Dat Yes een nieuwe cd uit heeft zal weinig mensen zijn ontgaan. Het wel en wee van het ontstaan van deze cd is inmiddels voer voor popgeschiedkundigen. Je kunt er, als je dat leuk vindt, alles over vinden op Wikipedia, de talloze forums en waarschijnlijk alle andere recensies die je gaat lezen over “Fly From Here”. Als je het niet erg vindt concentreer ik me in deze recensie vooral op de uitkomst.
Een belangrijk gegeven van die uitkomst is de huidige bezetting. Jon Anderson schittert door afwezigheid en is vervangen door de van Mystery bekende Benoit David. Verder is Oliver Wakeman (inderdaad, de zoon van) op het allerlaatste moment vervangen door Geoff Downes. Het zal dan niet als een verrassing komen dat “Fly From Here” enorm flirt met het geluid van “Drama” uit 1980, die andere plaat zonder Anderson en (een) Wakeman. Voeg daaraan toe dat de titeltrack Fly From Here stamt uit de schrijversperiode van “Drama” en dat Trevor Horn, die de zang op “Drama” verzorgde en in de jaren ’80 twee schijven van de groep produceerde, weer achter de knoppen zit, en het plaatje is compleet.
We hebben dus eigenlijk te maken met Drama 2. Omdat deze plaat zich tot een underdog binnen het oeuvre van Yes heeft opgewerkt, is dat best begrijpelijk. De fans kunnen tevreden zijn, met in het vooruitzicht veel “Drama”-materiaal op de tournee. Het ligt er echter wel heel dik bovenop. Roger Dean kon het zelfs niet laten de zwarte kat weer op de hoes te laten verschijnen.
Het belangrijkste blijft zoals gezegd de uiteindelijke muziek, en die is gelukkig van grote klasse. We Can Fly, het eerste deel van de het epos Fly From Here, kent een ijzersterk refrein en het nummer zelf een voorbeeldige opbouw. Sad Night At The Airfield is zelfs nog beter, en David’s uitstekende zang maken dit tweede deel zelfs magisch. David lijkt zich als een vis in het water te voelen, en zijn zang klinkt in combinatie met de achtergrondzang van Chris Squire opmerkelijk naturel. Het opzwepende Madmen At The Screens is een opgefokt stukje Yes-periode-Drama, maar ook wel erg aanstekelijk. In Bumpy Ride wordt op zijn Yes gek gedaan, en verder worden er wat thema’s herhaalt. Al met al is We Can Fly een voortreffelijk stuk, dat gemakkelijk geldt als het beste van Yes van de afgelopen 25 jaar.
De plaat zakt daarna een klein beetje in met het door Chris Squire gezongen The Man You Always Wanted Me To Be, een vlot AOR-nummer dat voortkabbelt zonder dat er veel gebeurt. Het door Downes en Horn uit hun Buggles-tijdperk aangedragen Life On A Film Set is dan wel weer een mooi nummer, dat begint als een ballad, maar dan halverwege een ruige overgang krijgt. Steve Howe, die op de plaat speelt zoals we gewend zijn van Steve Howe, levert twee songs, het samen met David gezongen Hour Of Need en het akoestische Solitaire, die doet denken aan The Clap van “The Yes Album”. Al met al moet toch worden geconstateerd dat “Fly From Here” na het lange epos een beetje inzakt.
Gelukkig sluit de plaat af met Into The Storm, een klassieke Yes-song in de beste traditie, een nummer ook dat zomaar van “Drama” afkomstig kon zijn. De samenzang op dit nummer is van hoge klasse, maar het is vooral de combinatie van melodie, gitaarspel van Howe, het ronkende basspel van Squire en de helder productie van Horn die ervoor zorgen dat dit nummer snel tot een live favoriet zal uitgroeien.
“Fly From Here” is al met al een grote prestatie. Yes slaagt er met gemak in de beste plaat af te leveren sinds “90125”, eentje waar het spelplezier en de melodie vanaf spat. Daarnaast zorgt de plaat tevens voor rehabilitatie van de eerdere periode zonder Jon Anderson, die van tijdens “Drama” en bewijst daarmee dat Yes ook zonder Anderson zeker bestaansrecht heeft.
Markwin Meeuws