YÅ«gen

Iridule

Info
Uitgekomen in: 2010
Land van herkomst: Italië
Label: AltrOck
Website: www.yugen.it
MySpace: www.myspace.com/yugenband
Tracklist
On The Brink (0:51)
The Scuttle Of The Past Out Of The Cupboards (6:37)
Iridule (3:08)
Overmurmur (8:49)
Scribbled (1:42)
Becchime (6:18)
Ice (1:46)
Ganasia (4:10)
Thaw (1:40)
Serial(ist) Killer (5:43)
Cloudscape (7:53)
Simone Beneventi: vibrafoon, marimba, Glockenspiel
Paolo 'Ske' Botta: Hammond, elektrische piano, toetsen
Giacomo Cella: fagot
Valerio Cipollone: sopraan sax, sopraan klarinet, bas klarinet
Enrica Di Bastiano: harp
Elaine Di Falco: zang
Michele Epifani: klavecimbel
Maurizio Fasoli: piano
Mike Johnson: elektrische gitaar
Elia Mariani: viool
Giuseppe Olivini: percussie, thermin, Shruti box
Alberto Roveroni: drums
Peter Schmid: contrabas klarinet, bas klarinet, Tubax
Markus Strauss: alt sax, tenor sax, bas sax
Dave Willey: bas
Francesco Zago: gitaar, Mellotron, geprepareerde piano

Met medewerking van:
Dave Kerman: drums op Serial(ist) Killer en Cloudscape
Tommaso Leddi: mandoline op Becchime en Ganascia
Guy Segers: bas op The Scuttle Of The Past Out Of The Cupboards
Mirrors (2012)
Iridule (2010)
Uova Fatali (YÅ«gen Plays Leddi) (2008)
Labirinto d'Acqua (2006)

Nadat het Italiaanse Yūgen in 2008 met hun “Uova Fatali” een onofficieel vervolg maakte op de muziek van de legendarische Italiaanse R.I.O.-band door door Tommaso Leddi’s composities te spelen, brengen ze nu eindelijk hun tweede album met eigen composities uit. Na een sterk veelbelovend debuut in 2006 mag wel gezegd worden dat er best naar deze release werd uitgekeken.

De band zelf heeft alvast niets aan het toeval willen overlaten en zich voor dit album versterkt met een hele resem muzikanten die zich in het verleden bij andere bands hebben bewezen. Zo is er bijna de hele bezetting van de Amerikaanse band Thinking Plague aanwezig waaronder ook de man die we bij dit soort muziek telkens weer blijven tegenkomen, drummer Dave Kerman. Ook zijn er dit keer weer bijdrages van Stormy Sixs Tommaso Leddi en van Guy Segers die in het verleden deel uitgemaakt heeft van Univers Zero. Het moge duidelijk zijn dat samen met de eigen muzikanten van Yūgen een verzameling zeer sterke muzikanten aanwezig zijn op dit album. Niets staat “Iridule” dan ook in de weg om een regelrechte klassieker te zijn.

Maar is het album dat ook? Het spreekt voor zich dat het antwoord op deze vraag nee luidt. Er zijn weinig, om niet meteen te zeggen geen, albums die onmiddellijk het etiket klassieker verdienen en ook “Iridule” valt daar niet onder. We kunnen ons dan ook beter afvragen of dit een goed album is met eventueel het potentieel om op latere termijn toch dat felbegeerde etiket van klassieker te verdienen.

En het antwoord op die correctere vraag is dat ik zeer verrast ben door “Iridule”, om niet meteen te zeggen omver geblazen ben. Binnen het RIO/Avant-Prog genre is dit album misschien wel de grootste verrassing geweest van 2010.

Zoals zo vaak bij dit soort bands vinden we bij de invloeden weer dezelfde bekende namen terug die bij de kenners van Avant-Prog ondertussen al genoegzaam bekend zullen zijn. Zo zijn ze namelijk ondermeer geïnspireerd door: Univers Zero, Present, King Crimson, Igor Stravinsky, Béla Bartok, Stormy Six en natuurlijk ook het al eerder vermelde Thinking Plague. Een andere referentie kunnen ook de landgenoten van Runaway Totem zijn, al bevinden die zich meer in een iets apartere hoek terwijl Yūgen zich toch meer aansluit bij de gangbare Avant-Prog.

Vroeger, en daarmee bedoel ik bij de release van hun debuutalbum, werd de muziek van Yūgen wel eens omschreven als georganiseerde chaotische chamber rock. Dit lijken op het eerste zicht twee tegengestelde begrippen maar als je ziet wat The Velvet Underground eind jaren 60 ook al deden, kan dit wel perfect bij elkaar passen. Want ook hun muziek leek op het eerste gehoor puur uit chaos te bestaan terwijl bij een diepgaandere luisterbeurt er meerdere georganiseerde songstructuren bovenkwamen. Alleen het nadeel hieraan is dan dit vaak een beetje negatief kan bekeken worden: tenslotte doet chaos in de muziek vaak denken aan ontoegankelijk. En ergens klopt dat natuurlijk wel: Yūgens debuut was geen eenvoudige hap-slik-weg muziek.

Nu tien jaar later, na het uitstapje naar Leddis muziek, heeft Yūgen een grote stap voorwaarts gezet. Toch kan ik wel stellen dat ze trouw gebleven zijn aan hun oorspronkelijke concept. Maar het grote gevaar dat toentertijd ook al speelde bij dit concept is dat een band zich vaak kan verliezen in te overdreven improvisatie of te ver kan gaan in het experimenteren en daardoor de controle verliezen van hun ‘georganiseerde chaos’. Net dat was toch het grote gebrek bij hun debuut “Labirinto d’Acqua” en net dat probleem hebben ze nu aangepakt. Yūgen klinkt op “Iridule” een stuk beheersender terwijl ze toch trouw blijven aan het concept. Het lijkt alsof ze hun schoonheidsfoutjes hebben kunnen wegwerken.

Het moge ondertussen al voldoende duidelijk zijn dat deze jongen erg onder de indruk is van wat Yūgen heeft klaargespeeld met hun derde (of eigenlijk eerder tweede) album. Klassieker of album van het jaar durf ik er nog niet op te plakken, maar het album kan wel die potentie hebben. Het spreekt dan ook bijna voor zich dat ik deze plaat graag wil aanraden aan de doorgewinterde progliefhebber die graag eens een avontuurlijk pad wil bewandelen.

Peter Van Haerenborgh

Send this to a friend