In allerlei opzichten is het nogal veel wat de Franse multi-instrumentalist Xavier Boscher allemaal doet. Niet alleen is het hier besproken “Embryogenesis” inmiddels zijn elfde soloalbum in vijftien jaar tijd, tevens is hij al een paar jaar langer actief als gitarist van de progmetalband Nebuleyes. Ook binnen zijn muziek houdt Boscher niet van een karige aanpak. “Embryogenesis” laat volvette progmetal horen waar de gitaarakkoorden krachtig zijn en de solo’s gierend en melodieus , muziek waar de basgitaar klettert en de toetsen tingelen. Boscher presenteert z’n nummers met knallende drumgeluiden die de dynamiek hebben van een echt persoon en de precisie van een computer. Zijn nieuwe schijf duurt niet minder dan 69 minuten en omdat Boscher niet bepaald vooraan heeft gestaan bij het uitdelen van de variatie hadden er best wat maten weggesneden mogen worden. Eigenlijk kan je zeggen dat de man zichzelf verliest in veel herhalingen en dat dan ook nog eens doet in songs die behoorlijk inwisselbaar zijn. Voor zover de koude lucht, dit album verdient een hoop pósitieve woorden.
De jaren ’80-sfeer die de toetsengedreven opener Cornucopia oproept is kenmerkend voor het gehele album. Boscher staat er zijn mannetje, hij doet z’n dingen op een zeer overtuigende manier, ontegenzeggelijk en gedurfd. Aan de ene kant komt hij met een razende, nogal bizarre toetsensolo, aan de andere kant schept hij ruimte voor een zinderende gastrol van zijn Nebeleyes-maatje Benjamin Masson op gitaar. In dit nummer zitten trouwens de enige stukjes zang van dit album, het mag geen naam hebben. Boscher moet het dus hebben van zijn instrumentale zeggingskracht. Met de tweestemmige partijen in Illumination en de euforische melodieën van Female Architecture komt hij aardig bij de luisteraar binnen, maar dat hij celdeling en het ontstaan van een kindje in de baarmoeder bedoelt is iets dat je daar niet aan afhoort. Niet dat dit geeft overigens.
In de intro van Timelessness Kingdom is door de aanstekelijke elektronische muziek goed te horen dat Boscher z’n solocarrière begonnen is met het maken van New Age. Dit facet komt ook duidelijk naar voren in het prettige Hybrid en het is volgens mij juist deze combinatie die “Embryogenesis” z’n meerwaarde geeft. De bombastische klanken wijken nergens en leiden gedurende het middengedeelte van de plaat zelfs tot de uitspraak: ‘de boer, hij ploegde voort.’
Als Boscher aankomt bij het 19 minuten durende titelnummer waar het album mee afsluit kruipt er een grote mate van ontzag onder je huid. Een erg mooi moment is het als de gitaar wat uitwappert, een orkestraal stuk het overneemt en daarna weer in progmetalmodus verder gaat.
“Embryogenesis” bevat een originele variant op het geluid van Riverside en Porcupine Tree. Niet verkeerd.
Dick van der Heijde