Zombi

Cosmos

Info
Uitgekomen in: 2004
Label: Relapse Records
Website: www.zombi.us
Tracklist
Orion (2:49)
Cetus (4:02)
Cassiopeia (2:57)
Serpens (9:38)
Gemini (11:05)
Andromeda (2:12)
Taurus (13:44)
Steve Moore: basgitaar, toetsen
A.E. Paterra: drums, toetsen
Cosmos (2004)
Twilight Sentinel ep (2003)
Zombi (2002)

De heren van Zombi worden voornamelijk geïnspireerd door de soundtracks die John Carpenter maakte voor zijn horrorfilms en andere filmmuziekcomponisten als Fabio Frizzi. Daarnaast zijn ze verliefd op hun analoge synthesizers uit de jaren ’70, zodat ook vergelijkingen met Tangerine Dream en Synergy niet onzinnig zijn.

De zeven instrumentale stukken van “Cosmos” zijn – ook al zo lekker ‘seventies’ – genoemd naar sterrenbeelden en proberen zowel iets griezeligs als iets nostalgisch uit te dragen. Omdat Moore en Paterra behalve op die oude synths ook goed thuis zijn op bas en drums, klinken de nummers af en toe behoorlijk stevig. Opener Orion wordt tenminste opgestuwd door een pompende bas en tribal drums van het type Echoes. Andere nummers worden flink opgejaagd door bas-sequencers. “Cosmos” is daarmee een pittig plaatje, hier en daar bijna spacerock.

Het is ook een bijzonder nostalgisch plaatje dat zomaar uit 1975 had kunnen stammen als de drums wat minder hifi hadden geklonken. Door de gebruikte synthesizers blijft het geluid wel wat beperkt. Een Korg Polysix en Roland Juno 106 waren in hun tijd misschien het toppunt van veelzijdigheid, anno nu voegen ze vooral een hoop gebrom en gezoem aan het geluid van “Cosmos” toe. Wie vroeger platen van Vangelis en Jean-Michel Jarre draaide, hoort zijn hele jeugd aan zich voorbij trekken. Heerlijke sweeps en pulsen, arpeggio’s en warme strings uit vervlogen jaren.

Zombi (een ‘e’ kon er kennelijk niet meer af) heeft daarmee zijn geluid helemaal voor elkaar. “Cosmos” klinkt als een warm bad, een heerlijk plaatje op koude dagen. Alleen stelt het inhoudelijk bijzonder weinig voor. Echte composities kun je de zeven stukken niet noemen, het zijn meer eerste schetsjes voor composities, kladjes. Moore en Paterra scharrelen wat geluiden bij elkaar, programmeren een sequence, bedenken er een drumritme en soms een basloopje bij en klaar is Kees. In de langere stukken plakken ze wat van die ideetjes aan elkaar en spelen ze er een simpel themaatje overheen, maar veel meer dan soundscapes, geluidlandschapjes, worden het niet. Soms hoeft het ook niet meer te zijn, zeker Serpens is een meeslepend stuk dat bijna klinkt als Pink Floyd’s Welcome To The Machine. Over de hele linie blijft het echter een beetje een hartige taart zonder vulling. Het ziet er uit als een hartige taart, het voelt en ruikt als een hartige taart, maar er zit niks in. Zombi laat alle ingrediënten zien, maar doet er te weinig mee.

Als je daar mee kan leven, heb je aan “Cosmos” een fijn plaatje. Mij brengt het in elk geval grote stukken van mijn muzikale verleden in herinnering: “Equinox” van Styx, “Wish You Were Here” van Pink Floyd, “Albedo 0.39” van Vangelis, “Butterfly Ball” van Roger Glover, “Green Album” van Eddie Jobson, gezellig. Maar de kans dat ik me over dertig jaar “Cosmos” van Zombi nog herinner, lijkt me uitgesloten. Dan had er tenminste één goede compositie op moeten staan.

Erik Groeneweg

Send this to a friend