Een paar weetjes: de Yenisei is een rivier in Siberië en schijnt de op vier na grootste rivier van de wereld te zijn. En in genoemde rivier leven maar liefst 55 verschillende soorten vis. Ja, het is maar dat u het weet!
Zoeken op Google naar ‘Yenisei’ levert deze recensent bij het vergaren van achtergrondinformatie vooral veel feitjes op over genoemde rivier, maar slechts zeer weinig over een Poolse band met dezelfde naam. Het hier besproken album “The Last Cruise” is het debuut van deze Polen dus zo heel erg gek is dat misschien ook niet.
De Poolse formatie Yenisei bestaat uit totaal vijf muzikanten. De band maakt sfeervolle instrumentale postrock. In dit genre wordt de band overigens vergezeld door een opvallend aantal tijd- en ook landgenoten, zoals het tevens uit Polen afkomstige Tides From Nebula, Fading Tapes en Transmission Zero. Het debuutalbum “The Last Cruise” bestaat uit zes stukken muziek en is totaal slechts iets meer dan 36 minuten ‘lang’. De hoes of het boekje zo u wilt, is mooi ontworpen door Mariusz Lewandowski. De afbeelding van het schip dat in de verte op het punt staat om voorbij bekende wateren in het mogelijk fatale onbekende terecht te komen, is een weergave van zowel de titel als het thema van het album, maar vormt ook een mooie eenheid met de sfeer van de muziek.
En laten we het vooral over die muziek hebben. Om maar met de deur in huis te vallen. Die mag er best wezen! Een lekkere, hoewel wat zuinige, portie instrumentale, filmische en zeer sfeervolle muziek. Het gebodene wordt op het album nergens echt heel erg heftig, maar deze plaat bestaat ook zeker niet uit louter voortkabbelend gedreutel: er is voldoende te beleven. Rustige passages worden afgewisseld met stukken waarin gelaagde gitaarpartijen de boventoon voeren, muren van gitaargeluid worden opgetrokken en synthesizertapijten worden voor de luisteraar neergelegd. Over het algemeen is het tempo ven de nummers redelijk laag. En waar het spel van ritmekoppel Cisek en Gawroński vooral degelijk en dienend is, zijn het de toetsen en ook vooral de twee gitaren die voor de verrassingen en de nodige spanning zorgen.
Opener Libra begint met sfeervolle synthesizerklanken en rustig gitaarspel. Traag bouwt het nummer op naar een Pink Floyd ontmoet Jean Michel Jarre-achtige overgang. Een traag ritme wordt ingezet, waarover een melancholische melodie wordt gespeeld. Wanneer het ritme wordt afgebroken luiden pianoklanken het nummer uit: een fijn stukje muziek.
Het tweede nummer draagt dezelfde naam als de Russische onderzeeboot die in het jaar 2000 tragisch verging op de Barentsz zee: Kursk. Dit stuk muziek heeft een stuwend ritme en het tempo is ook hier weer enigszins laag. Er wordt een repetitief thema gespeeld dat wordt begeleid door sfeervolle gitaareffecten op de achtergrond. Het nummer wordt geleidelijk, stap voor stap, telkens een tikje steviger. Halverwege gaat het ritme omhoog en zorgen de gitaren voor een mooi, steeds zwaarder klinkend vervolg. Het gitaarspel doet mij hier, en op sommige ander momenten bij het beluisteren van dit album, af en toe denken aan dat van Alex Lifeson van Rush.
Het nummer Perseids wordt de eerste minuten gedomineerd door een lekker gitaar riffje. Ook hier geen extreme tempowisselingen of breaks. Er is vooral zorg besteed aan de opbouw. Na een rustige passage waar bijzondere synthesizerklanken de aandacht opeisen wordt de luisteraar getrakteerd op een heftige muur van geluid die vooral is neergezet door de gitaren.
Long Way Home is met een speelduur van bijna vijf minuten het kortste nummer van het album. Een uit drie noten bestaand thema speelt van het begin tot het eind de hoofdrol. Leuk: het lijkt daardoor of de uit drie éénlettergrepige woorden bestaande titel van het nummer herhaaldelijk wordt ‘uitgesproken’. Ook dit nummer begint rustig en heeft een geleidelijke opbouw naar steeds heftiger muziek. Vlak voor het einde wordt het dan wat rustiger en varieert de piano enigszins op het eerder beschreven thema tot het nummer is afgelopen.
Roads begint met rustig gitaarspel. Ook op dit nummer wordt over een stuwend ritme opgebouwd naar een geluids muur van gitaren. Op gitaargebied gebeurt er veel tegelijk in dit nummer: het lijkt alsof door de gitaristen meerdere ‘roads’ parallel aan elkaar worden verkend. Uiteindelijk keren we terug naar het rustige spel van het begin.
Het laatste en tevens langste nummer, There Was Nothing We Could Do, begint dreigend. Na een rustig begin zetten trage, loodzware, gitaren in. Tijdens een daaropvolgende rustige passage is de muziek meer toetsen gedreven. Na dit rustpunt pakken beide gitaren de draad weer op, en waar de één losjes een ritmische benadering kiest speelt de ander een trage melodie. Het nummer heeft een heerlijke opbouw. Het gitaarwerk wordt gedurende het nummer voortduurt steeds steviger. En de finale van zowel dit nummer als het album klinkt ronduit stevig tot het onvermijdelijke einde van de laatste cruise op de rivier de Yenisei…
Dit vind ik een lekker plaatje! Mooie sfeervolle muziek met voldoende variatie om het geheel boeiend te houden. Met iets meer dan 36 minuten is het beluisteren van dit album natuurlijk geen erg lange zit en ik betrap mijzelf erop dat ik ‘m tot nu toe elke keer op repeat heb gezet. Is het dan allemaal zo bijzonder? hoor ik u denken of wordt er dan zo driftig en creatief gesoleerd? En is het spel dan zo waanzinnig virtuoos? Nee, dat allemaal niet, maar met “The Last Cruise” hebben de vijf Poolse muzikanten van Yenisei, naar mijn mening, een oerdegelijk schijfje postrock van prima kwaliteit afgeleverd. Knap gedaan!