Amper twee luttele jaren overspannen “Time And A Word” (1970), “The Yes Album” (1971), “Fragile” (1972) en “Close To The Edge” (1972). In dit ongelofelijk korte tijdsbestek heeft Yes zich weten te ontwikkelen tot een absolute topact en met “Close To The Edge” exploreert de band de uiterste grens van haar artistieke kunnen, beslist geen evidentie na het toch al indrukwekkende “Fragile”. De succesvolle ingrepen in de personeelsbezetting – de komst van Steve Howe en Rick Wakeman – hebben de creatieve impulsen van de band geen windeieren gelegd. Yes is anno 1972 is in een zone aanbelandt waar genialiteit en virtuositeit de muzikale output van de band naar ongekende hoogten leidt.
De epische titelsong is een tour de force zoals die zich in symfonische rocktraditie maar zelden voorgedaan heeft. De sterk spirituele inslag van het thema (het paradepaardje van Jon Anderson) lijkt de overige Yes-leden in astronomische mate geïnspireerd te hebben. De plaats waar al dit vernuft samenkomt, wordt op treffende wijze geïllustreerd door de fraaie penseeltrekken van Roger Dean: een soort landschap dat boven de wolken uitsteekt en zich lijkt te ontrekken aan al het aardse. Voor een diepgravende en verhelderende analyse van Close To The Edge loont het beslist de moeite om via volgende weblink een kijkje te gaan nemen:
http://www.yesworld.com/ctte_covach/Close_to_the_Edge.html
Wie deze epische track liever niet gedissecteerd wil zien, kan zich achttien minuten lang laten meedrijven tijdens een adembenemende riviertocht, die doorheen een steeds wisselend landschap meandert. Met plezier en verbazing neem je er de geduchte stroomversnellingen, maar ook de zacht kabbelende deiningen bij. And You And I is van een heel ander kaliber. Niet die avontuurlijke exploratietocht, die je net heb meegemaakt, maar een nummer dat een eerder intimistisch karakter heeft. De heerlijke, akoestische vingerstrelingen van Steve Howe, het zachte basgepluk van Chris Squire en de speelse aanslagen van Rick Wakeman bepalen in aanvangsfase de song, die zich naar een verbluffend mooie instrumentale middensectie kronkelt; een oorstrelende passage waar Howe en Wakeman (op Mellotron) voor een hartverwarmend lang moment zorgen. Dat diezelfde Wakeman op ’t eind nog wat met z’n Moog ligt te jongleren, neem je er graag bij. Het laatste woord is immers aan Anderson, sober begeleid door Howe & alweer Wakeman. Siberian Khathru is een heerlijk rockerig nummer, waarop met name Squire helemaal zijn ding kan doen. De heren laten zich tevens van hun beste vocale kant horen, want de song staat bol van harmonieuze samenzang. Puik gitaarwerk van Howe, die zowat alle stijlen aankan en de omnipresente Wakeman, die even zijn klavecimbel laat aanrukken, zijn de andere opvallende elementen op deze song, die duidelijk laat horen dat Yes ook als een meer rockgetint ensemble best aardig uit de voeten kan en een strak aangehouden tempo niet schuwt.
Er is al aardig wat inkt gevloeid over “Close To The Edge” maar het is en blijft een verbluffend avontuurlijk en meeslepend epos in drie bedrijven (subsecties niet meegerekend), dat nog steeds tot de verbeelding blijft spreken en qua muzikale hoogstandjes schier onuitputtelijk lijkt. Dat het album in zijn geheel en de titelsong als dusdanig steevast hoog in allerlei polls eindigen, kan nauwelijks verbazing opwekken: “Close To The Edge” is een onvervalste klassieker en zal allicht tot het einde der tijden een bron van inspiratie blijven voor muzikanten die zich aan het genre willen wagen en zeker ook voor de fans van symfonische rock in het algemeen.
Piet Michem
CD + DVD (remix 5.1. door Steven Wilson):