Wat de … is een Yak? De Nederlandse benaming voor de Yak is bromrund. Het is een rundersoort die vooral in centraal Azië voorkomt. Meer info over deze grasknagers op Wikipedia. Maar het is dus ook een uit Engeland afkomstig trio. Deze mannen gaan al sinds midden jaren ’80 mee, maar hun eerste cd zag pas in 2004 het licht. Het hier besproken album is mijn eerste kennismaking met deze band.
Yak maakt instrumentale (neo) progressieve rock. Ze hebben zich duidelijk laten inspireren door grootheden Genesis en Camel. Aangezien ze ook “The Lord Of The Rings” in de titels betrekken hebben we meteen alle clichés die er over prog bestaan gehad.
Als je gecharmeerd bent van de instrumentale muziek van Willowglass en Pilgrym zal je dit schijfje ook wel kunnen waarderen. Het is vooral toetsenist Martin Morgan die de toont zet. Met zijn toetsenarsenaal weet hij het ene na het andere landschap te creëren. Soms zet hij behoorlijk zwaar aan en even later klinkt het opeens licht en vriendelijk. Hij neemt met zijn toetsen ook de gitaarpartijen voor zijn rekening en dat valt niet altijd even lekker. Met name op Jadis Of Charn vind ik het niet lekker uit de verf komen. Het klinkt te veel gemaakt en het thema wordt veel te veel herhaald. Op een volgend album misschien toch een echte gitarist inhuren?
De moeilijkheid met instrumentale muziek is om de aandacht van de luisteraar goed vast te blijven houden. Het is gewoon lastiger om bij de les te blijven als er niet gezongen wordt. De mannen van Yak diepen dit onvoldoende uit. De nummers klinken best lekker en er zitten heus wel goede tempowisselingen in, maar het blijft nergens hangen. De melodie ben je na het nummer direct vergeten en blijft dus niet hangen. Daarbij gaat het toetsengeluid na een aantal nummers irriteren.
Waar Willowglass er met vlag en wimpel in slaagt om verrassend frisse instrumentale symfo weet te maken, daar faalt Yak. Het stijgt nergens boven de middelmaat uit. Zo op de achtergrond klinkt het prima, maar als je er voor gaat zitten dan heeft dit drietal onvoldoende te bieden. Ik zeg niet ‘yakkes’ maar wel ‘jammer’.
Maarten Goossensen