eens vergaloppeert, er zitten fouten in die je in een studio nooit zou laten zitten. Dat euvel speelt vooral toetsendame Fran Comiskey parten, haar solo’s zijn bij tijd en wijle een beetje klungelig. Daarbij heb ik ook veel moeite met de geluiden die zij tot haar beschikking heeft: een digitaal orgeltje en zo’n jaren ’80 belpingelend elektrisch pianootje. Wat strings of analoge geluiden hadden het geluid aanmerkelijk verrijkt.
Gelukkig wordt Woodenhead in een aantal nummers bijgestaan door een trombonetrio. Dat is nog eens een zin die je niet snel verwacht op een progsite! Het feit is, dat de blazers enorm bijdragen aan de feestvreugde en de energie van de muziek. Zo speelt opperblazer Mark Mullins een aantal solo’s met een door een wah-wah pedaal gemangelde trombone die er mogen zijn en als de heren drie man sterk de thema’s mee toeteren staan de ramen te trillen in de sponningen. Ze zijn extra welkom omdat het geluid van de band een beetje drive, een beetje “ballen” mist, het wil niet echt rocken.
Het mooiste nummer is voor mij het langzame, soms slepende stuk Ayo Aise, waarop gitarist Robinson laat horen wat hij in huis heeft, zoals de mogelijkheid te klinken als Allan Holdsworth. Ook de stukken die het meest op het werk van Steve Morse lijken, Big G en Yes And No, zijn bijzonder fraai, terwijl de band het meest op zijn gemak lijkt met het stevigere Funk Tune en de Frank Zappa-pastiche Dance, No.2.
Al met al was Woodenhead voor mij een aangename verrassing. “Perseverance” is zoals gezegd een plaat met een aantal haken en ogen, maar wie – zoals de titel al vraagt – doorzettingsvermogen toont, wordt beloond met een uurtje lekkere rock en jazz met proggie raakvlakken. En trombones.
Erik Groeneweg