Als de nucleaire brandstof van onze zon is opgebrand, kan het of een witte dwerg worden of een zwart gat. Dat hangt af van de massa van de overgebleven kern. Als het kleiner is dan de Chandrasekhar-limiet wordt onze zon een witte dwerg. Als de massa hoger is dan de Chandrasekhar-limiet dan wordt onze zon wellicht een zwart gat.
Wat dat betreft heeft de Italiaans/Zwitserse band Zenit een verkeerde keuze genomen als titel voor zijn derde cd. Immers, de vergelijking met oer-band en voornaamste invloed Clepsydra, als zijnde zon waar alles om draait, en zijn uitgebluste en opgebrande opvolgers, is snel gemaakt. Hoewel dat zowel de band Zenit als deze cd “The Chandrasekhar Limit” te kort doet, gaat geen navolger het legendarische karakter van Clepsydra ooit evenaren.
Voor zij die onbekend zijn met Clepsydra, dat was een Zwitsers/Italiaanse band die in de periode 1991-2002 opereerde, en waarvan de drie laatste van de vier platen erkende meesterwerken in de neoprog zijn. Vooral “Alone” uit 2002, het onovertroffen laatste werk, is een schoolvoorbeeld hoe je met weinig middelen (neoprog is per definitie een subgenre met nauwe grenzen) grootse resultaten kunt bereiken.
En wat ik hierboven tussen haakjes schreef is precies het voornaamste probleem met “The Chandrasekhar Limit”. Ze willen te veel. Ongetwijfeld zal ik als neoprog-liefhebber als conservatief worden beschouwd, maar zoals een symfonie het beste werkt als het ‘gewoon’ vier delen heeft, geen compleet koor aan het einde, en niet teveel toeters en bellen, zo is ook neoprog gebonden aan allerlei conventies. Ga je daar overheen, dan moet het compositorisch en thematisch materiaal wel zo sterk zijn, dat je er mee weg mag komen. “The Chandrasekhar Limit” is twee keer zo lang als een gemiddelde Clepsydra-plaat, maar met gemak ook twee keer zo zwak.
De plaat begint gelukkig veelbelovend met Awaken, een lange track met een sterke melodie, soepel baswerk van Andy Thommen, en voortreffelijk gitaarwerk van Luigi Biamino. Zanger Lorenzo Sonognini is een uitstekend zanger met een prettige klank. Zo ver, zo goed. Het korte Cub Lady is niet onaardig, maar dan ontspoort de plaat langzaam. PiGreco kent blues-invloeden en morrelt voorzichtig aan de grenzen van de neoprog. Het voornamelijk in het Sankriet gezongen Matrimandir is helemaal een draak van een compositie, en het duurt nog 17 minuten ook. De zo mooi en simpel vastgelegde grenzen van de neoprog worden vervangen door een enorm landschap van slechte jazzrock en tja… geneuzel, ik kan het niet anders noemen. Tot overmaat van ramp zoekt het daarna volgende instrumentale Pulsar de grenzen nog verder op, richting hoempapa- en circus-muziek. De melodieën worden helaas nauwelijks beter, mooi baspedalenwerk en gitaarsolo’s ten spijt.
De band herpakt zich redelijk met het afsluitende The Daydream Suite, een redelijk coherente suite van ruim 24 minuten, maar het niveau van de openingstrack Awaken wordt niet meer gehaald. Ook heb ik tegen deze tijd al geen zin meer in Zenit.
Het vervelende van mijn luistergewoonte is dat ik altijd graag een cd als geheel beluister, van het begin tot het einde. Ik neem het daarom om die reden Zenit kwalijk dat ze een track als Matrimandir niet als bonustrack op hun Bandcamp-pagina hebben gezet, zodat ik het straffeloos kan negeren. Nu staat het in het midden van een goedbedoelde plaat, die sowieso al licht frustreert doordat je telkens denkt: Tja, wel aardig. Nu, waar liggen mijn Clepsydra-cd’s?’
Markwin Meeuws