Zero Hour heeft een lastige tijd achter de rug, maar nu is de progmetalband terug met een nieuwe plaat, een nieuwe zanger en – voor een deel – een nieuw geluid. Met de hulp van producer Dino Alden zet Zero Hour op “A Fragile Mind” een aanzienlijk steviger geluid neer, waarmee men voorbeelden als Dream Theater en Fates Warning voorbij streeft.
Nieuwe zanger Fred Marshall, wiens stem wel erg veel op die van James LaBrie lijkt, heeft een prettige klank, zolang hij niet te veel hoeft te krijsen en te gillen. Helaas kost het hem op deze plaat moeite boven de plaatstalen muur van bas, drums en gitaar uit te komen. Daarbij komt dat de partijen die hoofdcomponisten Jasun en Troy Tripton hem te zingen geven, weinig ruimte voor subtiliteit geven. Bijna elke zanglijn is gedubbeld waarbij de tweede stem een strakke kwint zingt. Daarmee gaat zo’n beetje elke nuance verloren, maar het klinkt wel reuze heavy.
Dat is de keuze die Zero Hour gemaakt heeft: meer metal dan prog. Natuurlijk zijn sommige partijen reuze knap en ingewikkeld, natuurlijk is Jasun een briljante gitarist, maar 90 procent van dit materiaal is wel heel erg dertien in een dozijn. De meeste nummers zijn een collectie riffs met wat zanglijnen er overheen gedrapeerd, voorspelbaar en zelfs wat saai. Ook de teksten – de plaat lijkt me een soort conceptalbum over iemand in geestelijke nood – zijn van een bedenkelijk niveau rijmelarij.
En toch, op het moment dat ik ‘saai’ opschreef, ergens halverwege de zoveelste beluistering van Destiny Is Sorrow, wist de band me te verrassen met een virtuoos stukje ingewikkeld en strak samenspel. Zo heeft “A Fragile Mind” zeker meer goede momenten. De twee instrumentale stukken Somnecrophobia en Intrinsic zijn van grote klasse en in Losing Control zit een leuk metrisch grapje waarbij het laatste woord van de eerste zangregel meteen het eerste woord is van de tweede regel. Nou ja, ik vind het leuk. Twice The Pain heeft een mooie opbouw in de opening, evenals titelstuk A Fragile Mind.
En ik vind “A Fragile Mind” erg goed klinken. Je hoort een echte bas, met rammelende snaren en al, je kunt de verschillende gitaarpartijen mooi onderscheiden en de drums liggen er fraai onder. Wel een zwaar geluid, maar dat misstaat niet bij dit geweld. Nog een verademing: de plaat duurt maar drie kwartier. Je kunt het zuinig vinden, maar de meer gebruikelijke vijf kwartier had ik persoonlijk niet getrokken.
Het overgrote deel van de muziek is helaas van elke originaliteit gespeend. Dat is fijn voor de meer behoudende muziekliefhebber die graag van tevoren weet wat-ie kan verwachten, maar ik ben er snel op uitgeluisterd. Het mag dan knap gespeeld zijn, per saldo zijn deze liedjes net zo voor de hand liggend als het materiaal van Dio of Yngwie Malmsteen. Dat lijkt me voor een progmetalband niet het hoogst haalbare.
Erik Groeneweg