Xanadu, de zomerresidentie van de 13e eeuwse Mongoolse leider Koeblai Khan is, mede dankzij een gedicht van de Engelse dichter Samuel Taylor Coleridge, een populaire metafoor voor, als het al niet het absolute paradijs op aarde is, dan toch ten minste een nastrevenswaardige en idealiseerbare ‘pleasuredome’. In de populaire muziek vond de mythe, dan wel vooral het gedicht, zijn weg naar de film uit 1980 (met het bekende titelnummer van ELO en Olivia Newton John), het legendarische album van Frankie Goes To Hollywood en, in de context van dit digitale periodiekje toch wel het meest relevant, een van de epische nummers van Rush. Het zal mijn enorme liefde voor laatstgenoemde band wel zijn die de commissie promoverdeling op de Progwereldburelen heeft doen besluiten mij het debuut van deze Poolse band te doen toekomen.
Het debuut van Xanadu bevat zeven songs die tezamen drie kwartier neo-progmetal (eventueel doorhalen wat niet, dan wel iets minder van toepassing is) vormen. Een vijfkoppige band is in de prog niet ongebruikelijk. Het ontbreken van een vaste toetsenist (in plaats daarvan komt er een tweede gitarist) zie je iets minder vaak. Gelukkig zijn digitale gastkeyboards alomtegenwoordig. Dat de eerste bezettingswisselingen al plaatsgevonden hebben voor er uberhaupt een plaat is uitgebracht, voelt ook wel weer vertrouwd. De vijf (!) oud-leden worden in de liner notes wel vriendelijk bedankt voor hun artistieke bijdrage, dus dat zal allemaal wel snor zitten.
Laten we er niet omheen draaien. Polen heeft zich het afgelopen decennium toch een beetje ontwikkeld tot het China van de progmuziek: er komt min of meer degelijke namaak vandaan. De muziek van Xanadu doet denken aan bands als Riverside en Satellite, Poolse voorgangers die op hun beurt het wiel ook al niet bepaald uitgevonden hebben. In het bijzonder bij de zang van Michal Jarski is het moeilijk om niet aan Mariusz Duda te denken. De vijf korte en twee langere nummers op “The Last Sunrise” zijn netjes geproduceerd en niet al te beroerd gecomponeerd, maar naar een eigen identiteit is het vooralsnog tevergeefs zoeken. De zogenaamd subtiele tempowisselingen in Miles Away zijn toch wel wat aan de geforceerde kant, het titelnummer is wel erg cheesy en zo overheersen de zuinige commentaren.
Maar goed, voor degene die Polen nog steeds als de moderne pleasuredome der progrock beschouwt, zal ook Xanadu geen teleurstelling opleveren. Wat zeg ik, Xanadu zal van vertrouwde kwaliteit zijn. En dat laatste kon wel eens voor meer mensen gelden.
Casper Middelkamp