Moeten we met tomaten gaan smijten? Of moeten we met een wichelroede zoeken naar de werkelijke kracht van “Tormato”, de veelgeplaagde negende studioschijf van Yes? Op het moment van uitkomen werd “Tormato” direct met de grond gelijk gemaakt. Yes was zichzelf kwijt, Yes was Yes niet meer. Hoe heeft dat zo kunnen komen? En is “Tormato” wel zo slecht als iedereen zegt?
Na de uitputtende wereldtoer van 1977 was Yes inderdaad uitgeput. Toch moest er weer een nieuwe plaat worden afgeleverd en een gedeelte van de groep wilde weer terugkeren naar Zwitserland, waar tenslotte het briljante en frisse “Going For The One” tot stand was gekomen. Uiteindelijk besloot men toch de plaat op te nemen in Londen, alwaar dit ratjetoe van onafgemaakte ideeën zich moeizaam vormde.
De geest van de tijd en voer voor muziekpsychologen, zorgden er ook voor dat praktisch alle symfonische rockbands de onbegrijpelijke behoefte kregen hun nummers vlotter, gestroomlijnder en – belangrijkste – korter te maken. Dat is op zich een prima streven, zolang het materiaal dan maar goed is. En dat is waar “Tormato” ook vandaag de dag nog ernstig in tekort schiet.
De plaat, die oorspronkelijk “Yes Tor” zou gaan heten, is een ongemakkelijk werkje van een aantal op zich goede ideeën, dat slecht is uitgewerkt. Nu ben ik niet altijd dol geweest op de productionele kwaliteiten van Eddie Offord, maar zijn kracht wordt zeer gemist.
De plaat opent nog hoopvol met het duo Future Times en Rejoice, dat mag gelden als gewoon een goed nummer, met een flinke drive en prima gitaarwerk van Steve Howe. Mooi is vooral het stukje vanaf ‘one the word…’, dat daarna soepel overloopt in de Anderson-compositie Rejoice. Toch bekruipt gelijk het gevoel dat er zoveel meer in had gezeten. Dat kan ook gezegd worden van Arriving UFO, dat ik persoonlijk een tenenkrommend slecht nummer vind, maar dat wel redelijk laat horen hoeveel meer men had kunnen doen met de compositie.
Ondanks de korte nummers, is “Tormato” wel nog een hoogst symfonische plaat, die bol staat van de tempowisselingen, meer solo’s van Howe en Wakeman kent dan alle platen ervoor en in dat opzicht lekker ‘gek’ is. Ik kan me daarom prima voorstellen dat er Yes-fans genoeg zijn die plezier putten uit “Tormato”. Toch is het schrijnend te moeten constateren dat het meest commerciële nummer van de plaat, de single Don’t Kill The Whale, ook met gemak het sterkste liedje van de plaat is.
De plaat kent nog een volgend probleem. Tracks als Circus Of Heaven en Madrigal zijn nummers die hadden moeten staan op een soloplaat van Jon Anderson. Daarbij zijn ze ook niet bijzonder sterk. Vooral Circus Of Heaven is een irritant nummer, dat de nieuwe richting van songschrijven van Anderson zou laten horen. Dat zou zijn hoogtepunt krijgen op zijn solo-album “Song Of Seven”, waar hij dit recept toegegeven veel beter uitwerkt, met name op het titelnummer van deze plaat. Wat déze composities op “Tormato” doen is me echter een raadsel. Dat geldt ook voor Onward, een nummer van Chris Squire, met dat verschil dat Onward wél een sterk nummer is.
Tenslotte kent de plaat nog twee composities die een redelijke populariteit hebben vergaard onder Yes-fans. Het zijn het druk doorstampende Release, Release en de haast ‘klassiek’ Yes-klinkende afsluiter On The Silent Wings Of Freedom. Om met deze laatste te beginnen, daarvan is alleen het begin nog enigszins indrukwekkend, met het strakke drumgeluid van Alan White waarover Squire laat horen hoe je een basgitaar moet behandelen. Als het liedje zijn structuur krijgt en met name Howe meer te doen krijgt, neemt de kwaliteit ook evenredig af met het ‘la-la-la’ aan het einde als eenzaam dieptepunt. Release, Release is een stuk evenwichtiger en kent een zangmelodie die lekker (voor Yes-fans dan) mee te zingen is en ook nog een grappig drumstukje tussendoor. Ik zou dit nummer nog kunnen rangschikken als aardig, maar zeker niet briljant.
“Tormato” mag dan wellicht wat lichtpuntjes kennen, als geheel staat het volkomen terecht bekend als de slechtste plaat van Yes uit de jaren zeventig. Wat een drama voor Yes-fans. Oh nee, het werkelijke “Drama” zou nog plaatsvinden!
Markwin Meeuws