Het ligt vast aan mij, maar bij spacerock denk ik meestal meteen aan Duitsers, Scandinaven of desnoods Amerikanen. Ik denk nooit aan Italianen, die ik toch associeer met zonnigere muziekstromingen. Zo zie je maar weer: elke dag leer je nieuwe dingen. Want Zita Ensemble is een Italiaans space- en jazzrock gezelschap, dat met “Volume 2” zijn tweede (oh ja joh?) plaat uitbrengt.
Al meteen uit de eerste klanken van track 1, het jachtige Don’t You Find Me Sexy You Fuckin’ Marine?, blijkt wat voor vlees we in de kuip hebben. Dit is echte spacerock, van die rauwe gitaren, wilde drums en noest voortploegende basgitaren, eeuwiggalmende echomachines en ruige riffs. Lekker, maar wel een beetje afgezaagd. Die conclusie wordt meteen onderuit gehaald in het tweede stuk, waarin de mannen de langgerekte spacerock versnijden met jazz, waardoor een fijne sfeer ontstaat die me onmiddellijk terugvoert naar “Livestock” van Brand X. Niet zo virtuoos natuurlijk, maar hetzelfde kwikzilveren geluid en een vergelijkbare spanning. Bedenk hier zelf een zin met de uitdrukking ‘van goeden huize komen’ erin.
Ook in Suite n.3 ligt de jazz op de loer, al is dit een wat knoesteriger stuk muziek met veel tegendraadse gitaarriedels en een in hoog tempo voortstuwende ritmesectie. Halverwege het stuk maakt die stuwing plaats voor aan Ozric Tentacles herinnerende arpeggio’s op de gitaar. Voor een plaat waaraan vier toetsenisten medewerking verlenen ligt de nadruk wel heel erg op gitaar, bas en drums. Ik klaag niet, maar die paar keren dat de toetsen een meer dan toevallige rol spelen klinkt het ook meteen wel erg lekker. De suite eindigt zoals hij begint, met vrij rondspartelende gitaarkrampjes. Dat doet vermoeden dat het stuk minder strak uitgeschreven is dan je zou denken. Als de heren dit inderdaad bij elkaar geïmproviseerd hebben, is dat des te knapper.
Bij wijze van contrast is track 4 een bijna slepende jazzballade, compleet met brushes en contrabas. Door de bizarre akkoordsequenties blijft het vervreemdende sfeertje gewaarborgd. Het Zita Ensemble houdt ervan om met de grenzen van genres te spelen en komt er nog mee weg ook. Een sloom nummer als dit kan gemakkelijk een flauwe pastiche worden, maar belachelijk wordt het nergens. En vlak voordat je ze gaat verdenken van plagiaat (Bill Frisell zou zeker recht van spreken hebben) zetten de mannen er nog even de sokken in. Goed gedaan, hoor.
Jammer genoeg lijkt de koek daarna een beetje op en worden de stukken rommeliger. De dertien minuten van Nella Notte Del Mare Profondo lijken geen onderling verband te hebben, zo vaak verandert de sfeer. In Adagio wordt er wat traditioneler space gerockt met langgerekte galmgitaarhalen en bijna dub-achtige effecten. Het zijn negen hypnotische minuten, maar het stuk haalt ook wel de vaart uit de plaat. En afsluiter Una Folle Folle Corsa? Lijkt vooral een kladje met een 12-snarige gitaar, meer een demo dan een liedje.
Zonde, want die eerste paar stukken zijn veelbelovend. Als Zita Ensemble de volgende keer een beetje kritischer naar het repertoire kijkt, staat niets een bijzonder geslaagd album meer in de weg.
Erik Groeneweg