Nemo

Presages

Info
Uitgekomen in: 2003
Land van herkomst: Frankrijk
Label: Quadrifonic
Website: www.nemo-world.com
MySpace: www.myspace.com/prognemo
Tracklist
La Derniére Vague (14.01)
Générateur (4.47)
Sur La Tombe Du Phoenix (9.54)
La Mort Du Scorpion:
Soleil (1.15)
L'Å“il Du Cyclope (5.59)
La Mort Du Scorpion (7.40)
Les Nouvelles Croisades (17.57)
Cavalerie (3.35)
Confrontation (5.44)
Désolation (2.16)
Danse Des Morts (2.34)
Renaissance (6.36)
Guillaume Fontaine: toetsen, zang
Benoît Gaignon: bas
JB Itier: drums
JP Louveton: gitaar, zang

Met medewerking van:

Pascal Bertrand : marimba
Olivier Soumaire: achtergrondzang
Si Partie 2 (2007)
Les Enfants Rois cd-single (2006)
Si Partie 1 (2006)
Immersion Publique - Live (2005)
Prélude À La Ruine (2004)
Eve Et Le Genie Du Mal cd-single (2004)
Présages (2003)
Les Nouveaux Mondes (2002)

Jules Verne, de Franse schrijver uit de 19e eeuw die kapitein Nemo schiep in zijn meesterwerk “20.000 Mijl Onder Zee”, begaf zich in z’n boeken altijd op het grensvlak tussen fantasie en werkelijkheid. Hij stond bekend om zijn suggestieve verbeeldingskracht en zijn vooruitziende blik ten aanzien van de wetenschap en de mensheid.

Wat dat betreft sluit “Présages”, de tweede cd van het Franse progrock-viertal Nemo daar goed bij aan, want de vijf nummers verhalen over de voortekenen in het leven. Vooralsnog geen luchtige materie, maar omdat de teksten in het Frans zijn zullen de meesten die toch maar voor lief nemen. Gitarist JP Louveton en toetsenist Guillaume Fontaine nemen beiden de vocalen voor hun rekening. Louveton de lead en Fontaine de tweede stem. Ze doen dat hartstochtelijk. Door de Franse tongval hebben ze een eigen gezicht en alleen in Sur La Tombe Du Phoenix moest ik even aan een ander denken, aan Maurits Kalsbeek (Egdon Heath) namelijk.

Ook in de muziek, die erg makkelijk te omschrijven valt als krachtige symfo op een ondergrond van fusion en psychedelica, loopt elke vergelijking met een andere band vrijwel mank. Ange noemen is een open deur intrappen. Eloy dan misschien, of Eclat? Nou, nee. Het Zwitserse Galaad komt nog enigszins in de buurt maar toch ook weer niet. Nemo creëert een uniek eigen geluid door de stijlen gedoseerd met elkaar te vermengen.De band klinkt als een eenheid en niet als een optelsom van een symfonische toetsenist en een hardrock gitarist met een funky bassist en een stuwende drummer. De composities zijn weldoordacht met veel tempo- en sfeerwisselingen en goedlopende breaks. Je zou niet zeggen dat de drummer pas een klein jaar bij de band zit.

In het eerste nummer, La Dernière Vague, gaat het jammer genoeg wat mis. Na enkele vrolijke pianoriedels en een paar melodieuze gitaaruithalen volgt een tamelijk clichématig stuk dat te verzonnen, te gekunsteld overkomt. Het duurt niet al te lang en vervolgens herpakt de band zich met een mooi rustig stuk dat wordt geleid door akoestische slaggitaar en zang. Het mondt uit in een stel stevige riffs, knallende basstoten tijdens de toetsensolo en een geweldige Kansas-achtige gitaarsolo. Opvallend is hoe passages uit het begin van het nummer in later een wat ander jasje terugkeren en dan wel houtsnijden. Al met al is dit toch een goed nummer.

Het dampende Générateur kent vrij weinig variatie maar de krachtige riffs hebben hier die caleidoscopische benadering niet nodig. Ze drijven heerlijk op een zee van psychedelische toetsenklanken tussen de rotsvaste bas en drums. In het middenstuk zitten vingervlugge basloopjes van Benoît Caignon gecombineerd met wah-wahgitaar. Lekkur! Sur La Tombe Du Phoenix behoort, vind ik, tot de betere nummers. De sfeer is er onheilspellend door de volle, meeslepende toetsenakkoorden en het breedvoerige gitaarspel. Erg vindingrijk is de bottleneckgitaarpartij halverwege, evenals de fusionbreak en het marimba-intro. Opvallend is overigens het fraaie drumwerk van JB Itier, waardoor Sur La Tombe Du Phoenix een geheel blijft.

Vervolgens presenteren de heren, die inmiddels flink op stoom zijn geraakt, twee lange nummers. La Mort Du Scorpion bestaat uit drie delen die voor de nodige variatie zorgen. Vooral het broeierige, korte Soleil en het vlotte jazzy L’Oeil Du Cyclope komen met hun akoestische insteek precies op tijd. Het titelnummer van La Mort Du Scorpion begint ook vrij rustig, gaandeweg ontwikkelt het zich naar een hypnotiserend hardrockstuk. Met de zeventien minuten durende afsluiter Les Nouvelles Croisades toont Nemo haar kracht. De band weet constant te boeien zonder echte hoogte- en dieptepunten te bereiken, ondanks de grote variatie van deze epic. Opmerkelijk is dat het laatste deel, Renaissance, niet is voorzien van een grootse finale en dat deze niet eens wordt gemist.

Aan het eind van de cd staat nog een erg leuke verborgen track, een orale versie van een progmetalritme. De waardering hiervoor zal er zijn.

“Présages” is een sterke cd, waar net als bij het werk van Jules Verne een prikkeling vanuit gaat die tot de verbeelding spreekt en Nemo is een band waar we nog veel van gaan horen als de voortekenen me niet bedriegen.

—————

2018 Heruitgave

Vijftien jaar na dato verschijnt de heruitgave van “Présages” en dat is me er eentje! Ga alvast maar eens lekker zitten en steek wat vingers in je mond. Het grote aflikken staat namelijk op het punt van beginnen.

Het album is in z’n geheel opnieuw opgenomen plus dat er nog een niet eerder uitgebrachte bonustrack van dertien minuten aan toegevoegd is. We horen dus ongeveer vijf kwartier Nemo op z’n best aangezien hier de bezetting aan het werk is waar de band al vele jaren furore mee maakt. Daar zijn ze: de gitaar spelende leadzanger Jean Pierre Louveton, de zingende toetsenist Guillaume Fontaine, bassist Lionel B. Guichard en drummer Jean Baptiste Itier. Op het oorspronkelijke album is weliswaar bassist Benoît Gaignon nog aanwezig, hier niet.

Wie Nemo een beetje volgt weet dat de Franse band per jaar beter wordt en het bewijs daarvan is met deze heruitgave onomstotelijk geleverd. Het klinkt strakker dan voorheen, dynamischer, overtuigender. Melodieën vloeien meer, het is virtuozer. Het gaat dieper waarbij de synthklanken meer warmte uitstralen en de gitaar feller is. De zang is zuiverder en ook de samenzang klinkt  beter. De jongehonden mentaliteit is hier ingewisseld voor een bruisend professionalisme. De heren zijn niet in de valkuil getrapt hun composities te bewerken. Goed is goed en zo is daar de marimba van Sur La Tombe Du Phénix.

In het begeleidend schrijven noemt de band zichzelf slapende. Volgens mij zijn ze klaar- en klaarwakker.

Dick van der Heijde

Send this to a friend