Toen ik online op ‘Yuval Ron’ zocht, kwam ik in eerste instantie uit bij een Amerikaan die zich vooral over transcendentale paden voortbeweegt. Leek me erg interessant, maar helaas, de te bespreken promo is van een Duitser die jazzrock maakt. Afijn, daar houd ik in de regel wel van, dus hupsakee, die cd in speler en spelen maar…
Een gitarist die na twee albums onder de naam ‘Yuval Ron & Residents Of The Future’ besluit het aanhangsel achter zich te laten en onder eigen naam verder te gaan, geeft al aan dat de koers nog duidelijker door één man bepaald wordt. De verwachting is dan ook dat dit een erg gitaargedomineerd album gaat worden – en dat is het ook. Is dat erg? Nee, en al helemaal niet wanneer gitaarheld John McLaughlin je voorbeeld is. Nu heeft McLaughlin in zijn lange carrière behoorlijk wat verschillende stijlen gebruikt, meer uiteraard dan Yuval Ron op dit ene album, maar doordat het album een behoorlijke variatie tussen de nummers kent, hoor je zowel diens agressieve stijl en vaak ook erg snel spel terug als de meer lyrische kant.
De gitarist als snelheidsduivel is duidelijk terug te horen in het openings- en titelnummer Somewhere In This Universe, Somebody Hits A Drum, een spacy nummer met een kleine vocale bijdrage van Ron zelf. Zeker door die vocale bijdrage – of eigenlijk eerder een soort jodelen – heeft het nummer iets enorm pakkends gekregen en het is dan ook een fijn begin van het album. Gravitational Lensing is het meest agressieve stuk van de plaat, dat voor een belangrijk deel overigens op het conto geschreven kan worden van bassist Roberto Badoglio en drummer Marco Minnemann, die in dit nummer alles vakkundig dichtslaat. Het zijn beide prima stukken, maar mijn voorkeur gaat toch uit naar het meer lyrische spel van Kuiper Belt. Ook het zeer melodieuze spel in afsluiter I Believe In Astronauts valt bij mij in de smaak. Daarvoor hebben we dan nog kunnen genieten van het technisch knappe WiFi In Emerald City (hilarische titel overigens) en een knappe solo in de tweede helft van The Discovery Of Phoebe.
Het is bij instrumentale muziek altijd een extra kunst om de aandacht van de luisteraar vast te houden. “Somewhere In This Universe, Somebody Hits A Drum” kent voldoende variatie tussen de verschillende stukken en eigenlijk is elk nummer op zichzelf goed behapbaar – hoewel tegelijkertijd elk nummer behalve de opener ook met gemak een minuut of drie korter had gekund. Als geheel is het met een ruime vijftig minuten echter nog best een lange zit, zeker als je er geconcentreerd naar wilt luisteren.
Voor een jazzrock-plaat is het overigens best toegankelijk allemaal, mede doordat de balans vaak wat meer doorslaat naar (space)rock, wat ervoor zorgt dat deze plaat ook prima als achtergrondmuziek opgezet kan worden. Veel recensie cd’s belandden na het schrijven in de kast om daar vervolgens niet vaak meer uit te komen. Dat zie ik bij dit album niet zo snel gebeuren, deze zal de komende tijd wel gedraaid blijven worden. Niet omdat het een wereldschokkend goede plaat is, maar omdat de plaat eigenlijk voor best veel situaties aangename muzikale ondersteuning biedt. En dat is ook een knappe prestatie!